Algemene inleiding

Achtergrond

Colorectaal carcinoom is een belangrijk gezondheidsprobleem in Nederland. In 2017 werden ongeveer 13.700 nieuwe patiënten met colorectaal carcinoom gediagnostiseerd, waarvan ongeveer 3700 gelokaliseerd in de endeldarm. Tot 2015 werd een stijging in de incidentie gezien, maar sindsdien neemt de incidentie gering af (https://www.cijfersoverkanker.nl/). Dit ondanks het bevolkingsonderzoek darmkanker wat in 2014 van start is gegaan. Colorectaal carcinoom komt iets meer bij mannen voor en wordt veelal boven de leeftijd van 55 jaar vastgesteld. Er komen steeds meer behandelingsmogelijkheden, en bestaande behandelingen worden steeds verder verfijnd. Ook wordt steeds duidelijker dat colorectaal carcinoom eigenlijk uit verschillende vormen bestaat. Samen met de verschillen die er tussen patiënten zijn is de zorg voor darmkanker daarom steeds complexer geworden. Deze herziene richtlijn darmkanker speelt in op de trend naar geindividualiseerde zorg, waarbij zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de huidige stand van de wetenschap en praktijk.

 

Waar gaat deze richtlijn over?

De richtlijn colorectaal carcinoom richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met darmkanker. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:

 

Knelpunten richtlijn colorectaal carcinoom (2014)

De werkgroep identificeerde de volgende knelpunten ten aanzien van de richtlijn colorectaal carcinoom uit 2014:

Het erkennen van deze problematiek binnen de commissie viel samen met de meer breed geuite wens tot optimaliseren van het proces van maken en onderhouden van richtlijnen die beter aansluit bij de dagelijkse praktijk. Omdat er nog geen duidelijk format was voor dynamisch modulair richtlijnonderhoud, is er in de eerste helft van 2018 door de richtlijncommissie gewerkt aan een werkwijze om een grote oncologische richtlijn zoals die van het colorectaal carcinoom modulair te onderhouden. In de Verantwoording wordt deze werkwijze toegelicht.

 

Doel van de richtlijn

Het beschrijven van het beleid bij patiënten met een colorectaal carcinoom: gestandaardiseerd en op hun wensen afgestemd in alle fasen van de ziekte.

 

Afbakening van de richtlijn

Om welke patiëntengroep gaat het?

Patiënten met een colorectaal carcinoom in de tweede en derde lijn. Omdat het coloncarcinoom en rectumcarcinoom eigenlijk beschouwd moeten worden als twee aparte entiteiten, is in de richtlijn zoveel mogelijk onderscheid gemaakt tussen deze hoofdgroepen op basis van lokatie van de tumor. Verder onderscheid in type colorectaal carcinoom en stadium wordt per module gemaakt op basis van relevantie voor het te bespreken onderwerp. Onderscheid op basis van patiëntkenmerken wordt voor zover dit beleids- of organisatorische consequenties heeft gemaakt per module. Door de richtlijn heen wordt specifiek de oudere fragiele patiëntgroep beschreven, met aandacht voor begeleiding en behandeling van deze patiënten die een colorectaal carcinoom hebben naast comorbiditeiten en bij verminderde fysieke conditie.

 

Wat zijn de belangrijkste en voor de patiënt relevante uitkomstmaten?

Omdat het om een oncologische aandoening gaat, zijn belangrijke uitkomstmaten voor de behandeling van het colorectaal carcinoom het locoregionale recidief, de ziektevrije overleving, de ziekte-specifieke overleving en de totale overleving. Niet voor elke uitgangsvraag zijn deze uitkomstmaten echter relevant, en ook de mate waarin specifieke oncologische uitkomstmaten belangrijk zijn verschilt afhankelijk van de vraagstelling.

 

Overleving is lange tijd vrijwel de enige belangrijke uitkomstmaat geweest binnen de oncologie, maar omdat overleving voor veel tumorsoorten sterk is verbeterd, zijn steeds meer de gevolgen van kankerbehandeling en kwaliteit van leven belangrijk geworden in het evalueren van zorg voor kankerpatiënten. Daarbij spelen ook de concurrerende doodsoorzaken een belangrijke rol in de relatief oudere populatie met colorectaal carcinoom.

Verbetering van overleving van colorectaal carcinoom is nog steeds een belangrijke doelstelling, ook vanuit het patiëntenperspectief. Maar zeker voor de vroegere stadia waar deze overleving niet veel meer verbeterd kan worden, is het accent verschoven naar morbiditeit en toxiciteit, zowel op de korte als de lange termijn. In toenemende mate is er aandacht voor specifieke functionele uitkomst na behandeling van colorectaal carcinoom, in het bijzonder rectumcarcinoom. Het gaat daarbij om darmfunctiestoornissen, blaasdysfunctie, en sexuele dysfunctie. Ook het hebben van een stoma is in het bijzonder bij rectumcarcinoom een belangrijk onderdeel in de evaluatie van de consequenties van behandeling, zowel voor wat betreft een tijdelijk stoma als een permanent stoma. In dit kader is orgaansparende behandeling van het rectumcarcinoom een belangrijke ontwikkeling, die ook in deze richtlijn ruime aandacht krijgt.

Complicaties van behandeling en functionele beperkingen kunnen een belangrijke impact hebben op kwaliteit van leven in algemenere zin of binnen specifieke domeinen. Ook na ongecompliceerde behandeling zonder aantoonbare functionele beperkingen kan de kwaliteit van leven veranderd zijn.

Tot slot zijn kosten ook tot op zekere hoogte belangrijk bij sommige uitgangsvragen, met name indien er sprake is van vergelijkbare effectiviteit en morbiditeit van bepaalde behandelingsopties. Maar ook voor nieuwe behandelingen met hoge kosten moet soms op een afgewogen manier de meerwaarde van deze zorg worden geevalueerd.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met colorectaal carcinoom in de tweede en derde lijn.

 

Definities en begrippen

Wat zijn de belangrijkste definities die in deze richtlijn gebruikt worden?

Begrip

Verklaring

5-FU

Fluorouracil (5-fluorouracil, 5-FU) is een medicijn dat gebruikt wordt als chemotherapie bij darmkanker.

Abdomino Perineale Resectie

Zie APR.

Adjuvante systemische therapie

Chemotherapie die na een in opzet genezende operatie gegeven wordt.

Angio-invasie

Ingroei (invasie) van de tumor in een bloedvat of lymfevat.

APR

Abdomino Perineale Resectie, een chirurgische techniek waarbij de anus, het rectum en het S-vormige gedeelte van de dikke darm worden verwijderd.

ASA klasse

Een classificatiesysteem van de American Society of Anesthesiologists om de fysieke fitheid van patiënten vóór de operatie in te schatten.

ASCRS

American Society of Colon and Rectal Surgeons

BRCA kiembaan mutatie

Een mutatie van de BRCA (BReast CAncer) genen die kan worden doorgegeven aan het nageslacht. De BCRA genen zijn betrokken bij de reparatie van DNA.

CAPOX

Een chemotherapeutische behandeling die bestaat uit de middelen capecitabine en oxaliplatin.

Casemanager

Een zorgverlener die als vast aanspreekpunt fungeert voor de patiënt en het gehele multidisciplinaire zorgtraject overziet.

cCR

Klinisch Complete Respons (Clinical Complete Response) is de afwezigheid van klinisch detecteerbare tumorresten na een neoadjuvante behandeling.

CEA

Het Carcinoembrionaal Antigeen (CEA) is een ‘tumor marker’. Een verhoogd niveau van CEA in het bloed kan mogelijk duiden op de aanwezigheid van een tumor.

CME

Complete Mesocolische Excisie is een chirurgische techniek waarbij het desbetreffende darmdeel inclusief het bijbehorende vetweefsel (mesocolon) met daarin de lymfklieren in zijn geheel wordt verwijderd.

Conversie

Omzetten. In de context van laparoscopische chirurgie: het omzetten van een laparoscopische ingreep naar een open ingreep (laparotomie).

CR

CytoReductieve chirurgie is een ingreep waarbij alle zichtbare tumoren chirurgisch worden verwijderd. Hierbij kunnen microscopische tumorresten achterblijven die daarna met HIPEC kunnen worden behandeld (zie HIPEC).

CRC

Colorectaal carcinoom

CRM

Circumferentiële Resectie Marge, de afstand van de tumor tot het dichtsbijzijnde zijdelingse snijvlak.

CT

 

Computertomografie is een beeldvormende techniek op basis van röntgenstraling.

CTV

Clinical Target Volume: de macroscopische tumor plus potentiële microscopische uitbreiding in de onmiddellijke omgeving

D2 lymfeklier dissectie

Een Japans classificatiesysteem van een aantal niveaus waarin specifieke lymfeklieren worden aangemerkt voor chirurgische verwijdering. Een D2 lymfeklier dissectie verwijdert minder lymfeklieren dan een D3 lymfeklier dissectie.

D3 lymfeklier dissectie

Een Japans classificatiesysteem van een aantal niveaus waarin specifieke lymfeklieren worden aangemerkt voor chirurgische verwijdering. Een D3 lymfeklier dissectie verwijdert meer lymfeklieren dan een D2 lymfeklier dissectie.

Delphi consensus

 

Een gestructureerde methode om overeenstemming te bereiken in een groep die is samengesteld uit experts.

DPD deficiëntie

Een verminderde of geen aanmaak van het dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD) enzym waardoor er (ernstige) bijwerkingen kunnen ontstaan bij het gebruik van bepaalde middelen tijdens chemotherapie.

DPYD genotypering

Het vaststellen van mutaties in de dihydropyrimidine dehydrogenase (DPYD) genen voor de personalisering van de chemotherapie.

DWI

Diffusion Weighted Imaging is een methode om met behulp van een MRI (zie MRI) beelden te vormen op basis van de diffusie van watermoleculen.

ECCO

European Chrohn’s an Colitis Organization

EGF-R gerichte antilichamen

Een moleculaire behandeling die zich met antilichamen op de Epidermale Groeifactor Receptor richt.

EMR

Endoscopische Mucosale Resectie, een techniek voor het lokaal verwijderen van een afwijking in het maagdarmstelsel met een endoscoop.

EORTC QLQ-29

De Quality of life Questionnaire-29 van de European Organisation for Research and Treatment of Cancer is een vragenlijst de specifiek de kwaliteit van leven bij mensen met een colorectaal carcinoom meet (EORTC QLQ-CR29).

ERAS

Het leveren van zorg vóór, tijdens, en (direct) na de operatie die een versneld herstel van de operatie bevorderen. In het Engels wordt een dergelijk programma Enhanced Recovery After Surgery (ERAS) genoemd.

ERUS

Endoscopic Rectal Ultrasound is een beeldvormende endoscopische techniek op basis van ultrageluid.

ESCP

European Society of Colo-Proctology

ESD

Endoscopische Submucosaal Dissectie is een techniek voor het lokaal verwijderen van een afwijking in het maagdarmstelsel met een endoscoop.

ESGAR

The European Society of Gastrointestinal and Abdominal Radiology

ESMO

European Society for Medical Oncology

Extralevatoire techniek

Het verwijderen van de levator ani spier tijdens een abdomino perineale resectie (zie APR).

Extramurale invasie

De diepte van de tumor invasie buiten de spierwand (muscularis propria).

FOLFOX

Een chemotherapeutische behandeling die bestaat uit de middelen leucovorin calcium, fluorouracil en oxaliplatin.

Gy

Gray (Gy) is een eenheid om de dosering van radiotherapie mee weer te geven.

Haggitt

Een systeem om de invasiediepte van gesteelde poliepen mee te classificeren (level 1 tot en met 4).

HIPEC

 

Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie wordt ingezet na cytoreductieve chirurgie (zie CR) om microscopische tumorresten te verwijderen met een verhitte chemotherapeutische oplossing.

IBD

 

Zie inflammatoire darmziekten.

Inflammatoire darmziekten (IBD)

 

Een containerbegrip waarin chronische ontstekingen aan het spijsverteringskanaal beschreven worden. Dit wordt in het Engels ook wel Inflammatory Bowel Disease (IBD) genoemd.

Inductie therapie

Inductie therapie verwijst naar de eerste van een reeks behandelingen. De behandeling die volgt op een inductiebehandeling kan een meer intense versie zijn van het eerste type van behandeling of kan een ander type van behandeling zijn.

Informed consent

 

De toestemming van een patiënt voor het uitvoeren van een medische (be)handeling. Deze toestemming is gebaseerd op informatie en voorlichting verstrekt door de arts, zodat de patiënt een geïnformeerde en afgewogen keuze tot toestemming kan maken.

Intersfincterische resectie

Een chirurgische techniek waarbij het rectum laag bij de kringspier in het vlak tussen de interne en externe sfincters wordt verwijderd.

IPN

Intrapulmonaire Longnoduli (IPN) zijn relatief kleine abnormaliteiten in de longen die met beeldvormende technieken ontdekt worden.

Kikuchi

Een systeem om de invasiediepte van sessiele poliepen mee te classificeren (level sm1 tot en met sm3).

Laag Anterieure Resectie

Zie LAR.

LAR

Laag Anterieure Resectie, een chirurgische techniek waarbij het deel van het rectum met de tumor wordt verwijderd.

LARS

Laag Anterieur Resectie Syndroom (Low Anterior Resection Syndrome) is een verzamelnaam voor verschillende klachten na een laag anterieure resectie (zie LAR).

Locoregionaal

In hetzelfde lichaamsdeel.

Lymfangio-invasie

Invasie van de tumor in het lymfevatenstelsel

MDO

 

In een Multidisciplinair Overleg (MDO) worden multidisciplinaire afspraken over het medische beleid en samenwerking tussen disciplines gewaarborgd. Betrokken disciplines in het zorgtraject van de patiënt zijn aanwezig in een MDO.

MMR

 

Mismatch Repair (MMR) is een lichaamseigen systeem om mutaties bij het delen van DNA op te sporen en te repareren.

MMR-IHC

Mismatch Repair Immunohistochemie is een diagnostische test om om eiwitten van de Lynch genen aan te tonen.

MRF

De Mesorectale Fascia (MRF) is een bindweefselplaat die het rectum omvat binnen in het bekken.

MRI

Magnetic resonance Imaging is een beeldvormende techniek op basis van magnetische velden.

MSH2 kiembaan mutatie

Een mutatie van het MSH2 gen die kan worden doorgegeven aan het nageslacht. Het MSH2 gen is betrokken bij de reparatie van DNA.

MSI

Microsatelliet Instabiel, een tumor type waarbij er een defect is in het herstel van schade aan het DNA, al dan niet in het kader van een Lynch syndroom.

MSS

Microsatelliet Stabiel, een tumor type met normale Lynch genen.

Multiviscerale resectie

Het chirurgisch samen verwijderen van meerdere organen in één preparaat.

MW ablatie

 

Met Microgolf ablatie (Microwave ablation) worden microgolven gebruikt om weefsels te verhitten en zodoende te vernietigen.

NCCN

National Comprehensive Cancer Network (Verenigde Staten)

NICE richtlijn

Een richtlijn van het National Institute for Health Care Excellence (Verenigd Koninkrijk).

OR

De Odds Ratio is een associatiemaat die in de statistiek wordt gebruikt waarin twee ‘odds’ tegenover elkaar worden afgezet in een breuk.

Partiële Mesorectale Excisie

Zie PME.

pCR

 

Een Pathologisch Complete Respons (Pathological Complete Response) is de afwezigheid van tumorcellen bij microscopisch onderzoek van het verwijderde orgaan waarin de tumor zich bevond na een neoadjuvante behandeling.

PET

Positronemissetomografie is een beeldvormende techniek met een radioactief middel.

Pfannenstiel extractie

Een dwarse snede in de buikwand juist boven het schaambeen, die kan worden gebruikt door de chirurg voor verwijdering van een stuk weefsel of orgaan bij minimaal invasieve chirurgie.

PICO

 

De elementen om een zoekvraag te kunnen formuleren en om wetenschappenlijke literatuur te kunnen zoeken: Patient, Intervention, Comparison, and Outcome.

Piecemeal resectie

 

Een chirurgische techniek waarbij de poliep in delen wordt verwijderd.

PME

 

Partiële Mesorectale Excisie, een chirurgische techniek waarbij de endeldarm met het omgevende vetweefsel (mesorectum) gedeeltelijk wordt verwijderd.

PROM’s

Patiënt Gerapporteerde Uitkomstmaten (Patient Reported Outcome Measures) zijn uitkomstmaten die door de patiënt zelf worden aangegeven. Bijvoorbeeld, wanneer een patiënt zelf een vragenlijst over zijn/haar kwaliteit van leven invult is dit een Patiënt Gerapporteerde Uitkomstmaat.

PTV

Planning Target Volume. Dit is de CTV + een marge die rekening houdt met patiëntbeweging, orgaanbewegingen, vorm- en omtrekveranderingen van de tumor en/of organen en set-up afwijkingen.

R0 resectie

Een verwijdering van de tumor waarbij er op het oog van de chirurg en microscopisch geen restmateriaal van de tumor is achtergebleven.

RAS mutatie

Een mutatie van de RAS genen welke betrokken zijn bij (ontremde) celdelingen.

RCT

Een Randomized Controlled Trial (soms Randomized Clinical Trial) is een onderzoeksopzet waarin over het algemeen wordt aangenomen dat de resultaten het minst vertekend zijn voor interventieonderzoek.

RFA

Met Radiogolf ablatie (Radiofrequency Ablation) worden radiogolven gebruikt om weefsels te verhitten en zodoende te vernietigen.

Serum CEA

Zie CEA.

SIGN richtlijn

Een richtlijn van het Scottisch Intercollegiate Guidelines Network (Schotland).

SNS

Sacrale Zenuwstimulatie (Sacral Nerve Stimulation) is een behandeling waarbij de sacrale zenuwen electrisch worden gestimuleerd met als doel om stoornissen van onder andere de blaas en darmen te behandelen.

SONCOS

De Stichting Oncologische Samenwerking is een multidisciplinair platform voor samenwerking in de oncologische zorg.

Systemische therapie/behandeling

Systemische therapie verwijst naar de behandeling die erin bestaat een stof toe te dienen die in de bloedvaten circuleert om alle cellen van het lichaam te bereiken. Systemische therapie kan toegediend worden via orale weg of via intraveneuze of intramusculaire injectie.

TAMIS

Transanale Minimaal Invasieve Chirurgie is een chirurgische laparoscopische techniek waarbij kijkoperaties via de anus kunnen worden uitgevoerd.

TEM

Transanale Endoscopische Microchirurgie is een chirurgische techniek voor het lokaal verwijderen van een afwijking in de endeldarm.

TME

Totale Mesorectale Excisie is een chirurgische techniek waarbij de endeldarm en het omgevende vetweefsel (mesorectum) in zijn geheel wordt verwijderd.

TNM stadiëring

Een systeem om het ziektestadium te classificeren door een uitspraak te doen over de primaire tumor (T), regionale lymfeklieren (N) en metastasen op afstand (M)

Transanale Minimaal Invasieve Chirurgie

Zie TAMIS.

Watch & Wait

 

Een afwachtend beleid na een klinisch complete respons (zie cCR) op neoadjuvante therapie waarin periodieke controles plaats vinden om eventuele teruggroei van de tumor zo vroeg mogelijk te ontdekken.

 

Inhoud richtlijn colorectaal carcinoom en gepland modulair onderhoud

Module

Titel / uitgangsvraag

Ontwikkeld in:

Uiterlijke herziening of beoordeling voor herziening in:

Regie-houder

1

ALGEMEEN

 

 

NVvH

1.1

Algemene inleiding

2019

2024

 

1.2

Verantwoording

2019

2024

 

2

DIAGNOSTIEK

 

 

NVvR

2.1

Coloscopie / biopsie / tatoeage

2014 (actueel bevonden in 2019)

2024

 

2.2

CT-colografie

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

2.3

Locoregionale stadiëring coloncarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

2.4

Locoregionale stadiëring rectumcarcinoom

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

2.5

Detectie synchrone metastasen

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

2.6

-UPDATE- Aanvullende beeldvorming bij aangetoonde metastasen op afstand

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

3

COMMUNICATIE EN BESLUITVORMING

 

2020

NVvH

3.1

Informatieverstrekking en besluitvorming

2019

2024

 

3.2

Besluitvorming bij ouderen en andere kwetsbare patiëntengroepen

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

4

PATHOLOGIE

 

 

NVvP (Pathologie)

4.1

Vereiste klinische gegevens voor pathologie-aanvragen

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

4.2

Minimale rapportage in standaard pathologieverslag voor colorectale preparaten met primaire tumor

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

4.3

TNM

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

4.4

Definities en bepalingen van histologische parameters

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

 

 

4.5

Lymfeklieren

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

2021

 

4.6

Resectiemarges en kwaliteit van het specimen

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

4.7

Beoordeling metastasen

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

4.8

-UPDATE- MMR / MSI-onderzoek

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

4.9

Moleculaire analyses

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

2021

 

5

PRIMAIRE BEHANDELING COLONCARCINOOM

 

 

NVvH

5.1

Endoscopische excisie vroegcarcinoom colon

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

5.2

Uitgebreidheid van de chirurgie

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

5.3

Laparoscopische chirurgie

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

5.4

Acute presentatie coloncarcinoom

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

5.5

Neoadjuvante therapie T4 coloncarcinoom

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

5.6

Adjuvante systemische therapie coloncarcinoom

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

6

PRIMAIRE BEHANDELING RECTUMCARCINOOM

 

 

NVvH

6.1

Endoscopische excisie vroegcarcinoom rectum

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

2021

 

6.2

-UPDATE- Neoadjuvante /inductie radio- en/of chemotherapie vroegcarcinoom cT1-3 (MRF-)N0

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

6.3

Neoadjuvante radio- en/of chemotherapie intermediair stadium carcinoom cT1-3 (MRF-)N1

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

6.4

-UPDATE- Neoadjuvante radio- en/of chemotherapie lokaal gevorderd carcinoom cT3 (MRF+), cT4 en/of N2

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

6.5

Re-stadiëring na (chemo)radiotherapie voor rectumcarcinoom

2014, actueel bevonden in 2019

2021

 

6.6

Uitgebreidheid van de resectie rectumcarcinoom

2014, actueel bevonden in 2019

2021

 

6.7

Reconstructieve procedures na resecties voor rectumcarcinoom

2014, actueel bevonden in 2019

2021

 

6.8

Laparoscopische chirurgie rectum

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

2021

 

6.9

Continuiteitsherstel, deviërend stoma

2014 (actueel bevonden in 2019)

2021

 

6.10

Intraoperatieve radiotherapie primair rectumcarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

6.11

Adjuvante systemische therapie rectumcarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

6.12

Primaire locale excisie

2014 (gedeeltelijk actueel bevonden in 2019)

2021

 

6.13

Locale behandeling na kleine tumorrest na (chemo)radiotherapie

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

6.14

-UPDATE- Watchful waiting na neoadjuvante therapie met resectie als aanvankelijke intentie.

Geautoriseerd in december 2020

2020

 

6.15

Locoregionaal recidief rectumcarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

7

GEMETASTASEERD COLORECTAAL CARCINOOM

 

 

NIV

7.1

Levermetastasen

2014, gedeeltelijk actueel bevonden in 2019

2021

 

7.2

Longmetastasen

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

7.3

Peritoneaal metastasen

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

7.4

Overige metastasen

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

7.5

Locale behandeling bij recidief metastase na locale behandeling

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

7.6

Inductiebehandeling bij potentieel resectabele metastasen

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

7.7

Systemische behandeling bij permanent irresectabele metastasen

Geen actuele aanbevelingen, verwijzing naar NVMO richtlijn

2021

 

7.8

Symptomatische behandeling bij permanent irresectabele metastasen

Geen actuele aanbevelingen, verwijzing naar NVMO leidraad

2021

 

8

PERIOPERATIEVE ZORG

 

 

NVvH

8.1

Preoperatieve screening

Geen actuele aanbeveling

2021

 

8.2

Prehabilitatie

Geen actuele aanbeveling

2021

 

8.3

-UPDATE- IJzer suppletie

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

8.4

Preoperatieve interventies ter preventie LARS bij rectumcarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

8.5

-UPDATE- Versneld postoperatief herstel programma (ERAS)

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

8.6

Preventie postoperatieve wondinfecties

Geen actuele aanbeveling

2021

 

8.7

-UPDATE- Tromboseprofylaxe

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

8.8

Geriatrische medebehandeling

Geen actuele aanbeveling

2021

 

9

FOLLOW-UP

 

 

NVvH

9.1

Follow-up na lokale behandeling T1 colon- en rectumcarcinoom

Geen actuele aanbeveling

2021

 

9.2

-UPDATE- Follow-up na oncologische resectie stadium I-III colon- en rectumcarcinoom

Geautoriseerd in december 2020

2020

 

9.3

Follow-up na klinisch complete respons op neoadjuvante / inductie behandeling of alleen lokale behandeling T2 rectumcarcinoom

2020

2025

 

9.4

Follow-up na lokale behandeling metastasen

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

10

NAZORG EN NACONTROLE

 

 

NVvH

10.1

-UPDATE- Signalering en behandeling van de gevolgen colorectaal carcinoom

Geautoriseerd in december 2020

2020

 

10.2

-UPDATE- Ondersteunende zorg

Geautoriseerd in december 2020

 

 

10.3

Darmfunctiestoornissen

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

10.4

-UPDATE- Blaasfunctiestoornissen

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

10.5

-UPDATE- Seksuele functiestoornissen

Geautoriseerd in december 2020

2025

 

10.6

Stomazorg

Geen actuele aanbevelingen

2021

 

 

11

ORGANISATIE VAN ZORG

 

 

NVvH

11.1

De diagnostische fase

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

11.2

De behandelfase

Geautoriseerd in november 2019

2024

 

11.3

-UPDATE- Ondersteunende zorg

Geautoriseerd in december 2020

2020

 

11.4

Delen van data voor kwaliteitsregistraties en wetenschappelijk onderzoek

Geen actuele aanbevelingen

2021