Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Ongeïnstrumenteerde wervelkolomchirurgie’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van optimaliseren conservatief beleid en postoperatieve bewegingstherapie nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

De werkgroep Ongeïnstrumenteerde wervelkolomchirurgie heeft de volgende kennislacunes geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

 

Voor de module 'Indicatie chirurgie bij LRS'

Goed opgezette studies zijn nodig om de optimale timing van chirurgie per patiëntprofiel te onderzoeken. Hierbij rijst wel de vraag in hoeverre dit de patiëntenzorg gaat verbeteren; met de nu voorhanden zijnde informatie dat conservatief beleid veilig is en dat operatie op korte termijn tot een goed resultaat leidt kan met shared decision making bij het overgrote deel van de patiënten tot een bevredigend behandelplan worden gekomen.

 

Onderzoek naar het optimaliseren van conservatief beleid is wel aanbevelenswaardig.