Verslag Focusgroep

Focusgroep Diverticulitis

Aanwezigen: 11 patiënten die episode(s) van diverticulitis hebben doorgemaakt, Renske Kranenburg (Patiëntenfederatie Nederland) Annefloor van Enst (Kennisinstituut van Medisch Specialisten; toehoorder/notulen), Stefan van Dijk (onderzoek in opleiding AMC; toehoorder)

 

1. Opening

Iedereen wordt van harte welkom geheten en bedankt voor de bereidheid deel te nemen aan de focusgroep. De focusgroep is georganiseerd ten behoeve van de herziening van de medisch specialistische richtlijn over diverticulitis. We willen graag patiënten horen over hun ervaringen rondom de zorg van diverticulitis, waaronder de zaken die goed gaan en de zaken die mogelijk verbeterd kunnen worden. Deze informatie zal worden gebruikt om te prioriteren welke onderwerpen de richtlijn moet bespreken. Daarnaast zal de informatie gebruikt worden om het perspectief van patiënten mee te wegen bij het maken van aanbevelingen in de richtlijn.

Het verslag van de focusgroep zal gepubliceerd worden bij de richtlijn. Zodoende zijn de namen van patiënten weggelaten uit deze notulen.

 

2. Kennismaking

De focusgroep begint met een kennismaking waarin iedereen zich voorstelt en aangeeft waarom hij of zij aan de focusgroep deelneemt.

De deelnemers wordt gevraagd zich voor te stellen en hierbij aan te geven wat hun ervaringen zijn bij diverticulitis: hoelang spelen de klachten, is de huisarts of specialist bezocht, hoe gaat het nu?

 

3. Is operatie een overweging:

Eén patiënt had voor deze bijeenkomst het idee dat een operatie een optie was, maar begint nu te twijfelen.

Overige patiënten zien erg op tegen een operatie omdat ze de risico’s te groot vinden. Een operatie zou een optie zijn als het echt niet anders kan. Bijvoorbeeld door te veel pijn of niet meer kunnen functioneren door de klachten.

Twee patiënten hebben een operatie ondergaan. Zij hadden zodanig veel en langdurig klachten dat zij de risico’s van de operatie konden aanvaarden. Dankzij de operatie zijn de klachten veel minder. Ze kregen voldoende informatie over de risico’s die aan de ingreep verbonden zijn en werden goed voorbereid op de ingreep.

 

4. Wat gaat er goed

De organisatie van zorg lijkt goed te zijn geregeld. De meeste patiënten worden snel doorverwezen, er is voldoende controle wanneer er acute problemen zijn, er wordt veel informatie gegeven over voeding, en de zorg van verpleegkundige en verzorgende is goed. Ook wordt e-health genoemd als prettig middel voor informatievoorziening voor niet acute vragen. Voedingsadvies wordt gegeven door diëtisten, huisarts en patiënten zoeken zelf veel uit. Hieronder volgen opmerkingen die door de aanwezigen zijn opgeschreven op de vraag ‘Wat gaat er goed’.

 

Voortraject:

Diagnose:

Behandeling

Nazorg

Overig

 

5. Wat kan er beter?

Artsen gaan er vaak van uit dat er sprake is van obstipatie, terwijl twee patiënten juist veel diarree ervaren en juist geen obstipatie.

De informatieverstrekking is te weinig en niet eenduidig. De zorgverleners geven continu andere adviezen, mede omdat je vaak te maken hebben met wisselende zorgverleners. Patiënten geven aan dat ze twee boeken over ontlasten/darmen (de voedselmachine en het poepboek) behulpzaam vonden. Daarnaast vonden zij de informatie op Thuisarts prettig. Dit is in het Nederlands, goed leesbaar, en eenduidig. Er gaat iets geruststellends vanuit. Daarnaast geeft de website van de maag- lever- darmstichting nuttige informatie.

Hieronder volgen opmerkingen die door de aanwezigen zijn opgeschreven op de vraag ‘Wat kan er beter’.

 

Voortraject

Diagnose

Behandeling

Nazorg

Overig

 

6. Overige opmerkingen

 

7. Wat zijn belangrijke uitkomsten

Pijn(vrij)

 

8. Belangrijkste punten voor de richtlijn