Cognitieve gedragstherapie (CGT) bij SOLK

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een behandeling waarbij een combinatie wordt aangeboden van psychoeducatie, gedragstherapeutische interventies en van cognitieve herstructurering.

 

CGT kan alleen effectief zijn als het kind (en de ouders) accepteren dat er geen eenduidige oorzaak gevonden wordt voor de klachten die het kind heeft. Het medische traject moet afgerond zijn.

 

Start behandeling

Binnen de CGT wordt gestart met gedragstherapeutische interventies die gericht zijn op het (her)vinden van balans:

 

Karakteristiek voor CGT is het feit dat met duidelijke, concrete en toekomstgerichte doelen gewerkt wordt die door het kind zelf gesteld zijn.

 

Bij het hervinden van de balans en de opbouw van (lichamelijke) activiteiten kan het kind tegen belemmeringen aanlopen, zoals tijdelijke klachtentoename of motivatieverlies. Om die belemmeringen te overwinnen, worden helpende gedachten geformuleerd om zichzelf te ondersteunen om met gewenst gedrag te blijven oefenen in plaats van niet-helpende (catastroferende) gedachten die vooruitgang belemmeren. Het kind probeert niet-helpende gedachten bij zichzelf te herkennen en ze daarna om te vormen tot helpende gedachten. Bij het opbouwen van activiteiten wordt het kind geïnstrueerd om de helpende gedachten toe te passen, eventueel met behulp van een spiekbriefje. Hiermee start het cognitieve gedeelte van de therapie.

 

Aandacht verschuiven en de relatie tussen denken, voelen en doen

Een tweede onderdeel van de cognitieve therapie is het ‘aandacht verschuiven’. Het kind wordt ondersteund om de aandacht niet meer te richten op de klachten maar om actief de aandacht te verschuiven naar andere zaken of naar de doelen die het kind zichzelf voor die dag gesteld heeft. Hierbij is de omgeving zeer belangrijk. Ouders worden mede ondersteund om dit voor elkaar te krijgen. Ook zij zullen de aandacht niet langer richten op klachten van het kind, maar op de doelen die het kind zich gesteld heeft en behaald heeft.

 

In dit gedeelte komen ook de misinterpretaties aan de orde. Een symptoom kan gezien worden als een signaal dat het lichamelijk niet goed gaat, terwijl er bij medisch onderzoek geen afwijkingen gevonden zijn. Het lijf is ontregeld, ‘de thermometer slaat altijd uit naar koorts, terwijl er geen koorts is’. De kunst is om het signaal niet meer als signaal te zien van ‘ziekte’ maar van ontregeling. Deze ontregeling kan vervolgens ‘gereset’ worden. Ondanks dat het signaal er is, worden normale activiteiten zoveel mogelijk voortgezet en de aandacht actief naar iets anders verschoven. In dit proces is uiteraard veel steun van de therapeut nodig.

 

In deze fase kan het zijn dat het kind emoties gaat ervaren die eerder nog niet als zodanig herkend werden. Het is belangrijk dat de therapeut hierop voorbereid is en hierop kan anticiperen.

 

Het cognitieve gedeelte gaat over de relatie tussen denken, voelen en doen. De therapeut kan met het kind het denken exploreren en leren om ‘anders te denken’. Het is belangrijk dat kinderen weten dat ‘anders denken’ invloed heeft op hoe je je voelt en wat je doet en je daarmee zelf kan leren een vicieuze cirkel te doorbreken.

 

Binnen de webbehandeling van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) wordt dit model als volgt weergegeven:

 

F1

 

In de loop van de behandeling wordt het kind steeds meer uitgedaagd om de helpende gedachten toe te pas-

sen in ‘uitdagende’ situaties.

 

Terugvalpreventie

Aan het einde van de behandeling is ruimte voor terugvalpreventie. Het is zeker dat de lichamelijke signalen weer een keer aanwezig zullen zijn. En juist dan is het cruciaal hoe je de klachten duidt en welk gedrag volgt uit de klachten. En als je dan toch ontregelt, dat je ook leert hoe je weer in balans kunt komen.

 

Toepassing CGT: kind en ouders

CGT wordt toegepast bij jongeren vanaf ongeveer acht jaar. Voor die leeftijd kunnen eenvoudige gedragstherapeutische interventies helpen en wordt aan het cognitieve gedeelte meer aandacht besteed in een behandeling van de ouders. Het is noodzakelijk dat ouders een parallelle ondersteuning krijgen. De rol van de ouders wordt bepaald door de (ontwikkelings)leeftijd van het kind. Meestal is de rol van ouders vanaf de leeftijd van het kind van 15 jaar beperkt. Bij jongere kinderen zal de steunende en begeleidende rol van ouders groter zijn.

 

Voor sommige SOLK-clusters zijn specifieke CGT behandelingen ontwikkeld, zoals voor CVS: FitNet, webgebaseerde behandeling voor jongeren met CVS. Deze behandeling is effectief gebleken in een grote gerandomiseerde trial (Nijhof et al., 2012). Sinds het beëindigen van de trial is de behandeling aangeboden aan ongeveer 400 jongeren met CVS. Er wordt dezelfde effectiviteit gevonden als tijdens de trial en dat houdt in dat ongeveer 70% van de kinderen volledig herstelt (mondelinge informatie van therapeuten. Wordt op dit moment onderzocht). Verwijzing voor FitNet verloopt via het Nederlands Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid in Amsterdam.