Implementatieplan

Inleiding

Dit plan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Liesbreuk bij kinderen. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die voor verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

Om tot dit plan te komen heeft de werkgroep per aanbeveling in de richtlijn nagedacht over:

 

Lezers van dit implementatieplan dienen rekening te houden met verschillen tussen “sterke aanbevelingen” en “zwakke aanbevelingen”. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat wel of niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld en spreekt de werkgroep haar voorkeur of advies uit, maar laat zij meer ruimte voor alternatieven. Een reden hiervoor is bijvoorbeeld dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is om de aanbeveling te onderbouwen. Een zwakke aanbeveling is te herkennen aan de formulering en begint bijvoorbeeld met “Overweeg om …”. Zowel voor de sterke als voor de zwakke aanbevelingen heeft de werkgroep nagedacht over de implementatie. Alleen voor sterk geformuleerde aanbevelingen worden implementatietermijnen gegeven.

 

Implementatietermijnen

Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” geldt dat zij zo spoedig mogelijk overal nageleefd dienen te worden. In de meeste gevallen betekent dat dat de aanbevelingen binnen een jaar na het uitbrengen van de richtlijn geïmplementeerd moeten zijn. Alle aanbevelingen in deze richtlijn, uitgezonderd de aanbevelingen in onderstaande tabel, kunnen direct opgevolgd worden en dat betekent dat ze binnen een jaar na het uitbrengen van de richtlijn geïmplementeerd moeten zijn.

 

Voor sommige aanbevelingen geldt echter dat zij niet direct overal kunnen worden ingevoerd, bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan middelen, expertise of de juiste organisatievormen. In sommige gevallen dient ook rekening te worden gehouden met een leercurve. Daarnaast kan de aanwezigheid van personeel of faciliteiten of de afstemming tussen professionals een belemmering zijn om de aanbevelingen op korte termijn in te voeren. Dit geldt voor de volgende aanbevelingen:

 

Aanbeveling

Toelichting

Behandel kinderen met een recidief liesbreuk via een open of een laparoscopische benadering, afhankelijk van de ervaring van de chirurg.

Voor de laparoscopische benadering is de juiste apparatuur, training en expertise noodzakelijk.

Opereer kinderen jonger dan één jaar met een liesbreuk binnen enkele weken omdat bij hen het risico op beklemming juist groot is.

Dit vergt een logistieke inspanning van de operatieplanning. De werkgroep vindt dat binnen een termijn van maximaal één jaar elke ziekenhuislocatie hieraan moet voldoen.

Opereer meisjes met een ovarium in een niet-beklemde liesbreuk binnen twee weken om ischemie van het ovarium te voorkomen.

Dit vergt een logistieke inspanning van de operatieplanning. De werkgroep vindt dat binnen een termijn van maximaal één jaar elke ziekenhuislocatie hieraan moet voldoen.

 

Voor de volgende aanbevelingen geldt daarom dat naar inschatting van de richtlijncommissie er rekening dient te worden gehouden met een implementatietermijn van één tot drie jaar:

 

Aanbeveling

Toelichting

Opereer de beklemde liesbreuk die reponibel is bij voorkeur na/binnen 2-3 dagen en maximaal binnen één week.

Dit vergt een logistieke inspanning van de operatieplanning. De werkgroep verwacht dat binnen een termijn van maximaal drie jaar elke ziekenhuislocatie hieraan kan voldoen.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVvH, NVK, NVA)

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met Liesbreuk van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn en deze toepassen in de praktijk.

 

Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden. De “sterk geformuleerde aanbevelingen” in deze richtlijn kunnen na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Initiatiefnemende wetenschappelijke vereniging (NVvH)

 

Wetenschappers en subsidieverstrekkers

Onderzoek initiëren naar de kennislacunes, bij voorkeur in Europees verband.

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten