Afkortingen en definities

Euthanasie: Opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene (door een arts) op diens uitdrukkelijk verzoek.

Hulp bij zelfdoding: Opzettelijk voorschrijven of verstrekken van middelen (door een arts) waarmee de betrokkene zelf het leven kan beëindigen.

Levensbeëindiging op verzoek: Euthanasie en/of hulp bij zelfdoding.

Arts: De arts die het verzoek tot levensbeëindiging ontvangt en eventueel beoordeelt en uitvoert. Binnen de context van deze richtlijn kan dit zowel een psychiater als een andere arts zijn.

Hij: In de tekst wordt bij verwijzing naar de arts of de patiënt het woord ‘hij’ gebruikt. Uiteraard geldt dat hierbij in plaats van ‘hij’ ook ‘zij’ gelezen kan worden.

Verzoekfase: Fase tijdens het proces waarin de patiënt een verzoek tot levensbeëindiging bespreekt met de arts en een eerste exploratie van het verzoek plaatsvindt.

Beoordelingsfase: Fase tijdens het proces waarin de arts onderzoekt of hij op basis van de eerste vier (van de zes) zorgvuldigheidseisen uit de wet, mag overgaan tot levensbeëindiging op verzoek.

Consultatiefase: Fase van het proces waarin een onafhankelijk consulent toetst of is voldaan aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen.

Second opinion: Beoordeling van de resterende behandelmogelijkheden door een onafhankelijk psychiater met specifieke deskundigheid op het gebied van de stoornis van de patiënt tijdens de beoordelingsfase.

Consulent: Psychiater met SCEN opleiding of SCEN arts die tijdens de consultatiefase zich een eigen oordeel vormt over de mate waarin is voldaan aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen.

Behandelperspectief: Behandelperspectief in brede zin, dat wil zeggen dat het zich niet beperkt tot interventies gericht op klinisch herstel maar ook interventies omvat gericht op het ondersteunen van herstel op andere domeinen (maatschappelijk, persoonlijk) die kunnen leiden tot een acceptabele kwaliteit van leven met de stoornis.

Platform Psychiatrie en Euthanasie: Groep psychiaters die vanuit een platform van de NVvP steun en consultatie biedt aan collega's die een verzoek krijgen om hulp bij zelfdoding.

RTE: Regionale toetsingscommissies euthanasie

SCEN-arts: Arts opgeleid en ingeschreven in het KNMG-register via het programma Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland (SCEN).

Wtl: Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding

NVVE: Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde:

NVvP: Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, beroepsorganisatie van psychiaters

NIP: Nederlands Instituut van Psychologen, beroepsorganisatie van psychologen

SLK: Stichting Levenseindekliniek, opgericht in 2012 door de NVVE, met als doelstelling om mensen met een euthanasieverzoek dat voldoet aan de wettelijke criteria te helpen, als de behandelend arts niet in staat is om dit verzoek te honoreren.

POH GGZ: Praktijkondersteuner van de huisarts voor GGZ zorg.

SPV: Sociaal psychiatrisch verpleegkundige