Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Een liesbreuk is een veelvoorkomende aandoening en komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen. In Nederland worden per jaar ongeveer 27.000 liesbreukoperaties verricht en is daarmee een van de meest uitgevoerde operaties door de algemeen chirurg. Een liesbreuk ontstaat doordat de buikwand ter plaatse van het lieskanaal verzwakt is. Door (verhoogde) intra-abdominale druk stulpt peritoneum of een ander orgaan (lipoom, blaas) door de verzwakte buikwand heen en ontstaat er een zwelling ter plaatse van de lies.

 

De incidentie en de prevalentie van de liesbreuk zijn niet precies bekend. Niet iedere patiënt met een liesbreuk heeft klachten en behoeft een behandeling. De operatiecijfers corresponderen om die reden niet met de daadwerkelijke epidemiologische cijfers. Desalniettemin, de kans om gedurende het leven een liesbreukoperatie te ondergaan is 27 tot 42.5% bij de man en 3 tot 5.8% bij de vrouw.1-4

 

Een liesbreuk kent geen spontane regressie en zal indien deze klachten geeft operatief behandeld worden. Er zijn voor de liesbreukoperatie vele verschillende benaderingen, technieken en matten. Deze verscheidenheid versterkt de vraag naar een richtlijn om zorg te standaardiseren en resultaten te verbeteren. Er is momenteel geen Nederlandse richtlijn over liesbreuken bij volwassenen beschikbaar.

 

Door het ontbreken van een richtlijn is er sprake van onnodige variatie in de praktijk en ruimte voor verbetering in de kwaliteit van zorg. In januari 2018 is de internationale richtlijn verschenen van de HerniaSurge Group in het blad Hernia5. Deze “International Guidelines for groin hernia management” zijn geschreven door een grote groep internationale experts (waaronder negen Nederlandse chirurgen) op het gebied van liesbreukbehandeling met vertegenwoordiging van alle wetenschappelijke liesbreuk verenigingen. Deze internationale richtlijn is aangepast naar de Nederlandse situatie, geadapteerd en geupdate, met als resultaat deze Nederlandse richtlijn “Liesbreuk Volwassenen”.

 

Doel van de richtlijn

Het hoofddoel van de richtlijn is de patiëntresultaten te verbeteren. Het reduceren van de meest voorkomende complicaties na een liesbreukoperatie, zoals recidivering en chronische pijn, en het standaardiseren van zorg zijn belangrijke pijlers in deze.

 

Afbakening van de richtlijn

Beoogde patiëntengroep

De richtlijn is bedoeld voor volwassen patiënten met een liesbreuk. Omdat mannen ongeveer tien maal zo veel kans hebben dan vrouwen op het ontwikkelen van een liesbreuk zijn de meeste modulen gebaseerd op literatuur die voornamelijk uit mannelijke patiënt populaties bestaat. Indien er geen aparte vernoeming vermeld staat betreft de module de volwassen man met een liesbreuk. Er zijn twee aparte modulen die specifiek om de volwassen vrouw met een liesbreuk of femoraalbreuk gaan.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is bedoeld voor de medische specialisten die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met een liesbreuk.

 

Definities en begrippen

De belangrijkste definities en begrippen die in deze richtlijn gebruikt worden zijn:

 

Begrip/ afkortingen

CPIP: Chronische Postoperatieve Inguinale Pijn

Shouldice: Canadese chirurg naar wie een liesbreukoperatie vernoemd is. Bij deze operatie wordt met behulp van eigen weefsel de achterwand van het liesbreukkanaal versterkt.

Lichtenstein: Amerikaanse chirurg naar wie een liesbreukoperatie vernoemd is. Bij deze operatie wordt met behulp van een kunststof matje de achterwand van het liesbreukkanaal versterkt.

TEP: Totaal ExtraPeritoneale plastiek

TAPP: Transabdominale PrePeritoneale plastiek

TREPP: Trans Rectus Sheath Extra-Peritoneal Procedure

IHN: nervus ilio-hypogastricus

INN: nervus ilio-inguinalis

VAS: visueel analoge schaal is een lijnstuk van 10 cm waarop men een subjectief gevoel of een mening kan uitdrukken op een continuüm. De VAS schaal is het meest bekend in pijnonderzoek, waar de patiënt aanduidt op het lijnstuk hoeveel pijn hij/zij ervaart. Daarbij staat het ene uiteinde voor geen pijn en het andere uiteinde voor de ergst denkbare pijn.

NRS: Numerieke schaal voor pijn (Numeric Rating Scale) is een andere versie van de visueel analoge schaal, maar berust op hetzelfde principe. De NRS is een schaal van 0 – 10. De NRS is een meetlint met boze en blije gezichten (voornamelijk gebruikt bij kinderen). Op deze schaal staat 0 voor geen pijn en 10 voor de meest ernstige pijn die u zich kunt voorstellen.

 

Literatuur

  1. Primatesta P, Goldacre MJ (1996) Inguinal hernia repair: incidence of elective and emergency surgery, readmission and mortality. Int J Epidemiol 25(4):835–839. PubMed PMID: 8921464.
  2. Hernandez-Irizarry R, Zendejas B, Ramirez T et al (2012) Trends in emergent inguinal hernia surgery in Olmsted County, MN: a population-based study. Hernia 16(4):397–403. PubMed PMID: 22695978 https://doi.org/10.1007/s10029-012-0926-1.
  3. Burcharth J, Pedersen M, Bisgaard T et al (2013) Nationwide prevalence of groin hernia repair. PLoS One 8(1): e54367. PubMed PMID: 23342139 https://doi.org/10.1371/journal.pone.0054367.
  4. Ohene-Yeboah M, Abantanga F, Oppong J et al (2009) Some aspects of the epidemiology of external hernias in kumasi, Ghana. Hernia 13(5):529–532. PubMed PMID: 19301084 https://doi.org/10.1007/s10029- 009-0491-4.
  5. HerniaSurge Group (2018) International guidelines for groin hernia management. Hernia 22(1):1-165. PubMed PMID: 29330835 https://doi.org/10.1007/s10029-017-1668-x.