Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Beleid rondom Spoedoperaties’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat erover met name de logistieke aspecten van zorg bij acute chirurgische ingrepen nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

De werkgroep heeft de volgende lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

 

Tijd tot operatie

Uit de module ‘Relatie timing-to-surgery’ en onderliggende submodules is gebleken dat het voor het overgrote deel van de aandoeningen die een spoed chirurgische ingreep vereisen onvoldoende duidelijk is hoe snel de ingreep plaats dient te vinden. Voor categorie een aandoeningen is vaak evident dat zij geen uitstel dulden, maar met name bij categorie twee en drie aandoeningen is de acceptabele tijd tot interventie onbekend.

 

Logistieke planning

Naast medisch inhoudelijke aspecten spelen logistieke en financiële aspecten een belangrijke rol bij het uitvoeren van spoedeisende chirurgische ingrepen. Omdat logistieke en financiële aspecten sterk afhangen van de nationale of zelfs ziekenhuis specifieke situatie is meer onderzoek in de Nederlandse setting gewenst. Met name onderzoek naar geschikte planningmodules voor de Nederlandse setting zouden welkom zijn.

 

Dedicated teams

In meerdere modules wordt een poging gedaan om te achterhalen welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit van zorg buiten kantooruren. Het blijkt dat met name in transplantatie teams geen verschil tussen dag en nacht kan worden vastgesteld indien de teams goed op elkaar ingespeeld zijn en ervaren zijn om de ingreep uit te voeren. Hoewel in toenemende mate kwalitatieve en kwantitatieve eisen worden gesteld aan de medisch specialisten die een ingreep uitvoeren, is dit bij het ondersteunende personeel minder duidelijk vastgelegd. De werkgroep adviseert om nader onderzoek uit te voeren naar de eisen die er aan een (spoed) OK-team of interventieteam zouden moeten worden gesteld, en de consequenties op gebruikte capaciteit en bemensing als deze eisen ook voor de avond nacht en weekenddiensten zouden gelden.