Implementatieplan

Inleiding

Richtlijnen die ontwikkeld en verspreid zijn (disseminatie), vinden meestal niet vanzelf hun weg naar de dagelijkse praktijk. Het enkel verspreiden van de richtlijn met aanbevelingen volstaat over het algemeen niet om de toepassing van de richtlijn in de dagelijkse praktijk te garanderen. Dit disseminatie- en implementatieplan staat stil bij de hulpmiddelen die hiervoor beschikbaar zijn en welke acties hiervoor ondernomen kunnen worden, zowel door de wetenschappelijke vereniging, de zorgprofessionals zelf en de medisch-specialistische instellingen.

 

Een eerste belangrijke stap die de toepassing van de richtlijn bevorderd, is tijdens de ontwikkeling reeds rekening te houden met de implementeerbaarheid van de richtlijn (aanbevelingen). Om als zorgprofessional volgens de richtlijn te kunnen werken, is het noodzakelijk dat de aanbevelingen helder omschreven zijn en geen ruimte laten voor interpretatieverschillen. Daarnaast is een richtlijn makkelijker toepasbaar indien de werkgroep rekening houdt met de dagelijkse praktijk waarin de zorgprofessional werkzaam is.

 

In het geval van kleinere, gespecialiseerde medisch-specialistische zorgaanbieders betekent dit dat de aanbevelingen aan de lokale situatie kunnen worden aangepast. Sommige zaken zijn echter bij wet geregeld en daar kunnen deze zorgaanbieders niet van afwijken. Dit geldt bijvoorbeeld voor het volgen van de KNMG-meldcode en de verplichtingen die voortvloeien uit het Besluit meldcode.

 

Tot slot heeft de werkgroep ten behoeve van de verspreiding en implementatie van de richtlijn enkele hulpmiddelen ontwikkeld. Dit zijn:

 

Verspreiding van de richtlijn en bijbehorende hulpmiddelen

Het verspreiden van de richtlijn en bijbehorende hulpmiddelen onder de doelgroepen is een tweede belangrijke stap voor succesvolle implementatie van de richtlijn. Het doel is dat alle zorgprofessionals en instellingen betrokken bij de zorg voor de oudere patiënt weten dat de richtlijn bestaat en kennisnemen van de inhoud. Dit geldt ook voor de bijbehorende hulpmiddelen.

 

De richtlijn Vermoeden van Ouderenmishandeling en bijbehorende hulpmiddelen worden daarom via diverse kanalen en op diverse manieren onder de aandacht gebracht:

 

Implementatie van de richtlijn in de dagelijkse praktijk

Bij het implementeren van de nieuwe richtlijn is het van groot belang dat betrokkenen voldoende worden geïnformeerd over de inhoud, duidelijk gemaakt wordt wat er nieuw is en/of wijzigt ten opzichte van de huidige werksituatie, wat de meerwaarde van de richtlijn is en hoe de aanbevelingen in de werkpraktijk in te passen. Dit is zowel een verantwoordelijkheid van de zorgprofessionals, maatschap en/of afdeling als van de medisch-specialistische instelling. Niet alle aanbevelingen kunnen door de zorgprofessionals alleen geïmplementeerd worden.

 

De werkgroep stelt de volgende activiteiten voor ter bevordering van de implementatie op de werkvloer:

 

Implementatietabel

De richtlijn bevat een groot aantal aanbevelingen. Bovenstaande activiteiten komen deels terug in deze aanbevelingen maar niet allemaal. Om tot implementatie van al deze aanbevelingen te komen heeft de werkgroep per aanbeveling aangegeven wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn, welke partijen een rol spelen bij de implementatie (dan wel het wegnemen van de belemmerende factoren) en op welke termijn de aanbevelingen in de praktijk geïmplementeerd kunnen zijn (zie dissiminatie -en implementatietabel).

 

Lokaal en overig

Lokaal kan nog de volgende actie, die de toepassing van de richtlijn ten goede komt, ondernomen worden: het gebruiken van de app “Info delen”. Deze app geeft de regels voor informatie-uitwisseling tussen hulp- en zorgverleners en Veilig Thuis bij een vermoeden van ouderenmishandeling, huiselijk geweld en kindermishandeling op overzichtelijke wijze weer.

 

Daarnaast zal de werkgroep erop toezien dat kennislacunes, onderzoeksthema’s en vragen die voor verdere onderbouwing van de richtlijn noodzakelijk zijn terecht komen bij de wetenschappelijke vereniging, verschillende subsidiegevers en beleidsmakers. De hoogste prioriteit heeft de ontwikkeling dan wel validatie van een screeningsinstrument.

Ook zal de werkgroep ervoor pleiten dat de Meldcode-app aangevuld wordt met een onderdeel ouderenmishandeling.

 

Disseminatie-activiteiten

Te ondernemen acties voor disseminatie

Verantwoordelijke(n) voor acties

Tijdspad voor disseminatie:
<1 maand, 1 tot 3 maanden of

4 tot 12 maanden

Opmerkingen

Richtlijn aanmelden bij Richtlijnendatabase

Adviseur Kennisinstituut

<1 maand

Na autorisatie

PowerPointpresentatie opstellen/finaliseren

Voorzitter richtlijn

Na autorisatie

1e versie gereed; deze aanpassen op basis van eindversie richtlijn

Artikel MC of NTvG schrijven

Voorzitter en adviseur

Tijdens autorisatiefase

In overleg met NVKG

Bericht voor nieuwsbrief en/of vakblad WV’s en BV’s opstellen

Werkgroepleden en bureaus WV’s/BV’s

Tijdens autorisatiefase

 

Nieuwsbericht, notificatiebericht opstellen

Adviseur met afdeling communicatie

Tijdens autorisatiefase

 

Presenteren op ALV/jaarlijks congres

Betrokken WV’s

<12 mnd

Voor data neem contact op met de betreffende WV

 

Implementatie-activiteiten

Module 1

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Module 1: Achtergrond ouderenmishandeling

Uitgangsvraag: Wat is de definitie van ouderenmishandeling?

1. Neem als professional in de medisch-specialistische zorg bij een vermoeden van ouderenmishandeling de biologische leeftijd meer in ogenschouw dan de kalenderleeftijd.

Kennis relevantie biologische leeftijd in zake ouderenmishandeling

Kosten ontwikkeling scholing/

inkopen

e-learning

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<2 jaar

 

Uitgangsvraag: Wat zijn de risicofactoren op ouderenmishandeling?

2. Wees u als professional in de medisch-specialistische zorg zich ervan bewust dat risicofactoren op het ontstaan van ouderenmishandeling zowel bij het vermoedelijk slachtoffer, de vermoedelijk pleger dan wel in relatie- en omgevingsfactoren kunnen worden gevonden.

Kennis risicofactoren ouderenmishandeling

Kosten ontwikkeling scholing/

inkopen

e-learning

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/

bestuur medisch-specialistische zorginstelling

<2 jaar

Eventueel de bestaande training over kindermishandeling uitbreiden met ouderen-mishandeling

 

Module 2

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Module 2: Diagnostiek bij ouderenmishandeling

Uitgangsvraag: Welke signalen en vragen zijn van belang bij de diagnostiek bij een vermoeden van ouderenmishandeling?

1. Wees als professional in de medisch-specialistische zorg op de hoogte van mogelijke aanwijzingen (risicofactoren, signalen, gevolgen) voor ouderenmishandeling.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deskundigheids-bevordering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kosten ontwikkeling scholing/

inkopen

e-learning

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Aan bod laten komen in scholing in medisch- specialistische instelling (e-learning, workshops)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zorgprofessional/

bestuur medisch specialistische zorginstelling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

<2 jaar

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bestaande training kinder-mishandeling uitbreiden, dan wel aanpassen met ouderen-mishandeling

2. Wees als professional in de medisch-specialistische zorg alert op signalen van psychische mishandeling aangezien deze vorm van ouderenmishandeling vaak lastig te detecteren is door het ontbreken van fysieke uitingsvormen.

3. Wees als professional in de medisch-specialistische zorg alert op financieel misbruik bij het ontbreken van medisch noodzakelijke (hulp)middelen.

4. Bevraag als professional in de medisch-specialistische zorg bij een vermoeden op verwaarlozing de mantelzorger over zijn kennis omtrent de benodigde zorg voor de oudere en hoe adequaat deze zorg is vormgegeven.

5. Wees als professional in de medisch- specialistische zorg alert op signalen van overbelasting en ontsporing van de mantelzorger.

Deskundigheids-bevordering

 

Nee

Aan bod laten komen in  scholing in medisch- specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional

<2 jaar

 

 

 

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Uitgangsvraag: Welke letsel gerelateerde kenmerken zijn bij ouderen geassocieerd met toegebracht letsel?

1. Weeg de locatie, grootte, patroon en ontstaanswijze mee in de beoordeling van het letsel.

Deskundigheids-bevordering

Geen

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

 

 

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

 

 

 

<2 jaar

 

 

2. Maak eventueel gebruik van de kennis van een radioloog en/of dermatoloog bij de beoordeling van letsel.

Toegang/

beschikbaarheid van deze disciplines voor advies

Beperkt effect: toename consult-vragen dermatoloog/

toename vraag-stellingen aan radioloog

Bespreking richtlijn in medisch stafbestuur

 

 

 

Uitgangsvraag: Wat is de handelswijze van beoordeling en verslaglegging bij letsel bij een vermoeden van ouderenmishandeling?

1. Voer letselbeoordeling systematisch uit volgens de trias beschrijf-typeer-interpreteer op objectieve en feitelijke wijze, en voeg op indicatie top-teen onderzoek toe.

 

Beschrijf het letsel systematisch in het (elektronisch) patientendossier; maak daarbij gebruik van het acroniem PROVOKE.

 

Vul de letselbeoordeling en beschrijving in het (elektronisch) patientendossier eventueel aan met letselfotografie, mits de patiënt of diens wettelijk vertegenwoordiger hier toestemming voor geeft.

Deskundigheids-bevordering

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Logistieke organisatie fotografie

 

 

Kosten ontwikkeling scholing /

Inkopen e-learning

 

Aan bod laten komen inscholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

 

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

 

<2 jaar

 

 

2. Maak bij letselfotografie bij voorkeur geen gebruik van een smartphone, maar van daartoe bedoelde en beveiligde apparatuur. Als de foto voor intercollegiaal overleg is bedoeld, moet deze niet tot de persoon herleidbaar, dus geanonimiseerd, zijn.

 

Toegang/

Beschikbaarheid fotocamera

 

Kosten scholing uitvoer fotografie, aanschaf fotoapparatuur en veilige opslagmogelijkheden

 

 

1/ Indien nog niet aanwezig aanschaf van fotocamera

2/ Ontwikkeling van protocol letselfotografie (als onderdeel beleid Ouderenmishandeling)

Zorgprofessional/

bestuur medisch -specialistische zorginstelling/

ICT-afdeling/ afdeling inkoop/  audiovisuele dienst

1 tot 3 jaar

Zorg dat duidelijk is waar de fotocamera is opgeborgen en wie toegang heeft tot de opberg-locatie alsook een geschikte opslagplek voor de foto’s.

3. Zorg voor een geschikte fotocamera en een letselfotografieprotocol binnen de medisch- specialistische zorginstelling

 

Eventueel aanschaf fotocamera

 

 

1 tot 3 jaar

 

4. Het verdient de voorkeur verplicht wetenschappelijk onderwijs inzake ouderenmishandeling te ontwikkelen voor zorgprofessionals in het medisch-specialistische domein die betrokken zijn bij de zorg en behandeling van de oudere patient (al dan niet in opleiding).

Motivatie om opleidingen aan te passen

Ja; in verband met lokaal te ontwikkelen onderwijs-producten en implementatie binnen de opleidingen

Nascholing en randvoorwaarden registreren in accreditatiesysteem, beroeps-registratie WV

Aanpassingen opleidingseisen

Weten-schappelijke verenigingen, betrokken afdelingen / maatschappen in zorginstelling en instellingsbestuur

5 jaar

Nagaan in hoeverre gebruik gemaakt kan worden van materiaal van bestaande infrastructuur kinder-mishandeling

 

Module 3

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Module 3: Screening op ouderenmishandeling

Uitgangsvraag: Welke (gevalideerde) screeningsmethoden ter signalering en detectie van ouderenmishandeling in het medisch-specialistisch domein zijn er nationaal en internationaal ontwikkeld en beschikbaar voor de Nederlandse situatie?

1. Stel uzelf als professional in de medisch-specialistische zorg bij alle ouderen van 70 jaar of ouder bij opname of intake onderstaande vraag:

 

“Bestaat er een ‘niet-pluis’ gevoel of vermoeden op ouderenmishandeling?”

 

Wegnemen van eventuele weerstand tegen extra screening; in routine / werkwijze inbouwen

Kosten ontwikkeling scholing/

inkopen

e-learning

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/

bestuur medisch specialistische zorginstelling

<2 jaar SEH en <5 jaar instellings-breed

Uitdragen van belang van tijdige herkenning van ouderen-mishandeling en steun van instellingsbestuur hierin.

Het risico van het hanteren van een tijdspad van 5 jaar is dat de richtlijn op zijn laatst na 5j wordt herzien en dat de signalering achter blijft lopen op de richtlijn.

2. Integreer als medisch-specialistische zorginstelling de signaleringsvraag in het (elektronisch) patiëntendossier om dossiervoering te faciliteren.

 

Wegnemen van eventuele weerstand tegen extra screening; in routine/ werkwijzen inbouwen

Eenmalig, ICT-aanpassing*

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<2 jaar

De werkgroep beseft dat dit een strakke deadline is, maar deze is bepaald vanwege wettelijke kaders waaraan de instellingen dienen te voldoen

 

Module 4

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Module 4: Zorgplicht, beroepsgeheim en melden: zorgvuldig handelen

Uitgangsvraag: Wat is de relevante wet- en regelgeving voor de professional bij (een vermoeden van) ouderenmishandeling?

    • Welke wet- en regelgeving spelen een rol wanneer er sprake is van een conflict van plichten?
    • Welke wet- en regelgeving spelen een rol betreffende de dossiervoering?
  • Hoe ziet de regievoering eruit inzake vermoeden van ouderenmishandeling?

1. Volg als zorgprofessional en medisch-specialistische zorginstelling bij een vermoeden van ouderenmishandeling het stappenplan van de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

 

 

Deskundigheids-bevordering

 

Geen

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

 

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

 

<1 jaar

 

2. Voer als zorgprofessional naast de kindcheck tevens de mantelzorgverleningscheck uit.

 

 

1 tot 3 jaar

Ter zijner tijd toevoegen aan de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld

3. Maak als medisch-specialistische zorginstelling lokaal deskundigheidsbevordering van zorgprofessionals ten aanzien van wet- en regelgeving, dossiervoering en communicatie op het gebied van ouderenmishandeling beschikbaar.

Deskundigheids-bevordering

 

Kosten ontwikkeling/

aanschaf informatie-materiaal/

opleidings-materiaal

Aandachts-

functionaris ouderenmishandeling aanstellen

               

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/bestuur medisch- specialistische zorginstelling

1 tot 3 jaar

 

4. Vraag aan een collega, een vertrouwensarts van Veilig Thuis (conform de Meldcode) en/of een jurist van de instelling of de KNMG om (geanonimiseerd) mee te denken hoe te handelen bij een conflict van plichten in geval van vermoeden van ouderenmishandeling.

Zorgprofessionals vinden het normaal te overleggen met collegae.

Kosten juridische ondersteuning

Uitleggen wat jurist, VT voor zorgverleners kan betekenen, al dan niet als onderdeel van training; indien aandachts-functionaris aanwezig, bestaan en doel van deze functionaris toelichten

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<1 jaar

 

5. Zorg als medisch-specialistische zorginstelling ervoor dat het (elektronisch) patiëntendossier zo ingericht is om bij een vermoeden van ouderenmishandeling conform de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld dossier te voeren.

Logistieke organisatie/ICT is hierop aangepast

ICT

Inrichten EPD*

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<1 jaar

Dit zou al het geval moeten zijn in verband met volgen KNMG-meldcode onderdeel kindermishandeling

6. Zorg als zorgprofessional  bij een vermoeden van ouderenmishandeling voor een gestructureerde dossiervoering en handel daarbij conform de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Deskundigheids-bevordering

Geen

Handelingsprotocol opstellen

Zorgprofessional

<1 jaar

 

7. Maak als melder afspraken wie regievoerder wordt van het veiligheidsplan na overleg met of interventies van Veilig Thuis. 

Niet van toepassing

Geen

Niet van toepassing

Zorgprofessional

<1 jaar

 

8. Breng als medisch specialistische zorginstelling  op regionaal niveau de sociale kaart en ketenzorg omtrent ouderenmishandeling in kaart en maak samenwerkingsafspraken.

Maak gebruik van eventuele bestaande kaart voor huiselijk geweld en kindermishandeling;werk samen met andere instellingen in de regio

Nee

Opstellen samenwerkings-afspraken met ketenpartners

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

3 tot 5 jaar

Kijk wat hier geregeld is voor kindermishandeling en hoe dat bij ouderen-mishandeling is te realiseren

9. Zorg als medisch-specialistische zorginstelling ervoor dat er beleid is over regievoering bij een vermoeden van ouderenmishandeling, en beleg de regie zo nodig bij een specifieke functionaris.

Afspraken ten aanzien van regievoering ouderen-mishandeling, evt aanstellen aandachts-functionaris ouderen-mishandeling

Kosten aanstelling aandachts-functionaris

Aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling aanstellen

Bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<1 jaar

De aanstelling van een aparte aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling zal niet altijd tot de mogelijkheden behoren in kleine, gespecialiseerde medisch-specialistische organisaties.  Voorstel is dat de organisatie dan de vrijheid heeft om deze functie naar eigen inzicht in te vullen, liefst als aandachtsfunctionaris ouderen-mishandeling danwel bijvoorbeeld in de vorm van een ter zake kundige kwaliteitsfunctionaris.

10. Bespreek als zorgprofessional je zorg over veiligheid van de oudere zo concreet mogelijk met de patiënt (of diens wettelijke vertegenwoordiger) en benadruk hierbij het gezamenlijke doel, namelijk hulp verlenen en zorgen dat de mishandeling stopt.

Deskundigheids-bevordering / communicatie-vaardigheden

Nee

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional

<1 jaar

 

11. Schakel bij een gesprek aangaande vermoedelijke ouderenmishandeling een professionele tolk in bij de aanwezigheid van een taalbarrière.

Professionele tolk

Ja, tolkkosten

Duidelijk maken in instellingsbeleid, of beleid over ouderenmishandeling dat inschakelen tolk mogelijk is

Bestuur medisch- specialistische zorginstelling, ziektekosten-verzekeraars

<1 jaar

 

12. Geef bij ontslag in de overdracht van de patiënt de (potentiële) signalen van ouderenmishandeling door binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders.

Deskundigheids-bevordering

Niet van toepassing

Handelingsprotocol

Zorgprofessional

 

<1 jaar

 

 

Module 5

Aanbeveling

Nodig

Verwacht effect op kosten

Implementatie-activiteiten

Verantwoordelijk voor acties

Tijdspad

Opmerkingen

Module 5: Organisatie van zorg

Welke aspecten zijn randvoorwaardelijk voor het verlenen van de zorg in de tweede lijn aan patiënten met een vermoeden van ouderenmishandeling?

1. De zorgprofessionals en medisch-specialistische zorginstelling zijn bekend met interne en regionale afspraken rondom signalering en aanpak van (een vermoeden van) ouderenmishandeling.

Deskundigheids-bevordering

Nee

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

Zorgprofessional/

bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<1 jaar

 

2. De medisch-specialistische zorg-instelling beschikt over een handelingsprotocol ouderenmishandeling. Uitgangspunt daarbij is de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Handelingsprotocol

 

Nee

Opstellen handelingsprotocol

Zorgprofessional en instellingsbestuur

<1 jaar

 

3. De medisch-specialistische zorginstelling ondersteunt deskundigheidsbevordering over ouderenmishandeling en de stappen van de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

Budget; instelling en professionals zijn gevoelde verantwoordelijk-heid

Geen

Ontwikkelen/inkopen scholing

Instellingsbestuur

<2 jaar

 

4. De medisch-specialistische zorginstelling richt het (elektronisch) patiëntendossier in om ondersteuning te bieden bij de signalering en documentatie van (een vermoeden van) ouderenmishandeling.

Inrichting (E)PD signalering en documentatie van ouderen-mishandeling.

Ja, ICT kosten

Inrichten/aanpassen EPD*

Bestuur medisch- specialistische zorginstelling / ICT-afdeling

<2 jaar

 

De werkgroep beseft dat dit een strakke deadline is, maar deze is bepaald vanwege wettelijke kaders waaraan de instellingen dienen te voldoen

5. De medisch-specialistische zorginstelling en de zorgprofessionals richten een multidisciplinair team ouderenmishandeling op om de coördinatie rondom protocollen en afspraken ten aanzien van ouderenmishandeling te beheren.

 

Budget; instelling en professionals zijn overtuigd van nut en noodzaak;

Ja

Als onderdeel opnemen in het beleid Ouderenmishandeling; aan de orde laten komen in training dat dit team aanwezig is en wat de taken van dit team zijn; verantwoordelijke aanwijzen voor uitvoering

Bestuur medisch specialistische zorginstelling/

zorgprofessional

<2 jaar

NB Een aantal van bovenstaande zaken zullen lastiger te implementeren zijn in kleine, gespecialiseerde medisch-specialistische organisaties. Zo zal daar niet altijd een klinisch geriater/

maatschappelijk werkster, etc. werkzaam zijn. Ook de aanstelling van een aparte aandachts-functionaris ouderenmishandeling niet altijd tot de mogelijkheden behoren.  Voorstel is dat de organisatie dan de vrijheid heeft om het multidisciplinair team naar eigen inzicht samen te stellen waarbij de aanwezigheid van een medisch specialist een minimale vereiste is naast een centraal coordinerende persoon, liefst een aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling danwel bijvoorbeeld een ter zake kundige kwaliteitsfunctionaris.

6. De medisch-specialistische zorginstelling stelt een centraal coördinerend persoon, zoals een aandachtsfunctionaris, aan als spil van het multidisciplinaire team ouderenmishandeling alsook als centraal coördinerend persoon instellingsbreed.

Budget; instelling en professionals zijn overtuigd van nut en noodzaak; budget

Ja

Als onderdeel opnemen in het beleid Ouderen-mishandeling

Bestuur medisch- specialistische zorginstelling

<2 jaar

De aanstelling van een aparte aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling zal niet altijd tot de mogelijkheden behoren in kleine, gespecialiseerde medisch-specialistische organisaties.  Voorstel is dat de organisatie dan de vrijheid heeft om deze functie naar eigen inzicht in te vullen, liefst als aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling danwel bijvoorbeeld in de vorm vaneen ter zake kundige kwaliteitsfunctionaris.

7. De zorgprofessionals van het multidisciplinaire team ouderenmishandeling organiseren periodiek een (anonieme) casuïstiekbespreking ouderenmishandeling, bij voorkeur samen met een vertrouwensarts van Veilig Thuis.

Tijd

Ja

Als onderdeel opnemen in het beleid Ouderenmishandeling

Zorgprofessional en aandachts-functionaris ouderen-mishandeling

<2 jaar

 

8. De patiënt bij wie sprake is van (een vermoeden van) ouderenmishandeling wordt bij ontslag door de zorgprofessional aan de verantwoordelijk behandelaar buiten de medisch-specialistische zorginstelling te worden overgedragen binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders.

Deskundigheids-bevordering

Nee

Contact ketenpartners, aan laten sluiten bij casuïstiek besprekingen

Aan bod laten komen in scholing in medisch specialistische instelling (e-learning, workshops)

 

Zorgprofessional

<1 jaar

 

* De NIV acht de aanbevelingen omtrent het herinrichten van het EPD niet realistisch; zij tekent aan dat deze aanbevelingen buiten de invloedsfeer van de internist ligt.