Implementatieplan

Inleiding

Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Allergie van de bovenste luchtwegen. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het toepassen en naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die voor verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

  • per wanneer de aanbeveling overal geïmplementeerd moet kunnen zijn;
  • de verwachtte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten;
  • randvoorwaarden om de aanbeveling te kunnen implementeren;
  • mogelijk barrières om de aanbeveling te kunnen implementeren;
  • mogelijke acties om de implementatie van de aanbeveling te bevorderen;
  • verantwoordelijke partij voor de te ondernemen acties.

 

Voor iedere aanbevelingen is nagedacht over de hierboven genoemde punten. Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen “sterk geformuleerde aanbevelingen” en “zwak geformuleerde aanbevelingen”. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld “Overweeg om …”) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties. Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de “zwak geformuleerde aanbevelingen”.

 

Implementatietermijnen

Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden. Voor de meeste “sterk geformuleerde aanbevelingen” betekent dat dat zij komend jaar direct geïmplementeerd moeten worden en dat per 2021 dus iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen.

 

Voor sommige aanbevelingen dient echter een langer implementatietermijn van drie jaar, of drie tot vijf jaar aangehouden te worden, wat dus betekent dat per 2022 of 2025 iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen. Dit heeft te maken door een gebrek aan middelen, vergoedingen en/of juiste organisatie. De implementatie van onderstaande aanbevelingen kent daarom een langere implementatietermijn.

 

Mogelijke barrières

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
<1 jaar,

1 tot 3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie

Te ondernemen acties voor implementatie

Verantwoordelijken voor acties

Module Klinische diagnostiek

Vraag bij de anamnese de volgende aspecten uit:

  • de aard, duur en ernst van de klachten en effect op dagelijks leven
  • atopie;
  • verergerende omstandigheden;
  • gebruik van medicatie die allergie van de bovenste luchtwegen- klachten kunnen geven;
  • gebruik van medicatie;
  • eerder gebruik van immuuntherapie;
  • eerdere diagnostiek.

<1 jaar

Geen

 

Kennis professionals

Presentaties op congressen en/of op de jaarvergaderingen van de direct betrokken verenigingen.

Bij- en nascholing.

 

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVvAKI, NHG)

Verricht het volgende lichamelijk onderzoek om comorbiditeiten op het spoor te komen en om andere pathologie uit te sluiten:

  • Ga neusverstopping na door de patiënt te vragen te ademen door één neusgat.
  • Inspecteer het inwendige van de neus, bij voorkeur met een neusspeculum; een goede lichtbron en fiber of starre nasendoscoop.
  • Inspecteer de neuspassage en het slijmvlies. Waterig secreet wijst op een allergie en dik secreet op een rhinosinusitis.
  • Onderzoek de ogen, zowel in als rondom de ogen voor aanwijzingen van een allergische conjunctivitis.

<1 jaar

Geen

 

Kennis professionals

Presentaties op congressen en/of op de jaarvergaderingen van de direct betrokken verenigingen.

Bij- en nascholing.

 

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVvAKI, NHG)

Module Classificatie

Gebruik de ARIA classificatie voor de indeling van de ernst en duur van allergische symptomen.

>3 jaar

Geen

Eenduidige classificatie geaccepteerd door alle wetenschappelijke verenigingen.

Ontbreken van draagvlak voor het gebruik van de ARIA classificatie vanuit de NHG.

Afstemming tussen NVKNO en NHG.

Wetenschappelijke verenigingen (NHG en NVKNO)

Module Aanvullende diagnostiek

Zet een gerichte specifieke allergietest in op basis van de anamnese.

 

Gebruik een specifieke IgE-test, zoals een huidpriktest of serum IgE, tegen individuele allergenen ter ondersteuning van de diagnose allergie van de bovenste luchtwegen.

 

Wees er van bewust dat sensibilisatie (het aanwezig zijn van IgE antistoffen) alleen niet gelijk staat aan klinisch relevante allergie.

 

Gebruik geen testen die het totaal IgE, aantal eosinofielen of IgG bepalen bij verdenking op allergie van de bovenste luchtwegen.

 

Wees waakzaam voor een onterechte diagnose door een onvolledige anamnese of door onterecht (eerder) uitgevoerd aanvullend onderzoek.

<1 jaar

Mogelijk kostenverlagend vanwege de aanbeveling om geen onnodige testen te gebruiken.

 

Kennis en attitude van professionals.

 

Mogelijke verandering van werkwijze bij professionals die het totaal IgE, aantal eosinofielen of IgG bepalen.

Presentaties op congressen en/of op de jaarvergaderingen van de direct betrokken verenigingen, en in het bijzonder de NVKNO en de NVvAKI

Bij- en nascholing.

 

(Niet) vergoeden van de (on)juiste zorg.

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVvAKI, NHG)

Zorgverzekeraars

Behandeling

Module Conservatieve behandeling

Adviseer niet om Hepafilters te gebruiken bij een bewezen allergie van de bovenste luchtwegen.

 

Adviseer niet om mijtwerende hoezen te gebruiken bij een bewezen huisstofmijten allergie.

 

Adviseer om geen nieuw huisdier te nemen bij een bewezen huisdieren allergie.

 

Overweeg behandeling met zoutoplossing als aanvullende behandeling op medicamenteuze behandeling.

<1 jaar

Geen

 

Attitude van professionals over de werking van Hepafilters of mijtwerende hoezen en zoutoplossing.

Inhoud richtlijn verspreiden onder beroepsgroepen

Wetenschappelijke verenigingen

Module Medicamenteuze behandeling

Schrijf bij patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen en neusverstoppingsklachten een nasaal corticosteroïd voor (eventueel in combinatie met een nasaal antihistaminicum).

 

Geef de patiënt voorlichting over het juiste gebruik en de veiligheid van nasale corticosteroïden.

<1 jaar

Geen, standaard zorg

 

Kennis van professionals

Bij- en nascholing over het gebruik van corticosteroïden. Voorlichting aan patiënten.

Wetenschappelijke verenigingen

Controleer bij voorkeur 2 weken (eventueel telefonisch) na de start van de behandeling of de klachten van patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen voldoende onder controle zijn. Pas zo nodig de behandeling aan.

>3 jaar

Stijging door frequentere controle.

 

Te weinig tijd voor controle moment.

 

 

Financiële consequenties van frequentere controles in kaart brengen.

Regelen van goede vergoeding voor frequentere controles.

Ziekenhuisbestuurders

 

Zorgverzekeraars

Module Oogsymptomen

Behandel een patiënt met alleen oogsymptomen met lokale antihistaminica en/of mestcel stabilisatoren oogdruppels. Besteed aandacht aan mogelijke neussymptomen bij allergische conjunctivitis.

 

Verricht diagnostiek bij verdenking op allergie van de bovenste luchtwegen.

 

Overweeg een patiënt met zowel oog- als nasale symptomen:

  • te behandelen met nasale corticosteroïden of;
  • door te verwijzen naar een KNO-arts of allergoloog.

 

Vertel de patiënt dat het gebruik van intra-nasale corticosteroïden over het algemeen kan worden gecontinueerd bij glaucoom. Adviseer de patiënt die bekend is met glaucoom om de oogboldruk te laten controleren.

 

Verwijs de patiënt door naar een oogarts:

  • bij een toename of ontstaan van oogklachten tijdens de behandeling;
  • indien de oogklachten na behandeling met antihistaminica en/of mestcelstabilisatoren oogdruppels of nasale corticosteroïden langer dan 6 weken aanhouden.

1-3 jaar

Geen

 

Onvoldoende motivatie of kennis bij behandelaar; gebrek aan lokale afspraken tussen verwijzers uit van verschillende disciplines.

Voorlichting aan patiënten, educatie, nascholing, afstemming tussen disciplines.

Wetenschappelijke verenigingen (NOG, NVKNO, NVvAKI)

Module Astma en allergie

Behandel zowel de bovenste als de onderste luchtwegen bij patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen en allergisch astma.

1-3 jaar

Geen

 

Onvoldoende motivatie of kennis bij behandelaar; gebrek aan lokale afspraken tussen verwijzers uit van verschillende disciplines.

Voorlichting aan patiënten, educatie, nascholing, afstemming tussen disciplines.

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVALT, NVvAKI)

Module Veilige middelen voor zwangere vrouwen

Gebruik bij voorkeur een nasaal corticosteroïd voor allergie van de bovenste luchtwegen tijdens de zwangerschap.

 

Gebruik zo nodig kortdurend, niet langer dan 3-7 dagen, een decongestivum tijdens de zwangerschap.

 

Gebruik zo nodig aanvullend een 2e generatie oraal antihistaminicum, bij voorkeur na het eerste trimester van de zwangerschap.

 

Adviseer de patiënt om alleen in overleg met de arts of apotheker vrij verkrijgbare medicatie te gebruiken tijdens de zwangerschap.

<1 jaar

Geen

 

Onvoldoende kennis bij behandelaar of zwangere patiënt.

Voorlichting aan patiënten, educatie, nascholing,

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVvAKI), NHG en KNMP

Module Zelfmedicatie

Vraag of een patiënt met klachten van allergie van de bovenste luchtwegen vrij verkrijgbare middelen gebruikt en of de klachten door de medicatie onder controle zijn.

 

Adviseer de patiënt bij het gebruik van vrij verkrijgbare middelen en onvoldoende controle van de klachten naar een arts te gaan.

 

Ontraad patiënten met een allergie van de bovenste luchtwegen om lokale decongestiva te gebruiken.

<1 jaar

Geen

 

Onvoldoende kennis bij behandelaar of zwangere patiënt.

Voorlichting aan patiënten, educatie, nascholing,

Wetenschappelijke verenigingen (NVKNO, NVvAKI) en KNMP

Module Organisatie van zorg

Verwijs een patiënt met een allergie van de bovenste luchtwegen naar een KNO-arts bij:

  • therapieresistente rhinitis of rhinosinusitis waarbij een anatomische oorzaak mede verantwoordelijk kan zijn voor de klachten;
  • indicatiestelling immunotherapie, evaluatie van de contra-indicaties, praktische uitvoering;
  • eenzijdige neusobstructieklachten, waarbij maligniteit uitgesloten dient te worden;
  • eerdere operatieve ingrepen voor dezelfde klachten.

 

Verwijs een patiënt met een allergie van de bovenste luchtwegen naar een allergoloog (of kinderarts-allergoloog bij patiënten tot 16 jaar) bij:

  • indicatie en contra-indicaties aangaande allergeen immunotherapie, eventueel praktische uitvoering van deze behandeling;
  • verder gaande adviezen over huisdieren bij vastgestelde allergie en hardnekkige klachten;
  • eventueel beroepskeuze bij een vermeende allergie voor pollen, stof of huisdieren;
  • nadere analyse van een verdachte beroeps gebonden allergie (i.s.m. met een bedrijfsgeneeskundige dienst).

 

Verwijs een patiënt met een allergie van de bovenste luchtwegen naar een longarts wanneer een patiënt ook (mogelijk) allergische astma heeft of voor het starten met allergeen immunotherapie.

 

Verwijs een patiënt met een allergie van de bovenste luchtwegen naar een oogarts bij hardnekkige oogklachten, bij therapie-resistentie waarbij gedacht wordt aan behandeling met corticosteroïden of bij eenzijdige oogklachten. Adviseer de patiënt die bekend is met glaucoom om de oogboldruk te laten controleren.

 

Overweeg door te verwijzen naar een dermatoloog wanneer een patiënt met een allergie van de bovenste luchtwegen huidverschijnselen heeft zoals eczeem of urticaria, met name wanneer behandeling met allergeen immunotherapie wordt overwogen.

 

Neem contact op met een bedrijfsarts bij verdenking op beroepsgebonden klachten.

 

Organiseer een multidiscipliniar overleg (MDO) waar complexe allergie patiënten besproken worden en waar gezamenlijk besloten wordt welk specialisme de patiënt moeten beoordelen als hoofdbehandelaar voor een goede diagnostiek en behandeling.

>3 jaar

Mogelijke stijging door MDO.

 

Onvoldoende motivatie of kennis bij behandelaar; gebrek aan lokale afspraken tussen verwijzers.

 

Geen MDO georganiseerd.

Voorlichting, educatie, nascholing, samenwerkings-afspraken.

 

Lokale vakgroepen om MDO op te zetten

Wetenschappelijke verenigingen, ziekenhuisbesturen, lokale vakgroepen

Overweeg om bij de evaluatie en het vervolgen van de ingestelde behandeling gebruik te maken van patient reported outcome measure zoals de VAS score.

 

Controleer bij voorkeur 2 weken (eventueel telefonisch) na de start van de behandeling of de klachten van patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen voldoende onder controle zijn. Pas zo nodig de behandeling aan.

>3 jaar

Stijging door frequentere controle.

 

Te weinig tijd voor controle moment.

 

 

Financiële consequenties van frequentere controles in kaart brengen.

Regelen van goede vergoeding voor frequentere controles.

Ziekenhuisbestuurders

 

Zorgverzekeraars

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVKNO, NOG, NVALT, NVvAKI, NVK, NHG)

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met allergie van de bovenste luchtwegen van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn en deze toepassen in de praktijk.

 

De “sterk geformuleerde aanbevelingen” in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Wetenschappers en subsidieverstrekkers

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten