Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Bone conduction devices is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van de behandeling met Bone conduction devices in de omschreven patiëntpopulatie nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste kennislacunes geformuleerd.

 

De werkgroep heeft de volgende kennislacunes geformuleerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

  1. Het is nog onvoldoende duidelijk welke air-bone gap als minimaal moet worden gehanteerd voor het overwegen van een aanpassing met BCD, gezien het dynamische aspect van de verschillende typen toepassingen.
  2. Een goede evaluatie van revalidatie bij patiënten met SSD middels de meest moderne conventionele CROS en BCD’s ontbreekt.
  3. De MIPS techniek is, evenals andere minimaal invasieve –punch only- technieken, nog in ontwikkeling. Bij een punch only techniek moet speciale aandacht bestaan voor de insertierichting van het implantaat, voor een volledige insertie van het implantaat en voor een adequate koeling tijdens het maken van het boorgat in het schedelbot teneinde osseointegratie niet te beïnvloeden. Meer onderzoek naar (de optimale uitvoering van) deze techniek is gewenst.

    De commissie adviseert initieel te starten met een techniek waarbij visuele feedback bestaat zoals de lineaire incisietechniek zonder huiduitdunning (tissue preservation).

    Indien voldoende ervaring (geen opleidingssituatie) of in het kader van onderzoek kan worden overgegaan op de punch only/MIPS technieken.

  4. Voor de gewenste techniek van operatie bij kinderen is nog maar zeer beperkt onderzoek gedaan. Kwalitatief goed vergelijkend onderzoek naar gangbare technieken met en zonder huiduitdunning is gewenst, evenals kwalitatief goed vergelijkend onderzoek naar effectiviteit en veiligheid van 1- versus 2-fasen chirurgie bij kinderen.
  5. Onderzoek naar de effectiviteit van het aandraaien van het abutment op het implantaat en hoe vaak dit nodig is.