Algemene inleiding

Aanleiding

Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie en de Nederlandse Vereniging van Medische Microbiologie is de richtlijn infectiepreventie bij dermatochirurgische ingrepen ontwikkeld. De hygiënische maatregelen op poliklinische ingrepenkamers zijn de laatste jaren een belangrijk onderwerp van discussie geworden, niet alleen door de groei in aantal en grootte van ingrepen, maar ook door de toenemende antibioticaresistentie, complexiteit van de patiënten en ingrepen. De infectiepreventie maatregelen verschillen aanzienlijk per ziekenhuis, mede door het ontbreken van een landelijke richtlijn. Het doel van deze nieuwe multidisciplinaire richtlijn is zorgen voor een meer uniform beleid en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van zorg.

 

Definities

Dermatochirurgische ingreep

Met een dermatochirurgische ingreep wordt in deze richtlijn het volgende bedoeld: het verwijderen dan wel incideren van huid onder lokale anesthesie met als mogelijk doel het verwijderen van weefsel uitgaande van de epidermis, dermis, subcutane vet en/of tussenliggende structuren en relevante onderliggende structuren, zoals spier, kraakbeen en fascie.

 

Definitie postoperatieve wondinfectie

In de richtlijn wordt de volgende definitie van een postoperatieve wondinfectie aangehouden: Infectie uitgaande van de huid of subcutaan weefsel ontstaan <30 dagen na de operatie MET tenminste één van het volgende:

• pus uit de incisie
• positieve kweek EN klinische verschijnselen (pijn/zwelling/rood/warm)
• wond geopend door operateur (al dan niet met positieve wondkweek) EN klinische verschijnselen (pijn/zwelling/rood/warm)

Bron: PREZIES, 2016

 

Afbakening onderwerp

Ingrepen

• Excisies waarbij het weefsel primair uitgaat van de huid, maar doorgroeit in dieper liggend weefsel behoren tot de dermatochirurgische ingrepen.
• De ingrepen liposuctie, endoveneuze laserbehandeling, Müller-behandeling en injecties met fillers zijn ingrepen die door verschillende disciplines worden verricht op een zelfstandige behandelkamer. Er bestaan algemene kwaliteitsdocumenten voor deze ingrepen en daarom worden ze in de richtlijn verder buiten beschouwing gelaten.

 

Tabel 1 Ingrepen die wel/niet binnen de richtlijn vallen

Type ingreep	Aan de orde in deze richtlijn?
Blepharoplastiek	Ja
Coagulatie/ablatieve laser*	Ja
Deroofing (bij hidradenitis)	Ja
Excisie primair sluiten	Ja
Excisie sluiten met huidplastiek	Ja
Flapoor correctie	Ja
Huidbiopt (stansbiopt)**	Ja
Laterale canthopexie	Ja
Litteken correctie	Ja
Mini facelift / S-lift	Ja
Mohs chirurgie (met of zonder botinvasie)	Ja
Nagelchirurgie	Ja
Neustip/neusvleugel correctie	Ja
Re-excisie huidmaligniteit	Ja
Verwijderen genitale wratten	Ja
Verwijderen lipoom/atheroomcyste	Ja
Wenkbrauw lift (direct, temporaal of trans-bleph)	Ja
Wig Excisie oor/Lip	Ja
Endoveneuze laser	Nee
Excisie mucosa mond	Nee
Ganglion verwijderen	Nee
Gebruik injectables (botox/fillers/sclerocompressie)	Nee
Incisie/drainage abces	Nee
Liposuctie	Nee
Mucoid cyste verwijderen	Nee
Muller behandeling	Nee

*Ablatieve laser behoeft geen steriel veld

**Huidbiopten /stansbiopten behoeven geen speciale preventieve maatregelen en hoeven niet op ZBK te worden verricht.

 

Operatietechnieken en -materialen (zoals vicryl plus hechtdraden) vallen buiten de scope van deze richtlijn. Bij een herziening van de richtlijn zullen deze aspecten wellicht wel aan bod komen.

 

In de modules wordt ervan uitgegaan dat de ingrepen minimaal op een zelfstandige behandelkamer plaatsvinden. Bij ingrepen op de zelfstandige behandelkamer vindt in de meeste gevallen desinfectie van de huid plaats, wordt gewerkt met een steriel veld en worden steriele handschoenen gedragen. Het steriele veld is geen apart onderwerp van deze richtlijn geweest.

 

Literatuur

PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance (PREZIES). Definitie postoperatieve wondinfectie. RIVM, 2016.