Overzicht van de aanbevelingen

Onderstaande is een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen uit de multidisciplinaire evidence-based richtlijn Pijn bij patienten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen. In dit overzicht ontbreken het wetenschappelijk bewijs en de overwegingen die tot de aanbevelingen geleid hebben. Lezers van deze samenvatting worden voor deze informatie verwezen naar de volledige richtlijn. Deze samenvatting van aanbevelingen staat niet op zichzelf. Bij medische besluitvorming dient rekening te worden gehouden met de omstandigheden en voorkeuren van de patiënt. Behandeling en procedures met betrekking tot de individuele patiënt berusten op wederzijdse communicatie tussen patiënt, arts en andere zorgverleners.

 

Voor de evidence-based modules zijn de aanbevelingen voorzien van een gradering met cijfers en letters om de verhouding tussen de sterkte van de aanbeveling en de kwaliteit van de evidence weer te geven (zie onderstaande tabel). Deze werkwijze is gebaseerd op de methodiek zoals voorgesteld door de GRADE working group (zie http://www.gradeworkinggroup.org).
De consensus-based aanbevelingen zijn niet voorzien van een gradering.

Zie ook de Methode ontwikkeling bij de Werkwijze.

 

Gradering van aanbevelingen

Sterkte van de aanbeveling

Cijfer

Sterke aanbeveling

1

Zwakke aanbeveling

2

Kwaliteit van de evidence

Letter

Hoog

A

Matig

B

Laag

C

Zeer laag

D

 

Hoofdstuk 2. Diagnostiek van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen

Module 2.1: Anamnese

Module 2.2: Pijnmeting

Leg alle pijnscores vast in het (elektronisch) patiëntendossier.

Module 2.3: Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek

 

Hoofdstuk 3. Integrale benadering

Module 3.1: Multidimensionele benadering van pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen.


Module 3.2: Voorlichting en educatie

 

Module 3.3: Therapietrouw

 

Module 3.4: Zelfmanagement

 

Module 3.5: Ondersteunende zorg

 

Module 3.6: Continuïteit en coördinatie van zorg

 

Hoofdstuk 4. Beleid en behandeling

Module 4.2: Causale behandeling van pijn bij gevorderde stadia van COPD of hartfalen

 

Module 4.3: Niet-medicamenteuze behandeling

Module 4.3.1: Warmtetherapie

Module 4.3.2: Massage

Module 4.3.3: Oefentherapie

Module 4.3.4: Ontspanningsoefeningen en geleide verbeelding (2019)

Module 4.3.5: Cognitieve gedragstherapie

Module 4.3.6: TENS

 

Module 4.4: Medicamenteuze behandeling

Module 4.4.2: Algemene aanbevelingen t.a.v. medicamenteuze behandeling van pijn bij patiënten met gevorderde stadia van COPD of hartfalen

 

Module 4.4.3: Paracetamol

Bij nociceptieve pijn:

 

Module 4.4.4: NSAID’s

 

Module 4.4.5: Zwak werkende opioïden

 

Module 4.4.6: Sterk werkende opioïden bij nociceptieve pijn

 

Module 4.4.7: Opioïdrotatie

 

Module 4.4.8: Doorbraakpijn

 

Module 4.4.9: Toediening, dosering en dosistitratie

 

Module 4.4.10: Behandeling van bijwerkingen van opioïden

Misselijkheid en braken

Obstipatie

Sedatie

Droge mond

Cognitieve veranderingen, hallucinaties en/of delier

Jeuk

Urineretentie

Myoclonieën

Ademdepressie

 

Module 4.4.11: Geneesmiddeleninteractie met opioïden

 

Module 5: Speciale patiëntengroepen.

Module 5.1: Patiënten met nierfunctiestoornissen

 

Module 5.2: Patiënten met leverfunctiestoornissen

 

Module 5.4: Patiënten in de stervensfase (2019)

Bij patiënten met pijn met COPD of hartfalen in de stervensfase: