Algemene inleiding

Het pancreascarcinoom is een minder vaak voorkomende, maar geen zeldzame tumor die jaarlijks in Nederland bij ongeveer 2400 patiënten wordt gediagnosticeerd. De incidentie is leeftijdsafhankelijk waarbij de helft van de patiënten ouder is dan 70 jaar. De incidentie is mede door vergrijzing de afgelopen decennia duidelijk toegenomen. De prognose van het pancreascarcinoom is erg slecht en zonder therapie is de mediane overleving na diagnose slechts 4 maanden (IKNL data).

Indien er een in opzet curatieve resectie verricht kan worden, is de 5-jaars overleving 16% (IKNL data). Het percentage patiënten dat bij presentatie in aanmerking komt voor een resectie met curatieve intentie is met 20% bovendien laag (IKNL data). De diagnostiek is niet alleen gericht op het stellen van de diagnose maar ook om in een vroeg stadium te bepalen of een in opzet curatieve behandeling mogelijk is (stadiëring). Sinds de richtlijn uit 2011 wordt standaard aanvullende chemotherapie na resectie aanbevolen. Het gebruik van neo-adjuvante therapie neemt de laatste jaren toe.

In de afgelopen jaren hebben opvallend veel nieuwe behandelopties voor het pancreascarcinoom in de lokaal gevorderde situatie hun intrede gedaan die de prognose zouden kunnen verbeteren maar de exacte waarde van deze methoden is nog niet vastgesteld. Tevens zijn er de laatste jaren in toenemende mate chemotherapeutische behandelopties voor patiënten in de gemetastaseerde setting.

Bij patiënten met een pancreascarcinoom is de overleving kort zodat veel aandacht nodig is om de juiste palliatieve behandeling te adviseren. Palliatie betreft bij deze patiënten vooral galweg- en maaguitgangsobstructieklachten, maar ook pijnklachten. De palliatieve behandelmogelijkheden kunnen variëren van een bypass-operatie of endoscopische stenting tot chemo- of radio(chemo)therapie, pijnbestrijding en voedingsadviezen. Goede afstemming op de behandelwens van de patiënt middels shared decision making is van groot belang bij een tumor waarbij de balans tussen overleving en kwaliteit van leven moeizaam is.

Al deze argumenten tezamen hebben aanleiding gegeven tot deze herziening van de richtlijn pancreascarcinoom. Tijdens de invitational conference is tevens bepaald dat er meer aandacht in de richtlijn moet zijn voor wat patiënten daadwerkelijk belangrijk vinden met aandacht voor gedeelde besluitvorming (shared decision making), ondersteuning/begeleiding en voeding.

 

Doel van de richtlijn

Het doel van de richtlijn is om het beleid bij patiënten met een pancreascarcinoom te standaardiseren en af te stemmen op hun wensen in alle fasen van de ziekte en aanbevelingen zo te formuleren dat zij implementeerbaar zijn.

 

Afbakening van de richtlijn

Om welke patiënten gaat het?

Patiënten met een ductaal adenocarcinoom van het pancreas, zowel in de kop, het corpus en de staart. Hoewel tumoren van de distale galwegen en de Papil van Vater (periampullaire carcinomen) veelal hetzelfde diagnostische- en behandeltraject kennen als het pancreaskopcarcinoom, vallen deze maligniteiten in tegenstelling tot de vorige richtlijn (2011) in de huidige revisie buiten deze richtlijn. Dit komt doordat de accenten van de huidige richtlijn verschoven zijn naar palliatie, voeding, begeleiding en de medicamenteuze behandeling van het pancreascarcinoom. Cysteuze tumoren vallen buiten deze richtlijn, tenzij in de cyste zich een carcinoom heeft gevormd. Voor cysteuze tumoren, zoals intraductale papillaire mucineuze neoplasie (IPMN) in het pancreas is een recente Europese richtlijn verschenen, die door de werkgroep ondersteund wordt (European Study Group on Cystic Tumours of the Pancreas. 2018).

 

Wat zijn de belangrijkste en voor de patiënt relevante uitkomstmaten?

 

Symptoombestrijding:

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is bestemd voor alle professionals die betrokken zijn bij de diagnostiek, behandeling, begeleiding van en informatievoorziening aan patiënten met een pancreascarcinoom.

 

Literatuur

European Study Group on Cystic Tumours of the Pancreas. 2018. European evidence-based guidelines on pancreatic cystic neoplasms. Gut;67(5):789-804

IKNL. De Nederlandse Kankerregistratie. https://www.cijfersoverkanker.nl/ (data 2009-2016). Geraadpleegd 8 oktober 2018.