Verslag invitational conference heup- of knieartrose

Notulen invitational conference richtlijn Artrose van heup en knie – conservatieve behandeling

Met reactie van de werkgroep

 

Datum: 16 okt 2015
Tijd: 15.00-17.00 uur

Aanwezigen: T. Mesman (Ergotherapie Nederland); A. Muller (Lareb); J. Rigters (Nefemed); T. Kuijpers (NHG); J. van de Kraan (NPCF); L. Elders (NVAB); J. Konijnenberg (NVAB); G. Kloppenburg (NVR); R. Hebing (NVZA; mede namens KNMP); N. Lopuhaä (REUMAFONDS); L. Hermsen (ZIN); M. van Eijndhoven (ZIN); R. Kooistra (ZIN); L. Rasing (ZKN); S. Bierma (NOV; voorzitter werkgroep); K. Burger (Kennisinstituut van Medisch Specialisten; adviseur richtlijnontwikkeling)

Verhinderd: P. Pilot (Nefemed); T. Linsen (ZN)

Nagekomen: R. Strackke en A. Boonstra (VRA; werkgroep Pijnrevalidatie Nederland). Tijdens de invitational conference bleek dat de VRA abusievelijk niet was uitgenodigd. De VRA is alsnog benaderd voor een schriftelijke knelpuntanalyse op basis van het conceptraamwerk en de notulen van de invitational conference (zie appendix).

 

Onderwerpen die tijdens invitational conference als ‘blinde vlekken’ of aandachtspunten geïdentificeerd zijn:

 

Door en terugverwijzen

 

Reactie werkgroep: adviezen over door- en terugverwijzen zullen worden opgenomen in de richtlijn (uitgangsvraag 5 en 8 in het definitieve raamwerk); de NVAB wordt uitgenodigd voor deelname aan de richtlijnontwikkeling.

 

Medicamenteuze behandeling (pijnstilling, intra-articulaire injecties, bijwerkingen)

 

Reactie werkgroep: veiligheid (bijwerkingen) vormt een belangrijk aandachtspunt bij de richtlijnontwikkeling, de werkgroep beoogt praktische adviezen te geven met aandacht voor subgroepen, voorlichting / educatie, en organisatie van zorg (uitgangsvraag 2 en 5 in het definitieve raamwerk); de NVZA/KNMP wordt uitgenodigd voor deelname aan de richtlijnontwikkeling.

 

Niet-medicamenteuze behandeling (fysiotherapie, kniebraces en voetortheses, psychosociale begeleiding, voedingssupplementen)

 

Reactie werkgroep: er zal aandacht zijn voor implementatie; in het kader van verzekerde zorg, is van belang dat de kosteneffectiviteit van oefentherapie zal worden onderzocht in een parallel project (met steun van ZiNL); oefentherapie is onderwerp van een uitgangsvraag (uitgangsvraag 1 in het definitieve raamwerk); aandacht voor psychosociale begeleiding (uitgangsvraag 5 en 8 in het definitieve raamwerk); besloten is om voedingsadviezen op te nemen (uitgangsvraag 2), maar geen uitgangsvraag met betrekking tot voedingssupplementen.

 

Patiëntenperspectief (inclusief therapietrouw, informatievoorziening en voorlichting, bijzondere groepen)

 

Reactie werkgroep: er zal uitgebreid aandacht worden besteed aan het patiëntenperspectief (focusgroepen, literatuuranalyse), met onder andere aandacht voor shared-decision making en (kwetsbare) ouderen; een professioneel patiëntvertegenwoordiger (NPCF) neemt deel aan de werkgroep.

 

Stepped care

 

Reactie werkgroep: geïntegreerd beleid waaronder stepped care maakt deel uit van uitgangsvraag 8 (definitieve raamwerk), de beschikbare evidence zal worden geanalyseerd.

 

 

Proces en samenstelling werkgroep:

 

Reactie werkgroep: NVAB, NVZK/KNMP, EN, en VRA worden uitgenodigd om deel te nemen aan de werkgroep door zitting te nemen in de klankbordgroep; de VRA is alsnog benaderd voor de knelpuntanalyse (zie appendix); de literatuuranalyses volgen de GRADE methodiek waarin de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten de hoofdrol spelen

 

Aansluiting bij parallelle initiatieven:

 

Reactie werkgroep: de werkgroep beoogt aan te sluiten bij genoemde richtlijnen en afspraken; enkele werkgroepleden waren direct betrokken bij ontwikkeling van de recente NHG-standaard

 

Kosteneffectiviteit:

K. Burger licht toe dat er een uitgangsvraag kan worden meegenomen in een parallel project (vanuit SKMS centraal budget) ‘routinematige inclusie van kosteneffectiviteit in medische richtlijnen’; opties benoemd in de voorbereidende fase: kosteneffectiviteit van het gebruik van kniebraces; kosteneffectiviteit van oefentherapie.

 

Reactie werkgroep: de uitgangsvraag met betrekking tot oefentherapie zal als eerste worden uitgewerkt.

 

Prioritering: op basis van een snelle inventarisatie bij de aanwezigen, bovenstaande discussies en de lijst knelpunten uit het conceptraamwerk

 

Dit leidt tot de onderstaande voorlopige shortlist van knelpunten / uitgangsvragen (in willekeurige volgorde):

  1. Hoe dient de diagnose artrose van heup of knie te worden gesteld in de eerste en tweede lijn?
  2. Wat zijn de criteria voor doorverwijzing naar de tweede lijn?
  3. Wat is de optimale strategie voor pijnstilling bij patiënten met artrose van heup of knie?
  4. Wat is de waarde van oefentherapie bij behandeling van artrose van heup of knie?
  5. Wat is de waarde van intra-articulaire injecties bij behandeling van artrose van heup of knie?
  6. Welke adviezen (patiënten educatie) moeten patiënten met artrose worden verstrekt (onder andere met betrekking tot leefstijl, werk- en sportbelasting)?
  7. Wat is de waarde van geïntegreerd beleid (stepped care, packages of care) bij de behandeling van patiënten met artrose van heup of knie?
  8. Wat is het optimale beleid bij specifieke subgroepen (patiënten met comorbiditeit, kwetsbare ouderen) met artrose aan heup of knie?

 

Reactie werkgroep: alle onderwerpen uit bovenstaande shortlist komen terug in de definitieve lijst uitgangsvragen; de vraag met betrekking tot verwijscriteria wordt opgenomen in de uitgangsvraag over geïntegreerd beleid; extra toegevoegd aan de lijst uitgangsvragen is de vraag naar de waarde van kniebraces en voetortheses (uitgangsvraag 6 in het definitieve raamwerk)

 

Vervolgprocedure

Alle aanwezigen bij de invitational conference en overige deelnemers aan de knelpuntanalyse (VRA) ontvangen het definitieve raamwerk en een korte motivatie voor de door de werkgroep gemaakte keuzes (: het huidige document).

 

Als de conceptrichtlijn gereed is zal deze ter commentaar aan alle genodigden voor de invitational conference worden verstuurd. Binnengekomen commentaar wordt besproken in de werkgroep en van een reactie voorzien (commentaartabel met reactie werkgroep), en verwerkt in een voor autorisatie geschikte richtlijn. Commentaartabel en definitieve richtlijn worden vervolgens ter autorisatie aangeboden aan de wetenschappelijke verenigingen die deel uit maken van de werkgroep. Andere deelnemende partijen krijgen de richtlijn ter informatie, bestuurlijke goedkeuring of autorisatie (procedures hiervoor verschillen per organisatie).


Appendix – nagekomen schriftelijke reactie van de VRA

 

Reactie werkgroep: pijn en functie worden als afzonderlijke uitkomstmaten meegenomen; beleid rondom kwetsbare ouderen is onderwerp van uitgangsvraag 5 (definitieve raamwerk); osteotomie is een operatieve behandeling en valt buiten de kaders van de huidige richtlijn; zelf-management komt aan bod bij uitgangsvraag 2 (definitieve raamwerk); de VRA wordt uitgenodigd voor deelname aan de richtlijnontwikkeling; de adviezen zullen ook van toepassing zijn voor relatief jonge patiënten en posttraumatische artrose.