Algemene inleiding

Afbakening van de richtlijn

Tijdens de voorbereidende fase van de richtlijn dwarslaesierevalidatie is een knelpuntenanalyse verricht (voor meer informatie zie de verantwoording bij de richtlijn dwarslaesierevalidatie). De werkgroep heeft de aangedragen knelpunten geprioriteerd, omdat er een beperkt aantal knelpunten uitgewerkt kon worden in de richtlijn. Het knelpunt goed (leren) zitten in een rolstoel was in eerste instantie niet geprioriteerd, maar is op verzoek van de Dwarslaesie Organisatie Nederland later uitgewerkt. Daarom wordt deze module afzonderlijk gepresenteerd. De focus van deze module ligt op het goed (leren) zitten in een rolstoel tijdens het revalidatietraject.

 

De richtlijnmodule richt zich op alle patiënten met een verworven dwarslaesie. De richtlijnmodule gaat niet specifiek in op cauda laesies, aangeboren dwarslaesies en dwarslaesies ten gevolge van progressieve aandoeningen zoals oncologische processen. Wel kunnen sommige aanbevelingen in de richtlijnmodule van toepassing zijn op deze soorten van dwarslaesie.

 

Definities en begrippen

Een dwarslaesie is een beschadiging van het ruggenmerg ten gevolge van een trauma (bijvoorbeeld verkeer, val of sport), vaatstoornis, ontsteking, ziekteproces of aangeboren afwijking (bijvoorbeeld spina bifida). Traditioneel wordt de (traumatische) dwarslaesie gezien als een aandoening die vooral jonge mannen treft. Echter, de trend laat steeds meer ouderen met incomplete cervicale dwarslaesies zien. Dit geldt zeker voor de niet-traumatische dwarslaesie. Deze richtlijn geldt voor alle leeftijdscategorieën. De uitgebreidheid van de beschadiging van het ruggenmerg en de hoogte van de beschadiging (laesie op hoog versus laag ruggenmergniveau) bepalen de omvang van de functie-uitval.

 

Andere relevante/verwante richtlijnen en documenten