Implementatieplan

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Controle op microbiologische veiligheid van thermolabiele flexibele gastro-intestinale endoscopen. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen “sterk geformuleerde aanbevelingen” en “zwak geformuleerde aanbevelingen”. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld “Overweeg om …”) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties. Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de “zwak geformuleerde aanbevelingen”.

 

Implementatietermijnen

Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden. Voor de meeste “sterk geformuleerde aanbevelingen” betekent dit dat drie maanden na de publicatie van de richtlijn iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen. Veel aanbevelingen zijn al onderdeel van de huidige praktijk en brengen daarom weinig of geen implementatieproblemen met zich mee.

Voor de volgende aanbevelingen dient echter een langere implementatietermijn van 6 maanden aangehouden te worden, wat dus betekent dat zes maanden na publicatie van de richtlijn iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen:

 

Prevalentiemeting positief op gastro-intestinale flora

  • Neem de positieve thermolabiele hoog-risico gastro-intestinale endoscoop uit de roulatie.

 

Minimale criteria voor afnemen van kweken van flexibele endoscopen zijn:

  • De wijze van afname en transport valt onder de verantwoordelijkheid van de deskundige scopen reiniging en desinfectie (DSRD).

 

Minimale criteria voor de ruimte waar kweek wordt afgenomen zijn:

  • Bemonster in een aparte schone ruimte.

 

Minimale criteria voor bemonstering endoscopen

  • Zie SFERD handboek (bijlage 8).

 

Moment van bemonstering

  • Bepaal per instelling de kweekmomenten in verhouding endoscopen uit de droogkast versus kweken endoscopen direct uit de desinfector, zoals deze in de dagelijkse praktijk bij de patiënt worden gebruikt.

 

Wijze van bemonstering endoscopen

  • leg de procedure van bemonstering, conform deze richtlijn, vast in een protocol;
  • bemonster alle open kanalen van de endoscoop apart door deze te spoelen, met een potje per kanaal;
  • volume vloeistof: 20 ml per kanaal;
  • gebruik een steriele vloeistof zoals fysiologisch zout, fosfaatgebufferde zoutoplossing (PBS) of water om een endoscoop te bemonsteren;
  • bemonster de tip van de endoscoop met een swab;

 

Transport

  • Breng de bemonsteringsvloeistof en swab’s meteen naar het laboratorium conform afspraken transport afname patiëntenmateriaal in het ziekenhuis.

 

  • Leg per ziekenhuis vast wie de verantwoordelijkheid heeft voor onderstaande processen:
    • afname kweken;
    • verwerken kweken;
    • interpretatie kweken;
    • beheren van kweekuitslagen;
    • acteren op kweekuitslagen;
    • eindverantwoordelijke hele proces.

 

Bovenstaande aanbevelingen kunnen niet direct worden ingevoerd vanwege een gebrek aan middelen, expertise en/of juiste organisatie, en hebben daarom een langere implementatietermijn. Bij de resultaten van deze handelingen kan sprake zijn van een leercurve. Daarnaast is aanwezigheid van en afstemming tussen professionals en faciliteiten nodig om de handelingen op betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen een mogelijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

 

Aanbeveling

Verwachte impact op zorgkosten

Prevalentiemeting positief op gastro-intestinale flora

  • Neem de positieve endoscoop uit de roulatie.

Mogelijk is het aanschaffen van extra endoscopen nodig om de productie doorgang te laten vinden wanneer 1 of meerdere endoscopen tijdelijk uit de roulatie worden gehaald.

Minimale criteria ten aanzien van scopendeskundige voor afnemen van kweken van flexibele endoscopen zijn:

  • De wijze van afname en transport valt onder de verantwoordelijkheid van de DSRD

 

Minimale criteria voor de ruimte waar kweek wordt afgenomen zijn:

  • Kweekafname vindt niet plaats in een ruimte waar handeling met vuile endoscopen plaats vindt.

 

Minimale criteria voor bemonstering endoscopen

  • Zie SFERD handboek (bijlage 8).

 

Moment van bemonstering

  • Bepaal per instelling de kweekmomenten in verhouding endoscopen uit de droogkast versus kweken endoscopen direct uit de desinfector, zoals deze in de dagelijkse praktijk bij de patiënt worden gebruikt.

 

Wijze van bemonstering endoscopen

  • leg de procedure van bemonstering, conform deze richtlijn, vast in een protocol;
  • bemonster alle open kanalen van de endoscoop apart door deze te spoelen, met een potje per kanaal;
  • volume vloeistof: 20 ml per kanaal;
  • gebruik een steriele vloeistof zoals fysiologisch zout, PBS of water om een endoscoop te bemonsteren;
  • bemonster de tip van de endoscoop met een wattenstok.

 

Transport

Breng de bemonsteringsvloeistof en swab’s meteen naar het laboratorium conform afspraken transport afname patiëntmateriaal in het ziekenhuizen

Mogelijk is bijscholing van personeel nodig om endoscopen te kunnen bemonsteren conform de richtlijn.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVPC, NVMM, VHIG, vDSMH, NVDV, NIV, NVVH, MVA en anderen)

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van controle op microbiologische veiligheid van thermolabiele flexibele gastro-intestinale endoscopen wordt van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn controle op microbiologische veiligheid van thermolabiele flexibele gastro-intestinale endoscopen en deze toepassen in de praktijk. Het verzorgen van een goed ingericht endoscopenvolgsysteem kan bijdragen aan de implementatie van de aanbevelingen.

Van ziekenhuizen wordt verwacht dat zij de aanbevelingen die in deze richtlijn worden voorgeschreven zullen faciliteren. De “sterk geformuleerde aanbevelingen” in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars en IGZ worden gebruikt als kwaliteitsindicator.

 

De initiërende wetenschappelijke vereniging zorgt ervoor dat: