Verslag invitational conference

Invitational Conference Kwaliteitsstandaard Complexe Wondzorg

 

Dinsdag 31 maart 2015, 18.30-21.00 uur, Domus Medica te Utrecht

De kwaliteitsstandaard Complexe wondzorg wordt een document waarin alle bestaande richtlijnen en documenten over complexe wondzorg worden geïntegreerd, met als doel het creëren van een overzicht waarmee duidelijk wordt hoe een patiënt met een wond op het juiste moment, op de juiste plek in de zorgketen terecht komt, om de kwalitatief goede zorg te ontvangen die hij of zij nodig heeft.

 

Op dinsdag 31 maart 2015 vond de Invitational conference Kwaliteitsstandaard Complexe wondzorg plaats in de Domus Medica te Utrecht. Het doel van deze bijeenkomst was het horen van stakeholders betrokken bij de complexe wondzorg in Nederland, op zowel inhoudelijk, organisatorisch als financieel vlak. De discussie (knelpuntenanalyse) werd ingeleid aan de hand van een inleidende presentatie door Teus van Barneveld en drie patiëntencases.

 

Inhoudelijk

Term/definitie complexe wondzorg

Er is veel discussie over of de complexe wond bestempeld moet worden als een ziekte-entiteit, of als een symptoom.

 

Een wond kan een uiting zijn van onderliggend lijden. Echter presenteert de patiënt zich met een wond waarbij de prioriteit voor de patiënt ligt bij de behandeling/genezing van de wond. De onderliggende oorzaak is niet altijd al bekend, hiervan moet de zorgverlener zich bewust zijn. Echter niet elke zorgverlener is in staat de juiste diagnostiek uit te voeren ter behandeling van de wond.

 

Voor zorgverleners en zorgverzekeraars is het van belang dat het duidelijk is of het bij een complexe wond gaat om een symptoom of een ziekte. Zonder hierover een uitgebreide semantische discussie te voeren, is het definiëren van de begrippen complexe wond en complexe wondzorg voor de kwaliteitsstandaard van belang. De discussie over de precieze definitie heeft nu niet de prioriteit. Een goede werkdefinitie is echter wel van belang voor een goede afbakening van de kwaliteitsstandaard. Daarna kunnen vervolgstappen in de ontwikkeling genomen worden.

 

De term complexe wond is gekozen ter afbakening van het onderwerp. Het impliceert dat het gaat om wonden met onderliggend lijden, en dus niet om alle schaafwondjes etc. De complexe wond bestaat niet, complexe wondzorg wel.

 

Geïntegreerde zorg

Complexe wondzorg komt voor op alle niveaus: in de nulde, eerste, tweede en derdelijnszorg. Het is van belang om deze zorg te verenigen in de ketenzorg, en geen scheidslijnen te trekken. Ook (diabetes)podotherapeuten, huidtherapeuten, diëtisten, fysiotherapeuten etc. zijn betrokken bij de complexe wondzorg. Deze richtlijnen moeten ook opgenomen worden in de kwaliteitsstandaard. De discussie moet niet gaan over wie welke verantwoordelijkheden en regie heeft. Zorgverleners moeten hun eigen grenzen kunnen bewaken.

 

In een goede zorg voor complexe wonden speelt de tijdstermijn een belangrijke rol. Zorgverleners moeten goed weten hoe ver ze kunnen gaan totdat een verwijzing noodzakelijk is. Er treedt vertraging op als er niet snel genoeg een diagnose van het onderliggend lijden wordt vastgesteld. Dit komt nu nog te vaak voor.

 

Uitkomstmaten

De behandeling van complexe wonden moet geobjectiveerd worden. Voor decubitus is er bijvoorbeeld een meetinstrument ontwikkeld waarmee op alle niveaus in de wondzorg, door alle zorgverleners gemeten kan worden of een wond kleiner of groter wordt. De ICT zou mooie uitkomsten kunnen bieden voor een goede overdracht tussen eerste en tweedelijnszorg met betrekking tot het objectiveren van de wondgenezing, maar loopt hier nog in achter. Een probleem is dat de referentiewaarden vaak missen. Zorgverleners kunnen dan slecht bepalen of de genezing wel of niet goed verloopt. Er zijn dus instrumenten nodig om te kunnen evalueren of de behandeling goed verloopt, maar ook om het handelen en de genezing in kaart te kunnen brengen.

 

Een ander lastig punt is dat er zoveel verschillende wonden zijn met zoveel verschillende uitkomstmaten. Hier kan geen alomvattend sjabloon voor ontwikkeld worden.

 

Competenties/verantwoordelijkheden

Het beschrijven van kennisniveaus/competenties/verantwoordelijkheden wordt beschouwd als een hellend vlak. Om een zekere kwaliteitseis te handhaven is echter een goede registratie nodig. De focus in de kwaliteitsstandaard ligt niet op het beschrijven van competenties en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines, maar het is zeer van belang om in een multidisciplinaire samenwerking duidelijke afspraken te maken.

 

Wondbedekking

Een globale beschrijving van wondbedekkingsmaterialen kan een onderdeel zijn van de kwaliteitsstandaard, maar de stakeholders zijn van mening dat dit vooral niet te uitgebreid moet zijn. Er ontbreekt evidence op dit gebied. Om te kunnen beantwoorden welke wondbedekker wanneer het beste resultaat heeft, zou er een RCT uitgevoerd moeten worden. De evidence die er wél is op het gebied van wondbedekkingsmaterialen kan gebruikt worden. Echter heeft het evalueren en beschrijven van wondbedekkingsmaterialen niet de prioriteit in de kwaliteitsstandaard. Diagnostiek en behandeling daarentegen des te meer.

 

Patiëntenperspectief

De individuele patiënt moet als uitganspunt voor de kwaliteitsstandaard genomen worden. Voorbeeld: voor een patiënt hoeft een complete genezing van een wond niet het belangrijkste te zijn, zolang hij of zij zichzelf kan redden in het dagelijks leven en de kwaliteit van leven niet afneemt. Dit is echter niet altijd in lijn met de visie van de zorgverlener. Ook preventie speelt een belangrijke rol. De patiënt moet toegang hebben tot een patiëntenversie van de kwaliteitsstandaard.

 

Samenvatting - Inhoudelijk

 

Organisatorisch

Diagnostiek

Goede diagnostiek van de etiologie van de wond en het medisch onderliggend lijden is in de eerste plaats het meest van belang. De huisarts speelt hierin een grote rol, de patiënt wordt hier voor het eerst gezien. Echter is er vaak aanvullende diagnostiek en expertise nodig om een onderliggende oorzaak goed vast te kunnen stellen. De patiënt moet hiervoor snel doorgestuurd kunnen worden. Vaak levert het diagnosticeren al (onnodige) vertraging op in het genezingsproces. Het juist diagnosticeren heeft de hoogste prioriteit. Daarna kan een patiënt weer terug naar de huisarts voor behandeling.

 

Wondexpertisecentra

De huisarts (of andere zorgverlener in de eerste lijn) is de eerste die een patiënt met een wond ziet. Indien de wond niet goed genoeg geneest kan hij/zij verwijzen naar een wondexpertisecentrum. De huisarts moet handvaten hebben voor een goede monitoring en verwijzing naar andere hulpverleners.

 

Een wondexpertisecentrum is te omschrijven als een multidisciplinair team of een netwerk van experts die gezamenlijk zorgdragen voor de patiënt met een wond. De nadruk ligt hierbij op het vormen van netwerken van zorgverleners in plaats van teams die op één locatie gevestigd zijn. Zorg kan op deze manier dichtbij de patiënt geleverd worden. Het is géén commercieel bolwerk. De kwaliteitsstandaard heeft niet tot doel de organisatie van wondexpertisecentra op regionaal niveau te beschrijven. Niet alle centra hebben de mogelijkheid om een angiografie te maken, gips aan te leggen, etc. Echter kunnen wel kenmerken beschreven worden waar wondexpertisecentra nationaal aan moeten voldoen. Bijvoorbeeld, bepaalde wonden horen thuis in een centrum waar beeldvorming mogelijk is. Er moet goed bekeken worden aan welke elementen van wondzorg aandacht besteed wordt in de kwaliteitsstandaard. Het is namelijk niet de bedoeling een nieuw model voor een wondexpertisecentrum te ontwikkelen.

 

Afspraken over taakverdeling

Het vastleggen van de taakverdeling behoort niet tot de kwaliteitsstandaard, maar het maken van duidelijke afspraken tussen de betrokken hulpverleners in de zorgketen is een belangrijk aspect van complexe wondzorg; bijvoorbeeld tussen de huisarts en de thuiszorg. De patiënt staat hierin centraal. De zorg voor patiënten met complexe wonden moet geïntegreerde zorg zijn.

 

Educatie

Scholing van professionals vormt een belangrijk onderdeel van goede zorg.

 

Communicatie

(Digitale) registratie bevordert de communicatie. Een transparant wonddossier wat iedereen betrokken bij de wondzorg kan inzien, kan sterk aan de communicatie tussen zorgverleners en patiënt bijdragen. Hierin kunnen bijvoorbeeld foto’s van de wond worden opgenomen, om genezing door verscheidene hulpverleners te laten monitoren. Het is van belang om goed vast te stellen wie wat in kan zien. Ook in de communicatie over de zorg moet de patiënt een centrale rol innemen.

 

Patiëntenperspectief

De patiënt komt niet altijd op de juiste plek terecht, niet altijd vindt de juiste diagnostiek en behandeling plaats. Dit moet worden uitgewerkt en verbeterd. De patiënt vormt het uitgangspunt in de organisatie van het zorgtraject omtrent complexe wondzorg.

 

In Twente is een onderzoek gedaan waaruit blijkt dat de patiënt voor eenvoudige diagnostiek naar een ziekenhuis in de buurt wil. Voor een moeilijke ingreep is het voor de patiënt geen probleem om ver te reizen. Herstellen wil de patiënt het liefst wel zo dicht mogelijk bij huis. Men is dus bereid om verder te reizen voor een wondexpertisecentrum.

 

Een getailorde benadering van de patiënt is dus van belang. Er bestaan websites waar de patiënt en hulpverleners online informatie kunnen delen. Echter moet er goed bekeken worden of dit voor alle doelgroepen geschikt is. Een goede informatieoverdracht is een belangrijk aspect van zorg.

 

Samenvatting - Organisatorisch

 

Financieel

Samenvatting - Financieel

Het goed organiseren van de financiering van complexe wondzorg kan veel opleveren, onder andere voor de zorgverzekeraar. Om de financiering voor complexe wondzorg goed te organiseren, moet er een duidelijke omschrijving van de complexe wondzorg zijn. De prioriteit in de kwaliteitsstandaard ligt daarom bij een goede omschrijving van de complexe wondzorg, het financieringssysteem is de volgende stap.

 

Prioritering

De aanwezigen is gevraagd om aan te geven wat volgens hen de hoogste prioriteit heeft binnen de kwaliteitsstandaardontwikkeling, en wat de laagste prioriteit. De resultaten staan weergegeven in de tabel hieronder.

 

Hoge prioriteit

Lage prioriteit

Communicatie (4x)

Bestaande hiërarchie

Competenties (2x)

Definities

De beste kennis vooraan in de ketenzorg

Financiering (2x)

De individuele patiënt als uitgangspunt (zoals kwetsbare ouderen)

(richtlijn)inhoudelijk

Definities

Organogram (wie doet wat) (5x)

Diagnostiek (4x)

Wondbedekkingsmaterialen (20x)

Diagnostiek meten

Wonden door eczeem (2x)

Digitale toegankelijkheid

 

Empowerment van de patiënt

 

Geïntegreerde zorg (5x)

 

Implementatie

 

Minder management

 

Multidisciplinaire ketenzorg (8x)

 

Organisatie (2x)

 

Patiëntenperspectief (3x)

 

Professionaliteit (kennis op peil houden)

 

Registratie

 

Scholing (3x)

 

Shared decision making

 

Transmurale zorg

 

Uitkomsten meten (4x)

 

Verantwoordelijkheden

 

Wonden in de nulde en eerste lijn