Letsels van de wervelkolom

Letsels van de subaxiale cervicale wervelkolom, de letsels van de hoogcervicale wervelkolom en de letsels van de thoracale en lumbale wervelkolom.

 

Letsels van de hoogcervicale wervelkolom

De verbinding van het occiput met de cervicale wervelkolom (occiput-C1-C2) is een bijzondere aanpassing van het basismodel van wervels. Voor de traumatische letsels op dat niveau wordt de AOSpine occiputocervicale classificatie toegepast.

 

Een fractuur van de occiputale condylen (C0) en de atlas (C1) ontstaat meestal door een direct trauma van het hoofd, zoals een val met het hoofd pal naar beneden en een gestrekte nek, of door een klap op het hoofd. De occiput condylen onder compressie kunnen de atlas barsten of verbrijzelen. Deze compressiefracturen met intacte ligamenten zijn Type A-letsels en kunnen conservatief behandeld worden. In zeldzame gevallen, vooral bij hoogenergetisch trauma (HET), kan er met of zonder een condylfractuur ook ligamentair letsels ontstaan in de verbinding tussen C0-C1 of C1-C2. De normale relatie tussen de atlas en de dens wordt gehandhaafd door het zich achter de dens bevindende transversale ligament. Een bekend patroon is letsel van dit transversale ligament waarbij instabiliteit kan ontstaan tussen C1 en C2. Het gaat dan om Type B-letsels waarvoor externe fixatie met een halo of een operatieve stabilisatie nodig is. In zeldzame gevallen kan er een dislocatie of translatie ontstaan tussen C0-C1 of C1-C2, met vaak fatale gevolgen. Het gaat dan om Type C-letsels.

 

De meest voorkomende letsels van C2 zijn de dens (odontoïd) fracturen. De symptomen van een densfractuur variëren van kortstondige pijn, al of niet met neurologische symptomen, tot acute dood. Densfracturen zonder dislocatie worden als Type A-letsels beschouwd. Fracturen op de overgang tussen corpus en dens genezen meestal na adequate behandeling. Fracturen hoger in de dens neigen tot pseudoartrosevorming.

 

Type B-letsels van C2-C3 zijn de traumatische lysis van de isthmus van C2 (Hangman fractuur) met kyfose. Type C-letsels zijn de densfracturen met dislocatie of de zeldzame Hangman fractuur met dislocatie.

 

Letsels van de subaxiale cervicale wervelkolom

Letsels van de subaxiale (onder de axis – C2) cervicale wervelkolom ontstaan als gevolg van direct of indirect geweld. Bij het directe geweld grijpt de kracht rechtstreeks op een wervel aan (bijvoorbeeld een vallend voorwerp dat de nek treft). Daardoor ontstaat een fractuur van een processus spinosus of van een wervelboog.

 

Bij het indirecte geweld grijpt de kracht aan op het hoofd of op het lichaam en veroorzaakt secundair letsels van de cervicale wervelkolom. Van alle traumatische dwarslaesies is 60% een gevolg van subaxiale cervicale letsels. Aangezien de subaxiale cervicale wervelkolom het meest beweeglijke gedeelte van de gehele wervelkolom is, kan bij een traumatisch letsel makkelijk een (sub)luxatie van de facetgewrichten optreden bij combinatie van compressie, flexie/extensie en rotatiekrachten. Bij ouderen ontstaat een spontane verstijving, zodat makkelijk een ernstige breuk kan optreden bij hyperextensie (B3). Naast de basisclassificatie is er ook voor subaxiaal een aparte classificatie van facetgewricht letsels. In tegenstelling tot de thoracale en lumbale wervelkolom zijn de meeste subaxiale letsels van type B of C. Voor de volledige classificatie zie Surgery Reference van AO.

 

Letsels van de thoracale en lumbale wervelkolom

Letsels ter hoogte van de thoracolumbale overgang (T10-L2) maken een groot deel uit van het totale aantal wervelletsels. Dit is het overgangsgebied van de relatief stijve thoracale kyfose naar de beweeglijke lumbale lordose. Meeste letsels zijn van type A waarbij alleen het corpus is gebroken met intacte ligamenten en facetgewrichten. In sommige gevallen, vooral bij de thoracolumbale overgang, kan een type B-letsel gemist worden vanwege puur ligamentair posterior letsel dat niet zichtbaar is op röntgenfoto’s of CT. Voor volledige classificatie zie de Surgery Reference van AO.