Toelichting en overwegingen bij MCV

Een verhoogd MCV (mean corpuscular volume) in afwezigheid van anemie wordt van oudsher gezien als een aanwijzing voor alcoholmisbruik. De oorzaak wordt enerzijds toegeschreven aan een direct effect van de alcoholmetaboliet acetaldehyde op de erytropoëse, anderzijds kan een frequent voorkomende deficiëntie van vitamine B12 of folaat in deze doelgroep ook leiden tot macrocytose. Gezonde voeding zorgt bij alcoholici voor geen of een minimale MCV-verhoging (Kok, NTKCL 2014), verder was de Pearson correlatie tussen de alcoholinname en CDT, GGT en MCV-uitslagen respectievelijk 0,40, 0,39 en 0,18, dat wil zeggen voor MCV een geringe associatie en voor CDT en GGT een middelmatige associatie met alcohol inname in deze studie. Er bestaat (Koivisto, 2006) een grote mate van overlap tussen het MCV van de normale populatie (89 +/- 3 fl) en van bewezen alcoholici (95 +/- 4 fl).

 

Effecten op het MCV zijn beschreven voor roken of uitgestelde analyse (verhoging), voor koffie (verlaging). Ook reticulocytose, myelodysplasie, hypothyreoïdie, zwangerschap, bepaalde geneesmiddelen en drugs waaronder valproïnezuur, methadon en heroïne verhogen het MCV (Aslinia, 2006). Een belangrijk nadeel verder is het grote tijdsvenster dat hoort bij veranderingen in het MCV, namelijk een periode van twee tot vier maanden.

 

Als grenswaarde voor verhoogd gebruik wordt in medische studies vaak 100 fl aangehouden, dit is ook de bovengrens van normaal. De gebruikten methoden zijn allen gebaseerd op het Coulterprincipe en als zodanig min of meer gestandaardiseerd.

 

Sensitiviteiten < 20 % worden gerapporteerd bij specificiteiten > 80%, afhankelijk van de populatie en van de gebruikte grenswaarden.

 

Onderzoek bij 6244 ongevallen naar het verband tussen hoge/verhoogde MCV (> 95 fl) en alcohol gerelateerde verkeersongelukken toonden een duidelijke associatie alleen bij excessief alcoholgebruik gebruik (BAC bij aanhouding > 1,5 ‰). De conclusie was dat MCV niet geschikt blijkt voor onderzoek naar rijgeschiktheid (Porpiglia, 2019).

 

Overwegingen MCV

Een normaal MCV heeft een beperkte waarde ter uitsluiting van alcoholmisbruik. Een verhoogde MCV-waarde heeft een veel te lage sensitiviteit om bewijzend voor een alcoholmisbruik te kunnen zijn. De AUC-waarden voor de meest relevante studies schommelen tussen circa 0,6 en 0,7. De responsetijd is erg lang en de B12 folaat status lijkt van duidelijk belang bij het ontwikkelen van een verhoogd MCV. Een verhoogd MCV is met name geassocieerd met excessief langdurig gebruik, waarbij de andere biomarkers ook goed scoren. MCV draagt daarom niet verder bij aan het onderzoek indien CDT en GGT gebruikt worden.

 

Concluderend voor MCV

Meten van het MCV, als aanvulling op het gebruik van CDT en GGT, draagt niet bij in het aantonen van alcoholmisbruik. MCV wordt daarom niet meer toegepast voor onderzoek naar alcoholmisbruik in het kader van rijgeschiktheidskeuringen.