Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn prognose van postanoxisch coma is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat er nog kennislacunes bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Module 1 Klinisch neurologisch onderzoek

Het is niet (onvoldoende) onderzocht of klinisch neurologisch onderzoek (EMV score, hersenstamreflexen, myoclonien en status myoclonus) betrouwbare prognostische waarde heeft voor het voorspellen van een slechte neurologische uitkomst bij volwassen patiënten (≥18 jaar) die na een circulatiestilstand en cardiopulmonale resuscitatie in een postanoxisch coma.

 

Module 2 Klinisch neurofysiologisch onderzoek

Het is niet (onvoldoende) onderzocht of klinisch neurofysiologisch onderzoek (EEG, SSEP of NIRS) betrouwbare prognostische waarde heeft voor het voorspellen van een slechte neurologische uitkomst bij volwassen patiënten (≥18 jaar) die na een circulatiestilstand en cardiopulmonale resuscitatie in een postanoxisch coma.

 

Module 3 Beeldvormend onderzoek

Het is niet (onvoldoende) onderzocht of beeldvormend onderzoek (CT en/of MRI) betrouwbare prognostische waarde heeft voor het voorspellen van een slechte neurologische uitkomst bij volwassen patiënten (≥ 18 jaar) die na een circulatiestilstand en cardiopulmonale resuscitatie in een postanoxisch coma.

 

Grote multi-center prospectieve onderzoeken die op gestandaardiseerde momenten na reanimatie met een gestandaardiseerde werkwijze de voorspellende waarde van een aantal parameters van beeldvormend onderzoek beoordelen zijn nodig om de rol van beeldvorming binnen de multimodale prognose vorming na reanimatie vast te kunnen stellen. In een dergelijke studie dient er een zo conservatief mogelijk prognose beleid te worden gevolgd, om confouding ten gevolge van een self-fulfilling prophecy zo veel mogelijk te voorkomen.

 

Module 4 Neurologische biomarkers

Het is niet (onvoldoende) onderzocht of neurologische biomarkers (NSE en S100B) betrouwbare prognostische waarde heeft voor het voorspellen van een slechte neurologische uitkomst bij volwassen patiënten (≥18 jaar) die na een circulatiestilstand en cardiopulmonale resuscitatie in een postanoxisch coma.