Indicatoren

Beschikbaarheid schriftelijke informatie ouders

Relatie tot kwaliteit

In deze richtlijn wordt geadviseerd om ouders schriftelijk en mondeling te informeren als een kind met risicofactoren op een early-onset infectie uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Als het kind in de thuissituatie symptomen van een early-onset infectie ontwikkelt kan dat tijdig worden gesignaleerd.

Definitie

Percentage van de afdelingen Obstetrie en Kindergeneeskunde die schriftelijke informatie voor ouders beschikbaar hebben.

 Teller

Aantal afdelingen Obstetrie en Kindergeneeskunde die een informatiebrochure beschikbaar hebben.

 Noemer

Alle afdelingen Obstetrie in ziekenhuizen.

In/ exclusiecriteria

 

Type indicator

Structuurindicator

Kwaliteitsdomein

Effectiviteit, tijdigheid, doelmatigheid, patiëntgerichtheid.

 

Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg: Het aantal pasgeborenen dat een risicofactor op een early-onset infectie heeft is aanzienlijk. Het risico op een daadwerkelijke infectie bij deze pasgeborenen is hiermee duidelijk verhoogd maar niet zodanig dat een onmiddellijke behandeling is geïndiceerd.

Mogelijkheden tot verbetering: Het tijdig herkennen van de symptomen van een early-onset infectie kan door een informatiebrochure worden bevorderd. De kans op mortaliteit en/of morbiditeit wordt verondersteld hierdoor geringer te zijn.

Validiteit: Deze indicator kan bijdragen aan een goed beeld omtrent de informatievoorziening aan ouders van deze groep kinderen.

Betrouwbaarheid: De betrouwbaarheid van deze indicator is hoog omdat deze via een surveillance van de ziekenhuizen kan worden verkregen.

Discriminerend vermogen: Aangezien er variatie in de dagelijkse praktijk bestaat, verwacht de werkgroep dat de indicator voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert.

Minimale bias / beschrijving relevante case-mix: Problemen ten gevolge van variatie in case-mix zullen zich niet voordoen.

Registreerbaarheid / haalbaarheid registratie / tijdsinvestering: De gegevens voor deze indicator kunnen door middel van een surveillance (telefonische of schriftelijke enquête) op ziekenhuisniveau worden verkregen.

 

Voorschrijven antibiotica op basis van risicofactoren en symptomen

Relatie tot kwaliteit

In deze richtlijn wordt beschreven welke maternale risicofactoren en klinische symptomen aanleiding geven tot het voorschrijven van antibiotica (zie aanbevelingen bij tabel 1 en 2). Bij het aanhouden van die criteria kan onnodige behandeling met antibiotica worden voorkomen. Dit kan leiden tot betere kwaliteit van zorg, kostenbesparing en afname van het resistentieprobleem.

Definitie

Percentage pasgeborenen dat antibiotica krijgt conform de aanbevelingen bij tabel 1 en 2 in deze richtlijn.

 Teller

Aantal pasgeborenen dat antibiotica krijgt vanwege een verdenking op een early-onset infectie, conform de aanbevelingen bij tabel 1 en 2.

 Noemer

Totaal aantal pasgeborenen met verdenking op een early-onset infectie dat antibiotica krijgt.

In/ exclusiecriteria

 

Type indicator

Procesindicator

Kwaliteitsdomein

Effectiviteit, tijdigheid, doelmatigheid, patiëntgerichtheid.

 

Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg: Het aantal pasgeborenen dat gedurende de eerste levensdagen wordt opgenomen vanwege risicofactoren op een infectie dan wel de verdenking op een infectie is vele malen groter dan het aantal bewezen infecties. Dit is een keuze omdat wij gezien de aanzienlijke kans op mortaliteit en morbiditeit geen infecties willen missen. Anderzijds willen wij geen pasgeborenen onnodig met antibiotica behandelen.

Mogelijkheden tot verbetering: De maternale risicofactoren en klinische symptomen kunnen direct (tijdens de beoordeling) een bijdrage leveren aan de inschatting van het risico op een ernstige bacteriële infecties. Hierdoor ontstaat tijdig inzicht in het risico op een early-onset infectie, waardoor onnodig antibioticagebruik kan worden voorkomen.

Validiteit: De richtlijn geeft een instructie t.a.v. maternale risicofactoren en klinische symptomen die een indicatie voor antibiotische behandeling vormen. Deze indicator kan bijdragen aan een goed beeld van de kwaliteit van zorg voor deze groep kinderen.

Betrouwbaarheid: De betrouwbaarheid van deze indicator is afhankelijk van adequate registratie. Het aantal kinderen dat gedurende eerste 28 dagen wordt opgenomen wordt landelijke via de Perinatale Registratie Nederland vastgelegd. De werkgroep verwacht dat deze indicator op betrouwbare wijze is te meten.

Discriminerend vermogen: Aangezien er variatie in de dagelijkse praktijk bestaat, verwacht de werkgroep dat de indicator voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert.

Minimale bias / beschrijving relevante case-mix

Problemen ten gevolge van variatie in case-mix zullen zich niet voordoen.

Registreerbaarheid / haalbaarheid registratie / tijdsinvestering

De gegevens die verzameld worden voor deze indicator worden op ziekenhuisniveau verzamelend. De gegevens van de Perinatale Registratie Nederland en het Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteriële Meningitis kunnen ook worden geraadpleegd.

 

Empirische therapie bij een (verdenking) early-onset infectie

Relatie tot kwaliteit

Als empirische therapie bij een (verdenking) early-onset infectie wordt penicilline en een aminoglycoside aanbevolen. Alleen wanneer een meningitis is vastgesteld (verhoogd celgetal) of waarschijnlijk wordt gevonden is amoxicilline en cefotaxim de eerste keuze. In deze richtlijn wordt geadviseerd om ouders schriftelijk en mondeling te informeren als een kind met risicofactoren op een early-onset infectie uit het ziekenhuis wordt ontslagen. Als het kind in de thuissituatie symptomen van een early-onset infectie ontwikkelt kan dat tijdig worden gesignaleerd.

Definitie

Percentage van de afdelingen Kindergeneeskunde die penicilline en een aminoglycoside bij een (verdenking) early-onset infectie voorschrijven.

 Teller

Aantal afdelingen Kindergeneeskunde / post IC/HC / Neonatologie die penicilline en een aminoglycoside als empirische behandeling bij een (verdenking) early-onset infectie voorschrijven.

 Noemer

Alle afdelingen Kindergeneeskunde in ziekenhuizen.

In/ exclusiecriteria

 

Type indicator

Structuurindicator

Kwaliteitsdomein

Doelmatigheid, patiëntgerichtheid.

 

Achtergrond en variatie in kwaliteit van zorg: Het aantal pasgeborenen dat van een early-onset infectie wordt verdacht is aanzienlijk. Het risico op een daadwerkelijke infectie is duidelijk verhoogd maar niet zodanig dat een onmiddellijke behandeling is geïndiceerd. Het tijdig herkennen van de symptomen van een early-onset infectie kan door een informatiebrochure worden bevorderd. De kans op mortaliteit en/of morbiditeit wordt verondersteld hierdoor geringer te zijn.

Mogelijkheden tot verbetering: De maternale risicofactoren en klinische symptomen kunnen direct (tijdens de beoordeling) een bijdrage leveren aan de inschatting van het risico op een ernstige bacteriële infecties. Hierdoor ontstaat tijdig inzicht in het risico op een early-onset infectie, waardoor onnodig antibioticagebruik kan worden voorkomen.

Validiteit: De richtlijn geeft een instructie t.a.v. maternale risicofactoren en klinische symptomen die een indicatie voor antibiotische behandeling vormen. Deze indicator kan bijdragen aan een goed beeld van de kwaliteit van zorg voor deze groep kinderen.

Betrouwbaarheid: De betrouwbaarheid van deze indicator is hoog omdat deze kan worden verkregen via een surveillance van de ziekenhuizen met een afdeling

Discriminerend vermogen: Aangezien er variatie in de dagelijkse praktijk bestaat, verwacht de werkgroep dat de indicator voldoende tussen ziekenhuizen discrimineert.

 

Minimale bias / beschrijving relevante case-mix: Problemen ten gevolge van variatie in case-mix zullen zich niet voordoen.

Registreerbaarheid / haalbaarheid registratie / tijdsinvestering: De gegevens voor deze indicator kunnen door middel van een surveillance (telefonische of schriftelijke enquête) op ziekenhuisniveau worden verkregen.