Afkortingen en begrippenlijst

Afkortingen

ATS: American Thoracic Society

BCG: Bacillus Calmette-Guérin

BTS: British Thoracic Society

CBO: Centraal Begeleidings Orgaan voor de intercollegiale toetsing

CD: Cluster of differentiation (celbiologische aanduiding van oppervlaktemoleculen)

CDC: Centers for Disease Control and Prevention

CPT: Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding

DOTS: Directly Observed Treatment, Short-Course

EBRO: Evidence-Based Richtlijn Ontwikkeling

FDC: Fixed Dose Combination

GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst

Hiv: Humaan Immunodeficiëntie Virus

HRZE: Isoniazide rifampicine pyrazinamide ethambutol

IDSA: Infectious Diseases Society of America

IGRA: Interferon Gamma Release Assay

IL: Interleukine

INH: Isoniazide

IUATLD: International Union against Lung Disease and Tuberculosis

JAK: Janus-kinase (remmers)

KNCV: Koninklijke Nederlandse Centrale Vereniging tot bestrijding der tuberculose

LTBI: Latente Tuberculose-Infectie

MDR: Multidrug-resistentie

Mycobacetium tuberculosis Complex: De mycobacteriën van Mycobacterium tuberculosis complex zijn (onder andere): M. tuberculosis, M. africanum, M. bovis, M. bovis BCG, M. canetti, M. caprae, M. microti, M. pinnipedii

NICE: National Institute for Health and Clinical Excellence

NIV: Nederlandse Internisten Vereniging

NTM: Niet-tuberculeuze mycobacteriën

NTR: Nederlands Tuberculose Register

NVALT: Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose

NVDV: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie

NVK: Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde

NVMDL: Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen

NVMM: Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie

NVR: Nederlandse Vereniging voor Reumatologie

PCR: Polymerase chain reaction

PZA: Pyrazinamide

QFT-G: QuantiFERON®-TB Gold

QFT-GIT: QuantiFERON®-TB Gold In-Tube

QFT-Plus: QuantiFERON®-TB Gold Plus

RCT: Randomised controlled trials

RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

THT: Tuberculinehuidtest (Mantoux)

TNF-α: Tumor Necrosis Factor-alfa

V&VN: Beroepsvereniging Verzorgenden & Verpleegkundigen Nederland

VvAwT: Vereniging van artsen werkzaam in de tuberculosebestrijding

VIZ: Vereniging voor infectieziekten

WHO: World Health Organization

ZN: Ziehl-Neelsen kleuring

 

Begrippen

Bronopsporing: een onderzoek uitgevoerd rond een persoon met tuberculose of latente tuberculose-infectie indien deze persoon met hoge waarschijnlijkheid recent geïnfecteerd is én de mogelijke bronpatiënt onbekend is en met hoge waarschijnlijkheid in Nederland traceerbaar is.

 

Contact (tuberculose): een persoon met tuberculose expositie in voorgeschiedenis

eerste ring personen: (met zeer nauwe en langdurige,

gedocumenteerde contacten met de infectieuze bronpatiënt) die dagelijks of (cumulatief meer dan 48 uur) in dezelfde afgesloten ruimte verblijven (bijvoorbeeld huisgenoten)

tweede ring personen: (met nauwe of langdurige, gedocumenteerde

contacten met de infectieuze bronpatiënt) die minder langdurig (cumulatief 6 tot 48 uur) nauw contact hebben

derde ring personen: met minder nauwe en minder langdurige, vaak

niet gedocumenteerde contacten met de infectieuze bronpatiënt (cumulatief <6 uur)

 

Contactonderzoek: onderzoek uitgevoerd rond personen met (potentieel) infectieuze tuberculose om mogelijk geïnfecteerde personen of secundaire tuberculosegevallen op te sporen.

 

Immuunsuppressieve medicatie (zoals gebruikt in deze richtlijn): Medicatie waarvan is aangetoond, of waarvan op grond van het werkingsmechanisme aannemelijk lijkt dat deze het risico op (reactivatie van latente) tuberculose verhoogt.

 

Hoog tbc incidentie land: een land met tuberculose incidentie > 50 tuberculosepatiënten per 100.000 populatie per jaar

 

Laag tbc incidentie land: een land met tuberculose incidentie ≤ 50 tuberculosepatiënten per 100.000 populatie per jaar

 

Latente tuberculose-infectie: aanwezigheid van een cellulaire immuunrespons tegen M. tuberculosis complex na infectie met M.tuberculosis complex bij een persoon zonder klinische, bacteriologische of radiologische aanwijzingen voor actieve tuberculose

Profylaxe preventieve behandeling van latente tuberculose-infectie

 

Tuberculosedeskundige: arts met ervaring (dit wil zeggen regelmatig betrokken bij diagnostiek en behandeling) van tuberculose waaronder de gecompliceerde vormen; daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan (multi)resistentie, medicatie-intolerantie en aan extrapulmonale vormen. Meestal is dit een longarts, tuberculose-arts van de GGD of internist-infectioloog.

 

Tuberculosecoördinator: Tuberculosecoördinator draagt zorg voor het beleid omtrent tuberculose binnen de instelling, inclusief infectiepreventie. De tuberculosecoördinator krijgt alle positieve Ziehl-Neelsen, PCR-, IGRA- kweek- en histopathologie-uitslagen van medisch microbiologen of pathologie gemeld, en is betrokken bij diagnostiek en behandeling van alle (vermoedelijke) tuberculosepatiënten in een instelling.