Verslag invitational conference

Datum 11 januari 2018

Tijd 16.00-18.00 uur

Locatie Domus Medica, Mercatorlaan 1200, Utrecht

Aanwezig Dasja Pajkrt (NVK, voorzitter richtlijn werkgroep), Fabienne Ropers (NVK), Natasja Kok (V&VN), Tamara Platteel (NHG), Eva Schmidt – Cnossen (Stichting Kind en Ziekenhuis), Vivian Bongers (NVNG), Eric van der Horst (NVU)

 

Genodigd maar niet aanwezig: ZKN, NVvR, NVKC, NVMM, ZonMW, NFU, NVZ, Patiëntenfederatie Nederland, STZ, ZiNL, ZN, JBZ

 

1. Opening en voorstelronde

Dasja Pajkrt, voorzitter van de richtlijnwerkgroep Urineweginfecties bij kinderen, opent de invitational conference en heet iedereen van harte welkom. De aanwezigen stellen zich kort voor. Een aantal personen die zich wel hadden aangemeld voor de invitational, konden vandaag toch niet aanwezig zijn: Liesbeth Bouter (ZKN), Volkher Scharnhorst (NVKC), Sandra Bernards (NVMM, wg-lid) en Anne Brands (NVvR, wg-lid).

 

2. Toelichting doel van de middag en proces richtlijnontwikkeling:

Doel van de middag is het verzamelen van input van verschillende partijen om uiteindelijk een complete richtlijn op te stellen. Hierbij wordt rekening gehouden met wat de stakeholders belangrijk vinden en wat er leeft. Door de werkgroep zal bepaald worden welke punten wel en welke niet worden meegenomen in de richtlijn. Het zal een multidisciplinaire richtlijn worden met een plan de implementatie te verbeteren, welke aansluit op de praktijk en de bestaande zorgprocessen.

 

De doelstelling is het ontwikkelen van een multidisciplinaire, helder afgebakende richtlijn waarin de patiënt centraal staat.

 

Dasja en Janneke geven een korte toelichting bij het richtlijnontwikkelproces.

 

3. Impact probleem urineweginfecties bij kinderen en richtlijn

De richtlijn uit 2010 zal herzien worden, omdat in de afgelopen jaren nieuwe inzichten omtrent vroege diagnostiek en behandeling van urineweginfecties bij kinderen naar voren zijn gekomen. De diagnostiek en behandeling van UWIs bij kinderen is complex en vaak multidisciplinair met betrokkenheid van een groot aantal zorgverleners vanuit verschillende disciplines. Met de huidige begroting kunnen 16 uitgangsvragen worden uitgewerkt, waarbij 14 searches kunnen worden uitgezet.

 

Momenteel zijn er nog vier andere richtlijnen in herziening over urineweginfecties (NHG, NVU SWAB, Verenso). Vooral met de NHG-standaard zal er waarschijnlijk overlap zijn bij bepaalde onderdelen, vooral in de onderdelen over diagnostiek en behandeling. Daarom is het van belang om gedurende het richtlijnproces onderling goed kort te sluiten, zodat er geen discrepanties in de richtlijnen komen of zaken dubbel worden gedaan. Het voorstel is om de definitieve raamwerken van NHG en NVK naast elkaar te leggen en de overlappende searches te verdelen (in ieder geval niet dubbel te doen). De uitwerking van de literatuur kan door één van beide partijen worden gedaan en de overwegingen en aanbevelingen apart worden geschreven.

 

4. Bespreken raamwerk & prioriteiten (afbakening en inhoudelijke hoofdlijnen van de richtlijn)

Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor kinderen met een urineweginfectie. Grofweg komen in de richtlijn de volgende onderdelen aan de orde:

De onderdelen en deelvragen daarbij worden doorgenomen en door de aanwezigen aangevuld/aangescherpt. Hieronder worden de belangrijkste genoemde punten bij de verschillende onderdelen beschreven.

 

Epidemiologie

Vraag 6 (Anatomische afwijkingen bij een UWI): valt eigenlijk onder vraag 5 (Percentage VUR en andere anatomische afwijkingen bij normale prenatale echo).

Vraag 7 (Disfunctioneel plassen bij een UWI): hier is een aparte richtlijn voor, waarnaar verwezen kan worden.

Vraag 8 (Defecten van het nierparenchym bij een UWI): waarschijnlijk wordt het huidig beleid onvoldoende toegepast in de praktijk. Belangrijk om deze vraag uit te zoeken.

Vraag 9 (Langetermijncomplicaties) en vraag 10 (Nierinsufficiëntie bij een UWI) hangen met elkaar samen. Vraag 10 kan worden verwijderd. Vraag 9 moet uitgesplitst worden in type lange termijn complicaties: hypertensie, dalende GFR, zwangerschapshypertensie. Vraag 9 is zowel voor de patiënt als de zorgprofessional heel belangrijk.

 

Diagnostiek

Vraag 1 (Lokalisatie bij diagnose UWI bij kinderen): hierbij moet het onderscheid gemaakt worden tussen cystitis en pyelonefritis. Voor huisartsen is dit onderdeel erg actueel. Bij jonge kinderen is vaak twijfel en wordt een behandeling ingezet, omdat huisartsen bang zijn om onder te behandelen. Het NHG gaat deze vraag waarschijnlijk niet in het raamwerk voor de NHG-standaard opnemen.

Vraag 5 (Verzamelen van urine voor diagnose UWI): Wellicht is hier geen nieuwe literatuur over, maar dat weten we niet zeker.

Vraag 7 (Urinetests voor diagnose UWI bij kinderen): dit is voor zowel NHG als NVKC een hele relevante vraag, omdat er veel verschuivingen zijn.

Vraag 5 en 7 horen eigenlijk samen, dus daar kan 1 vraag van worden gemaakt.

 

Acuut beleid

Vraag 1 (Acuut beleid bij een UWI bij kinderen): dit is voor iedereen een relevante vraag.

 

Langetermijn beleid

Vraag 1 Langetermijneffect bij een UWI bij kinderen): dit omvat eigenlijk alle deelvragen. We weten niet precies wat de langetermijneffecten zijn van een UWI. Mogelijk is hier ook geen onderzoek naar gedaan. Huisartsen zijn ook benieuwd wat de consequenties voor hen zijn. Daarom is het belangrijk om deze vraag af te stemmen met het NHG.

Vraag 5 (Langetermijnbeleid bij kinderen met littekens in de nieren): valt eigenlijk onder nazorg, dus deze vraag kan mogelijk worden verwijderd.

 

Nazorg

Vraag 2 (Informatie en advies voor kinderen met een UWI en hun ouders/verzorgers): V&VN geeft aan dat het interessant is om uit te zoeken of er sinds de oude richtlijn onderzoek is gedaan naar adviezen voor ouders. Informatie moet op een andere manier uitgerold worden (niet alleen in de richtlijn staan), om het bij ouders binnen te laten komen. Er staat al een en ander op thuisarts.nl, dus daar kunnen we mogelijk op aanvullen. V&VN wil wel meedenken over de implementatie van de informatie. Natasja neemt hierover contact op met Janneke.

 

Overige knelpunten/aandachtspunten

Er worden geen overige knelpunten genoemd voor het raamwerk.

V&VN geeft aan dat de methoden die verpleegkundigen gebruiken om urine op te vangen er zo in zijn gesleten, dat het lastig is om andere methoden te implementeren. De richtlijn voor verpleegkundigen moet ook aansluiten op deze richtlijn.

Benadrukt wordt dat ouders goed betrokken moeten worden.

 

Rol van partijen in werkgroep

Stichting Kind en Ziekenhuis (Eva Schmidt – Cnossen) wil graag als meelezer bij de richtlijn betrokken worden. Dit houdt in dat ze aan het eind van de richtlijnontwikkeling zullen meelezen en eventueel tijdens de ontwikkeling geconsulteerd kunnen worden als het gaat om specifieke vragen omtrent patiëntinformatie.

NVNG (Vivian Bongers) willen graag toch als werkgroeplid participeren. Vivian zal met NVNG kortsluiten of zij zelf wordt afgevaardigd, of iemand anders.

 

5. Vervolgprocedure

De notulen van deze avond worden verspreid, en er is gelegenheid tot commentaar of aanvullingen hierop. De werkgroep zal alle besproken knelpunten bespreken, en een prioritering moeten maken (voor de richtlijn is maar beperkt budget en tijd beschikbaar, dus er zal een keuze gemaakt moeten worden). Met deze prioritering wordt het raamwerk voor de richtlijn opgesteld. Alle aanwezigen ontvangen de overwegingen voor prioritering en het raamwerk.

 

Als de conceptrichtlijn gereed is zal deze ter commentaar aan alle genodigden worden verstuurd, er is dan gelegenheid commentaar/suggesties te leveren. Dit commentaar wordt verwerkt in een voor autorisatie geschikte richtlijn. Autorisatie van de wetenschappelijke verenigingen in de kerngroep is nodig. Andere partijen krijgen de richtlijn ook ter informatie of autorisatie vastgesteld (procedures hiervoor verschillen per partij/vereniging).

 

6. Sluiting

Iedereen bedankt voor de komst en actieve participatie.