Afkortingen en definities

Afkortingenlijst

AGREE: Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation

GOR: Gastro-oesofageale reflux

GORZ: Gastro-oesofageale refluxziekte

GRADE: Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation

H2-antagonist: histamine-2-receptor antagonist

I-GERQ-R: infant gastroesophageal reflux questionnaire revised

PPI: proton pump inhibitor (protonpompremmer)

RR: relatief risico

QUADAS: Quality Assessment of Studies of Diagnostic Accuracy

95%CI: 95% betrouwbaarheidsinterval

 

Overzicht definities

  • Gastro-oesofageale reflux (GOR): terugvloed van maaginhoud in de slokdarm, vaak met regurgitatie. Reflux is een normaal fysiologisch proces dat verschillende keren per dag optreedt bij gezonde kinderen van alle leeftijden, meestal na de maaltijd.
  • Gastro-oesofageale GOR-ziekte (GORZ): GOR van maaginhoud die leidt tot hinderlijke klachten die het dagelijks leven beïnvloeden en/of complicaties zoals overmatig huilen, prikkelbaarheid, voedselweigering en groeivertraging.
  • Regurgitatie: spontaan, onvrijwillig terugvloeien van voeding uit de maag tot in de mond, meestal in de vorm van 'teruggeven'. Vooral in het eerste uur na de voeding. Regurgitatie kost geen moeite, zoals bij braken wel het geval is.
  • Braken: krachtig uitspugen van maaginhoud nadat het braakcentrum is geactiveerd door een bepaalde trigger (zoals giftige stof, ziekte, evenwichtsorgaan of verhoogde druk in de hersenen). Vaak duidelijk voorafgegaan door een periode van misselijkheid, bleekheid, zweten en kokhalzen.
  • Ruminatie: vrijwillig, maar soms onbewust, omhoogwerken van voeding vanuit de maag tot in de mond. De voeding kan opnieuw worden gekauwd en doorgeslikt ofwel worden uitgespuugd.