Algemene inleiding

In 2012 werd de richtlijn Polyfarmacie bij ouderen gepubliceerd. Hierin werd geadviseerd om een medicatiebeoordeling (MBO) uit te voeren bij patiënten van ≥ 65 jaar die ≥ 5 geneesmiddelen gebruiken met 1 of meerdere risicofactoren voor farmacotherapeutische problemen (sterk verminderde nierfunctie, verminderde cognitie, verhoogd valrisico of signalen van verminderde therapietrouw). Op basis van praktijkervaringen en bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek hebben het NHG, de KNMP en de NVKG geconstateerd dat de toepassing van deze richtlijn niet doelmatig is en dat de effecten op klinische eindpunten, zoals geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnames, zeer beperkt zijn. Een MBO is geen panacee die alle problemen die samenhangen met polyfarmacie kan oplossen. Aanpassingen van de infrastructuur, zoals het koppelen van medicatiegegevens van apotheek, huisarts en ziekenhuis voor een volledig en actueel medicatieoverzicht, zoals beschreven in de richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens, zijn wellicht van groter belang voor het verbeteren van de medicatieveiligheid. Niet alleen voor de doelgroep van de richtlijn, maar ook voor alle patiënten die medicatie gebruiken. Toepassing van een MBO is voorbehouden aan patiënten met een fors verhoogd risico op farmacotherapeutische problemen bij wie de te verwachte effecten op de medicatieveiligheid in reële verhouding staan tot de benodigde inzet van mensen en middelen.

 

In 2017 hebben het NHG, de KNMP en de NVKG de actualiteit van de multidisciplinaire richtlijn (MDR) Polyfarmacie bij ouderen (2012), beoordeeld. Op basis van praktijkervaringen en wetenschappelijke evaluaties is geconstateerd dat aanpassing en doorontwikkeling van de methodiek van medicatiebeoordeling (MBO) nodig is om deze optimaal toe te kunnen passen in de praktijk. Deze herziening vervangt de methodiek van MBO binnen de MDR Polyfarmacie bij ouderen (2012).

 

Constateringen