Implementatieplan en implementatietabel

In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is rekening gehouden met de implementatie van de richtlijn en de praktische uitvoerbaarheid van de aanbevelingen. Daarbij is uitdrukkelijk gelet op factoren die de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren.

 

De richtlijn wordt digitaal verspreid onder alle relevante beroepsgroepen, daarnaast is de richtlijn te downloaden vanaf de website van de Richtlijnendatabase.

 

Inventarisatie van barrières en mogelijke acties

Voor elke aanbeveling uit de richtlijn is middels onderstaande tabel nagegaan of er barrières zijn voor de implementatie. Het gebruik van deze tabel verzekert dat er over verschillende potentiële barrières wordt nagedacht.

 

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
<1 jaar,

1-3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land m.b.t. de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, etc.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het bespreken van de aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.

 

In totaal zijn er elf aanbevelingen waarbij er volgens de werkgroep belangrijke barrières voor implementatie zijn. De betreffende aanbevelingen zijn puntsgewijs beschreven in de onderstaande tabel.

 

Implementatietabel

Richtlijn Anesthesie bij Kinderen

Tijdspad voor implementatie:
<1 jaar,

1 tot 3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

Overige opmerkingen

 Aanbeveling

Wijs per ziekenhuislocatie minimaal één anesthesioloog aan als verantwoordelijk contactpersoon met betrekking tot anesthesie bij kinderen. Het is aan te bevelen dat deze anesthesioloog tevens lid is van de sectie kinderanesthesiologie van de NVA opdat hij/zij op de hoogte blijft van de ontwikkelingen binnen Nederland met betrekking tot anesthesie aan kinderen.

<1 jaar

Geen

-

Geen lid willen worden van NVA/SKA.

Instellingen zonder anesthesioloog die lid is van de NVA.

Instellingen waar geen anesthesioloog van de NVA werkzaam is dienen op de hoogte gebracht te worden van de richtlijn.

NVA, vakgroepen Anesthesiologie.

-

Een kindercentrum heeft een belangrijke consultatiefunctie voor omliggende ziekenhuizen en ZBC’s. Een regionaal kindercentrum garandeert een 7*24 uur bereikbaarheid van kinderanesthesioloog en kinderintensivist voor intercollegiaal overleg.

<1 jaar

Minimaal/geen

-

-

Bekendmaken/ verspreiden contactgegevens kindercentra

Sectie Kinder-anesthesiologie.

Reeds bestaande afspraak. Toch wil de werkgroep deze functie van kindercentra benadrukken.

Ingrepen bij a terme kinderen vanaf vier weken tot en met twaalf maanden en exprematuren ouder dan een postconceptie leeftijd van 60 weken tot twaalf maanden, kunnen uitgevoerd worden in een ziekenhuislocatie met kinderafdeling, mits het laag complexe ingrepen betreft en cardiorespiratoire bewaking op de kinderafdeling gegarandeerd is. Voor complexe chirurgie is aanwezigheid van een PICU noodzakelijk.

1 tot 3 jaar

Kosten voor inrichten opnamecapaciteit.

Inrichten adequate opnamecapaciteit of regelen mogelijkheid overplaatsing naar centrum met adequate opnamecapaciteit in de buurt.

Logistiek moet anders worden ingericht.

 

 

Overleg tussen verschillende centra,  verschillende beroepsgroepen, en met directies eigen centrum.

Vakgroep anesthesiologie samen met andere beroepsverenigingen en directies ziekenhuizen?

Instellingen zonder kinderafdeling kunnen dergelijke ingrepen niet meer uitvoeren.

 

Ingrepen bij kinderen van één jaar tot en met twee jaar met een ASA classificatie I en II kunnen in een ziekenhuislocatie zonder kinderafdeling, maar met meer dan twee operatiekamers. Voorwaarde is dat er minimaal twee anesthesiologen werkzaam zijn in directe nabijheid van de kamer waar deze kinderen worden geopereerd en dat het ingrepen betreft die geschikt zijn voor dagbehandeling. Tevens moet het ziekenhuis een transparante regeling hebben voor de opvang van eventuele calamiteiten en complicaties op een kinderafdeling in een ziekenhuis met een aanrijtijd die ligt binnen de bestaande normen. Indien aannemelijk is dat postoperatief extra zorg nodig is vanwege de ingreep dan wel onderliggende ziekte, dan dient het kind in een instelling met kinderafdeling geopereerd te worden. Indien intensievere zorg postoperatief nodig is dient ook een PICU aanwezig te zijn.

>3 jaar

Kosten voor inrichten opnamecapaciteit.

Inrichten van opname en regelen mogelijkheid verplaatsing naar kindercentrum met opnamecapaciteit in de buurt.

Logistiek moet anders worden ingericht.

 

Overleg tussen verschillende centra,  verschillende beroepsgroepen, en met directies eigen centrum.

Vakgroep anesthesiologie samen met andere beroepsverenigingen en directies ziekenhuizen.

 

De werkgroep beveelt aan om de anesthesiologische zorg in Nederland aan kinderen in drie competentieniveaus te categoriseren.

Deze drie competentieniveaus zijn:

- Kinderanesthesioloog;

- Anesthesioloog met aandachtsgebied kinderen;

- Algemeen anesthesioloog.

<1 jaar

Geen

Is min of meer analoog aan bestaande NVA standpunt, grotendeels reeds bestaande situatie. Werd echter nooit gehandhaafd, dus het zou kunnen dat er vakgroepen zijn waar deze afspraken nog niet geformaliseerd zijn.

Vakgroepen waar niemand zich wil opwerpen als aandachtsvelder.

Formaliseren afspraken. Opname in kwaliteitsnormen document NVA.

Vakgroep anesthesiologie

 

De werkgroep beveelt aan om kennis te nemen van het document van de Task force “Postoperatieve hersenschade bij kinderen op jonge leeftijd“.

<1 jaar

Geen

-

Te vrijblijvende afspraken, aangezien er geen evidence is voor de aanbevelingen die de Task force doen.

Awareness creëren, door casuïstiek te publiceren van cerebrale neonatale schade na neonatale chirurgie.

Presenteren op diverse fora, zoals de NVK, kinderanesthesie en de kinderchirurgie.

Specialisten die anesthesie geven of vragen bij neonaten, zouden de Task force richtlijn moeten volgen.

Evalueren na een jaar of er een verandering in beleid is ontstaan.

Voer bij kinderen de time-outprocedure bij voorkeur uit in de aanwezigheid van een ouder.

<1 jaar

Minimaal

Ouders moeten mee kunnen naar de OK

Ouders mogen nu niet altijd mee naar OK.

Aparte time-out voor kinderen die gestandaardiseerd is in het ziekenhuis.

Anesthesiologen

 

Recovery-verpleegkundigen zijn aantoonbaar opgeleid volgens de kinderspecifieke eisen van de beroepsvereniging voor de zorg aan kinderen en zijn in staat een vitaal bedreigd kind te herkennen.

1 tot 3 jaar

Mogelijk scholingskosten.

Goed scholingsplan opstellen.

Krapte aan personeel.

Publicatie richtlijn.

NVA in samenwerking met de BVR stellen een document op waarin opleiding en bij-/nascholing worden vastgelegd voor recovery verpleegkundigen voor de vier risicogroepen.

 

Een anesthesioloog die voldoet aan de gestelde competenties om zorg te verlenen aan het kind op de recovery is beschikbaar om complicaties  op te vangen.

<1 jaar

Geen

Voldoende competente anesthesiologen aanwezig.

Krapte aan personeel.

Publicatie richtlijn.

Staf anesthesiologie.

 

De verpleegkundige bezetting dient één op één te zijn totdat het kind wakker en aanspreekbaar is (geweest).

<1 jaar

Wisselend. Assumptie werkgroep dat dit reeds dagelijkse praktijk is.

Voldoende personeel recovery.

Krapte personeel.

Publicatie richtlijn.

Staf anesthesiologie en hoofd verkoeverkamer.

 

Zorg dat lokale schriftelijke afspraken tussen chirurgie-anesthesie uitgewerkt worden en beschrijf lokaal gehanteerde scoringssystemen (minimale dataset) en minimale ontslagcriteria (veiligheidscriteria).

1 tot 3 jaar

Besparing van kosten.

Consensus medisch beleid vakgroep.

ontbreken van consensus.

Indicator voor zowel kwaliteitsvisitatie vanuit de beroepsgroep alsook  vanuit de visitatie door de IGZ van maken.

Primair iedere vakgroep/ziekenhuis individueel.

 

 

 

Algemeen: De werkgroep beveelt de beroepsvereniging aan om landelijke complicatieregistratie op het vlak van kinderanesthesiologie mogelijk te maken, om van hieruit inzichten te verkrijgen in het vóórkomen van relevante complicaties (met bijdragende factoren) waarin de anesthesiologische hulpverlening aan het kind een bijdragende rol kan hebben gespeeld.

1 tot 3 jaar

Inzicht in ernstige complicatie die helderheid kunnen verschaffen over problemen in de zorg

Medewerking  en discipline van specialisten die zorg verlenen aan kinderen

Ontbreken van medewerking / discipline

 

NVA – vaststellen dataset meldplichtige complicaties, opzetten en bijhouden database, evaluatie complicatie en publicatie van relevante conclusies.

Specialist en directie van centra – zorg dragen voor melding meldplichtige complicaties