Implementatieplan

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn Hypertensie in de tweede en derde lijn, in aanvulling op de multidisciplinaire richtlijn CVRM. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

 

Voor iedere aanbevelingen is nagedacht over de hierboven genoemde punten. Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen sterk geformuleerde aanbevelingen en zwak geformuleerde aanbevelingen. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld: Overweeg om …) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties. Voor sterk geformuleerde aanbevelingen zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de zwak geformuleerde aanbevelingen.

 

Implementatietermijnen

Voor sterk geformuleerde aanbevelingen geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden. Voor de meeste sterk geformuleerde aanbevelingen betekent dat dat zij komend jaar direct geïmplementeerd moeten worden en dat per 1 december 2017 dus iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen.

 

Voor de volgende aanbevelingen dient echter een langer implementatietermijn van drie jaar, wat dus betekent dat per 1 december 2020 iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen:

 

Module

Aanbeveling

Adherentie

Gebruik geen vragenlijsten voor onderzoek naar adherentie.

Adherentie

Betrek openbare apothekers bij het toepassen van een interventie ter bevordering van adherentie bij bloeddrukverlagende behandeling. De openbare apotheker heeft verschillende ‘tools’ ter beschikking om hier invulling aan te geven, zoals aflevergegevens van medicatieverpakkingen en de daaraan gerelateerde analyse ‘tools’, een zogenaamd medicijngesprek met voorlichting en het benutten van de contactmomenten die de apotheker heeft met de patiënt.

Adherentie

Gebruik ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling in het kader van secundaire preventie bij patiënten die een cardiovasculaire gebeurtenis hebben doorgemaakt én bij patiënten met een lage sociaaleconomische status complexe interventies (dat wil zeggen gericht op zowel patiënten als zorgverleners).

Adherentie

Overweeg ter bevordering van adherentie van de bloeddrukverlagende behandeling bij patiënten met een lage sociaaleconomische status gedragsmatige interventies toe te passen, die zijn gebaseerd op de sociaal-cognitieve theorie en gericht op het bevorderen van het gezondheidsgedrag van de patiënt.

 

Bovenstaande aanbevelingen kunnen niet direct worden ingevoerd vanwege een gebrek aan middelen, expertise en/of juiste organisatie. Bij de resultaten van deze handelingen kan sprake zijn van een leercurve. Daarnaast is aanwezigheid van en afstemming tussen professionals en faciliteiten nodig om de handelingen op betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren. De implementatie van bovenstaande aanbevelingen kent daarom een langere implementatietermijn.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen een mogelijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

 

Aanbeveling (module)

Verwachtte impact op zorgkosten

Gebruik bij voorkeur een combinatie van meetmethodes voor onderzoek naar adherentie. In eerste instantie kan gekozen worden voor een eenvoudige methode zoals aflevergegevens van apotheek. Indien twijfel over medicatie inname resteert dan kunnen de volgende methoden gebruikt worden voor het bepalen van adherentie bij therapieresistente patiënten:

  • elektronische medicatieverpakking;
  • bepaling van concentraties van (metabolieten van) het medicijn in lichaamsvloeistoffen.

(Adherentie)

Niet iedere apotheek heeft een elektronische medicatieverpakking ter beschikbaar. Tevens is de aanschaf niet goedkoop. Door het noemen van deze medicatieverpakking als optie om adherentie te bepalen, is de verwachting dat zorgkosten kunnen stijgen omtrent het bepalen van adherentie.

Overweeg Directly Observed Therapy (DOT) indien getwijfeld wordt aan de effectiviteit van het geneesmiddel.

(Adherentie)

Het uitvoeren van een DOT is niet goedkoop. Ondanks dat het gaat om een zwakke aanbeveling, wil de werkgroep benoemen dat door deze aanbeveling de verwachting is dat meer DOT’s uitgevoerd zullen worden en de kosten gerelateerd aan het behandelen van hypertensie in de tweede en derde lijn kunnen oplopen.

Overweeg vastedosiscombinatietabletten te geven voor het verbeteren van de adherentie en niet zozeer voor verlaging van de bloeddruk.

(Behandeling van therapieresistente hypertensie)

De verwachting is dat door deze aanbeveling meer vastedosiscombinatietabletten zullen worden voorgeschreven; deze tabletten zijn doorgaans duurder dan losse componenten.

Overweeg het plaatsen van baroreflexactivatietherapie bij patiënten met therapieresistente hypertensie onder volgende voorwaarden:

  • jonger dan 75 jaar;
  • bewezen medicatieadherentie (zie module 1.1);
  • bloeddruk boven 160/100 mmHg ondanks spironolacton of een hoge dosering diureticum, chronotherapie of combinatietabletten.

(Baroreflexactivitatietherapie)

De verwachting is dat door deze aanbeveling meer barorefleactivatietherapie zal worden overwogen; deze ingreep vindt alleen in expertisecentra plaats in het kader van wetenschappelijk onderzoek en is duur.

 

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NIV, NVVC, NVN)

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met hypertensie in de tweede of derde lijn wordt van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn en deze toepassen in de praktijk.

 

Van zorgverzekeraars wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden. De sterk geformuleerde aanbevelingen in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Toevoegen van richtlijn aan Richtlijnendatabase. Daarbij opnemen van dit implementatieplan op een voor alle partijen goed te vinden plaats.