Instructies voor zelfonderzoek (om mee te geven)

Zelfonderzoek aangeboren moedervlek

Omdat er een (kleine) kans bestaat dat aangeboren moedervlekken kwaadaardig kunnen worden (huidkanker, oftewel melanoom) is het belangrijk de moedervlek regelmatig te controleren op veranderingen. De werkgroep raadt aan dit maandelijks te doen.

Het is daarbij handig om foto’s te maken (jaarlijks) en de moedervlek hiermee regelmatig te vergelijken.

 

Let bij het zelfonderzoek op de volgende kenmerken door te kijken en te voelen:

 

Kijken

Groei;

Op de kinderleeftijd zal de moedervlek meegroeien met de huid, op volwassen leeftijd groeit een moedervlek in principe niet meer. Wanneer de moedervlek groeit, of op kinderleeftijd harder groeit dan het lichaamsdeel waar het zit, neem dan (versneld) contact op met de behandelend dermatoloog.

 

Kleur

De moedervlek kan in de loop van het leven veranderen van kleur (donkerder, lichter). Wanneer deze kleur verandering niet symmetrisch verloopt en heel snel gaat, neem dan (versneld) contact op met de behandelend dermatoloog.

 

Vorm

Als de moedervlek van vorm gaat veranderen, de randen grillig worden of uitlopers krijgen, neem dan (versneld) contact op met de behandelend dermatoloog.

 

Klachten

Een aangeboren moedervlek geeft soms jeuk. Wanneer deze jeukklachten gaan toenemen, de moedervlek pijn gaat doen, makkelijk bloedt zonder duidelijk trauma of er korstjes gaan ontstaan, neem dan (versneld) contact op met de behandelend dermatoloog.

 

Voelen

Knobbels

In een aangeboren moedervlek kunnen bobbels gaan ontstaan. Wanneer de knobbels hard worden, hard groeien of pijnlijk zijn, neem dan (versneld) contact op nemen met de behandelend dermatoloog.

 

>> Neem bij bovenstaande veranderingen in de moedervlek contact op met de behandelend arts

 

Zie ommezijde voor neurologische symptomen

Neurologische symptomen (bij uitgebreidere moedervlekken)

 

Indien u bij uw kind ander gedrag of andere verschijnselen bemerkt dan bij een gezond kind te verwachten valt of u van uw kind herkent* neem ook dan contact op met de arts;

 

Dit zijn bijvoorbeeld tekenen van:

 

Verhoogde druk in de schedel

Klachten van bijvoorbeeld hoofdpijn, braken, bewijstzijnsstoornissen, een hard groeiende schedelomvang

 

Afwijkingen in een bepaald gebied in de hersenen

Klachten van bijvoorbeeld epileptische aanvallen, stoornissen in het bewegen (bv. een lichaamshelft die ‘achterblijft’)

 

Verhoogde druk op het ruggenmerg

Klachten van bijvoorbeeld loopstoornissen en/of gevoelsstoornissen in de benen of armen, problemen met plassen of poepen.

 

Achterblijven in de ontwikkeling

Bijvoorbeeld achterlopen in de mijlpalen van ontwikkeling, achterblijven op school.

 

>> Neem bij bovenstaande verschijnselen contact op met de behandelend arts.