Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de Richtlijn Vermoeden van Ouderenmishandeling is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen ter beantwoording van de uitgangsvragen. Een deel van de uitgangsvragen kon met behulp van de literatuur worden beantwoord. Echter, een aantal vragen kon niet beantwoord worden aan de hand van de literatuur. Er blijkt nog een groot aantal lacunes te bestaan in de beschikbare kennis. De werkgroep meent dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. De werkgroep heeft de belangrijkste kennislacunes geprioriteerd en per onderwerp aangegeven waar toekomstig onderzoek wenselijk is.

 

Omvang en oorzaken ouderenmishandeling

Wat is de huidige prevalentie van (vormen van) ouderenmishandeling bij patienten van 70 jaar en ouder die in Nederland de spoedeisende hulp van een medisch-specialistische instelling bezoeken?

 

In welke mate en vorm komt ouderenmishandeling voor bij ouderen met een migratieachtergrond in Nederland?

 

Diagnostiek ouderenmishandeling

Wat is het verschil in distributie van bloeduitstortingen tussen accidenteel en toegebracht letsel in Nederland?

 

Zijn er in het geval van ouderenmishandeling pathognomonische fracturen te identificeren?

 

Screening ouderenmishandeling

Welke screeningsinstrumenten kunnen worden gebruikt om ouderenmishandeling in de Nederlandse tweedelijnsgezondheidszorg op te sporen?

 

Het is hierbij wenselijk dat dit screeningsinstrument (of screeningsinstrumenten) ontwikkeld, dan wel gevalideerd wordt voor:

  • de Nederlandse situatie;
  • patiĆ«nten met cognitieve stoornissen;
  • patiĆ«nten met lagere gezondheidsvaardigheden;
  • diverse culturele achtergronden;
  • het detecteren van meerdere vormen van ouderenmishandeling.