Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Waarom is het belangrijk een richtlijn voor dit onderwerp te ontwikkelen?

De incidentie van bijtwonden is moeilijk te bepalen, omdat een groot aantal van deze beten nooit gerapporteerd wordt. De meerderheid van de bijtwonden kan worden toegeschreven aan honden, katten en mensen. Een klein percentage van wonden worden toegebracht door andere (zoog)dieren en zijn geassocieerd met onbekendheid over hun behandeling. Hoewel veel patiënten geen medische zorg nodig hebben, kunnen bijtwonden leiden tot ernstige complicaties, zoals ernstige infecties van de huid en de weke delen, septische artritis, sepsis en zelfs overlijden.

 

Wat zijn de belangrijkste knelpunten in de praktijk waarvoor deze richtlijn inzicht in dient te geven?

Er is geen uniformiteit omtrent de tweedelijnsbehandeling van bijtwonden door honden, katten of mensen.

 

Doel van de richtlijn

Wat is het doel (beoogde effect) van de richtlijn?

In deze richtlijn bespreken we de riscofactoren voor het ontwikkelen van infecties van de huid en de weke delen na prikbijtwonden (door bijvoorbeeld katten of ratten) en scheur-/kneusbijtwonden (door bijvoorbeeld honden of mensen). Tevens wordt de behandeling van deze bijtwonden besproken (micro-organismen, antibiotica, behandelbeleid).

 

Afbakening van de richtlijn

Om welke patiëntengroep gaat het?

De richtlijn is bedoeld voor zowel kinderen als volwassenen. De werkgroep verwacht geen wezenlijke verschillen in de behandeling van kinderen vergeleken met volwassenen.

 

De NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden bespreekt de behandeling van traumatische wonden, bijtwonden en wondinfecties in de eerste lijn. Chirurgische wonden en chirurgische wondinfecties vallen buiten bestek van de NHG-Behandelrichtlijn. Indien relevant, verwijst de werkgroep naar de NHG-Behandelrichtlijn; deze richtlijn focust zich op de behandeling van (prik)bijtwonden in de tweede lijn en de risicofactoren voor het ontwikkelen van infecties na bijtwonden.

 

De werkgroep heeft besloten om rabiës buiten beschouwing te laten, gezien de zeer lage incidentie, tenzij het een recent geïmporteerde hond uit het buitenland betreft. Voor meer informatie wordt verwezen naar de richtlijn van de Landelijke Coördinatie Infectiebestrijding over Rabiës: https://lci.rivm.nl/richtlijnen/rabies. De werkgroep conformeert zich aan de aanbeveling van het NHG: ‘’Overleg direct met de GGD (www.ggd.nl) of internist bij bijtwonden met een risico op besmetting met virussen van de bron (hepatitis B en C, hiv2 en rabiës)’’.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met bijtverwondingen in de tweede lijn.

 

 

Definities en begrippen

Wat zijn de belangrijkste definities die in deze richtlijn gebruikt worden?

De werkgroep heeft de definities van de NHG-Behandelrichtlijn ‘Traumatische wonden en bijtwonden’ aangehouden:

 

Literatuur

Nederlands Huisartsen Genootschap. (2017). NHG-Behandelrichtlijn Traumatische wonden en bijtwonden. Geraadpleegd van https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/nhg-behandelrichtlijn_traumatische_wonden_en_bijtwonden.pdf.

Landelijke Coördinatie Infectiebestrijding. (2016). Rabiës richtlijn. Geraadpleegd van https://lci.rivm.nl/richtlijnen/rabies.