Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de module

Blaascarcinoom is een relatief veelvoorkomende vorm van kanker met wereldwijd meer dan 300.000 nieuwe patiënten per jaar. In Nederland wordt jaarlijks bij ca. 6700 mensen deze diagnose gesteld (Nederlandse Kankerregistratie, 2015). Blaascarcinoom is daarmee de vierde meest voorkomende tumor bij mannen en de achtste bij vrouwen. Blaascarcinoom wordt vooral bij mensen ouder dan 60 jaar vastgesteld en komt viermaal zo vaak voor bij mannen als bij vrouwen. Bij een tumor van de blaaswand wordt onderscheid gemaakt tussen een niet-spierinvasief (ongeveer 70% van de gevallen) en een spierinvasief groeiende blaastumor (Richtlijn urotheelcarcinoom van de blaas, 2009). Een spierinvasief groeiende tumor bevindt zich zowel in het blaasslijmvlies als in de blaasspier. De behandeling hiervan is over het algemeen radicaal, bijvoorbeeld het verwijderen van de blaas. Een oppervlakkig groeiende tumor bevindt zich alleen in het blaasslijmvlies en wordt over het algemeen veel minder radicaal behandeld, namelijk met het wegschrapen van de tumor en het al dan niet nabehandelen met blaasspoelingen. De blaas zelf wordt dus niet verwijderd. In een minderheid van de gevallen kan een niet invasieve tumor wel invasief worden.

Deze richtlijnmodule is ontwikkeld in het kader van het project Adaptatie van de EAU richtlijnen muscle invasive bladder cancer en non-muscle invasive bladder cancer. Voor de overige onderdelen van de behandeling van blaascarcinoom wordt verwezen naar deze EAU richtlijnen en het NVU-document Blaascarcinoom met de vertaalde aanbevelingen van deze richtlijn (www.nvu.nl).

 

Doel module

Deze module beoogt een leidraad te geven voor het handelen in de dagelijkse praktijk en geeft aanbevelingen over de behandeling van patiënten met die in aanmerking komen voor brachytherapie.

 

Afbakening van de module

Alle patiënten met blaascarcinoom, zowel niet spierinvasief als spierinvasief, zolang het om het histologische type urotheelcarcinoom gaat, welke 90% van alle blaascarcinomen omvat.

 

Beoogde gebruikers van de module

Deze module is bestemd voor alle professionals die betrokken zijn bij de diagnostiek, behandeling, follow-up en begeleiding van patiënten met urotheelcarcinoom van de blaas, zoals urologen, radiotherapeuten, medisch oncologen, pathologen, radiologen, huisartsen, oncologieverpleegkundigen, maatschappelijk werkers en psychologen. Tevens kan de richtlijn houvast bieden aan patiënten en hun naasten. Het KWF gebruikt deze richtlijn voor het maken van patiënten informatiemateriaal.

 

Literatuur

Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.

Nederlandse Kankerregistratie, 2015 http://www.cijfersoverkanker.nl/selecties/Dataset_2/img5742bccca2da2.

Richtlijn urotheelcarcinoom van de blaas (2009). http://www.oncoline.nl/urotheelcarcinoom-van-de-blaas.