Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van deze richtlijn is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig kunnen zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen zijn met het resultaat van deze zoekacties beantwoord, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek is duidelijk geworden dat op het terrein van behandeling van fracturen bij kinderen nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

De werkgroep heeft de volgende top drie van lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

  1. Wel of geen osteosynthese bij gedisloceerde fracturen van de onderarm en pols.
  2. Behandeling femurfractuur voor kinderen tussen 2 tot 5 jaar of vanaf 14 jaar.
  3. Behandeling van radiushalsfracturen.

 

Beeldvormende diagnostiek

Op basis van de huidige literatuur is het niet mogelijk een voorkeur uit te spreken voor welke indicaties en welke beeldvormende diagnostiek bij kind-fracturen aanvullend nodig zijn. Het is nu onduidelijk hoe beeldvorming bijdraagt aan het behandelplan.

 

Proximale humerus

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van een fractuur van de proximale humerus. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen voor het herstel van een proximale humerus: conservatief versus gesloten reponeren versus operatief reponeren en fixeren. Daarbij is er uit de literatuur geen eenduidigheid over welke operatietechniek de beste uitkomst geeft.

 

Elleboog

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van een humerusfractuur (supracondylairefracturen, mediale epicondylusfracturen en laterale condylusfracturen). Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling; welke operatietechniek de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of revalidatie.

 

Onderarm

Radiushals; Midschacht; Galeazzi/Monteggia

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van onderarmfracturen. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling; welke operatietechniek de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of een revalidatie.

 

Pols

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van polsfracturen. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling; welke operatietechniek de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of een revalidatie.

 

Femurschacht

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van femurschachtfracturen. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling (gelet op verschillende leeftijdscategorieën); welke operatietechniek en methode van tractie (Russell of Weber-bok) de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of een revalidatie.

 

Onderbeen

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van onderbeenfracturen. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling; welke operatietechniek de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of een revalidatie.

 

Enkel

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over de behandeling van enkelfracturen. Er is geen eenduidigheid over de volgende behandelingen: conservatief versus reponeren versus operatieve behandeling (gelet op verschillende leeftijdscategorieën); welke operatietechniek de beste uitkomst geeft; en onduidelijkheid over de uitkomst op functie en participatie na (kinder)fysiotherapie of een revalidatie.

 

Communicatie op de SEH

Er zijn geen goede onderzoeken beschikbaar over communicatie van zorgverleners op de SEH naar kinderen en ouders.