Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Diagnostiek en behandeling van obstructief slaapapneu (OSA) is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van de diagnostiek en behandeling van OSA in de omschreven patiëntpopulatie nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan.

 

De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden zal de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis prioriteren. Dit volgt na de commentaarfase.

 

Overzicht kennislacunes

Het concept OSA: actuele inzichten

• Klinisch bruikbare definities voor ernstclassificatie voor OSA gebaseerd op hypoxemie, de ernst van klachten en co-morbiditeit, ontbreken.
• Er zijn technische ontwikkelingen nodig om ambulante PSG toegankelijker te maken voor routine klinisch gebruik.

 

Drug-induced sleep endoscopy (DISE) bij OSA

• Het is niet onderzocht of de toepassing van DISE bij patiënten met OSA tot een betere behandeluitkomst van MRA leidt dan wanneer onderzoek van de bovenste luchtweg in een wakkere toestand wordt gedaan.

 

Deze kennislacune zal worden meegenomen bij de update van de Kennisagenda 2.0 van de NVKNO.

 

Behandeling met CPAP bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht of CPAP bij OSA-patiënten tot een verbeterde zuurstofsaturatie, kwaliteit van leven en cognitieve functies leidt.

 

Behandeling met MRA bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht of een MRA bij patiënten met OSA tot een verbetering van kwaliteit van leven, zuurstofsaturatie en cognitief functioneren leidt.
• Het vóórkomen van ongewenste tandverplaatsingen en de behandeling/follow-up hiervan is onvoldoende onderzocht.

 

Behandeling met positietherapie bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of slaappositietrainer bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met een controlebehandeling of andere OSA-behandelingen.

 

KNO-chirurgische ingrepen bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of nieuwe patalumtechnieken (laterale pharyngoplastiek, expansion sphincter pharyngoplastiek, en repositie pharyngoplastiek) bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en/of slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met andere OSA-behandelingen.
• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of tongvolumereducerende chirurgie bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en/of slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met andere OSA-behandelingen.
• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of tongbeenpositieveranderende chirurgie bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en/of slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met andere OSA-behandelingen.
• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of verstijvingsprocedures met radiofrequente thermotherapie van de tongbasis of het palatum bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en/of slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met andere OSA-behandelingen.

 

Bovenstaande kennislacunes zullen worden meegenomen bij de update van de Kennisagenda 2.0 van de NVKNO.

 

Behandeling met nervus hypoglossusstimulatie bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of nervus hypoglossusstimulatie bij patiënten met OSA leidt tot een verbetering van AHI en/of slaperigheid overdag (ESS), vergeleken met een controlebehandeling of andere OSA-behandelingen.

 

Deze kennislacune zal worden meegenomen bij de update van de Kennisagenda 2.0 van de NVKNO.

 

Kaakchirurgische behandelingen bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht in interventiestudies of bimaxillaire osteotomie bij OSA-patiënten tot een verbetering leidt van AHI, slaperigheid en kwaliteit van leven, in vergelijking met CPAP-behandeling. Echter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek is lastig te bewerkstelligen bij deze ingreep.
• Het is onvoldoende onderzocht in intervenstiestudies of bimaxillaire osteotomie bij OSAS-patiënten tot een andere verbetering leidt van AHI, slaperigheid en kwaliteit van leven, in vergelijking met andere chirurgische ingrepen om OSAS te behandelen. Echter, dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek is lastig te bewerkstelligen bij deze ingreep.

 

Combinatietherapie met niet-chirurgische behandelingen bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht of de combinatie CPAP en MRA bij patiënten met intolerantie voor relatief hoge CPAP drukken, of bij patiënten die blijvende slaapklachten en/of disfunctioneren overdag tot een verbetering leidt van de AHI, ODI, slaperigheid gedurende de dag en kwaliteit van leven.
• Het is onvoldoende onderzocht of de combinatie van MRA met positietherapie bij OSA-patiënten met een residueel positioneel OSA met blijvende slaapklachten en/of disfunctioneren overdag tot een verbetering leidt van de AHI, ODI, slaperigheid gedurende patiënten de dag en kwaliteit van leven.
• Het is niet onderzocht of de combinatie van CPAP met een positietrainer bij patiënten met resterend verhoogde AHI in rugligging en resterende klachten tot een verbetering leidt van de AHI, ODI, slaperigheid gedurende de dag en kwaliteit van leven.

Effect van behandeling op co-morbiditeiten bij OSA

• Het is onvoldoende onderzocht wat het effect is van de oxygen desataration index op cardiovasculaire gezondheidsrisico’s.
• Bestaat er een dosis effect relatie tussen de duur van het CPAP-gebruik per nacht en de mate van bloeddrukdaling?

 

Therapietrouw

Geen kennislacunes geformuleerd.

 

Behandeling van OSA bij ouderen

• Het is onvoldoende onderzocht of CPAP-behandeling bij oudere OSA-patiënten tot een verbetering van AHI, zuurstofdesaturatie, slaperigheid, kwaliteit van leven, cognitief functioneren en bloeddruk leidt.
• Het is niet onderzocht of behandeling van OSA bij kwetsbare ouderen tot een verbetering van klachten en symptomen leidt.
• Het is niet onderzocht of behandeling van OSA bij ouderen met dementie, anders dan de ziekte van Alzheimer, tot een verbetering van klachten en symptomen leidt.

 

Anesthesie

Geen kennislacunes geformuleerd.