Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn Diabetische retinopathie is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die relevant zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van screening, diagnostiek en behandeling van diabetische retinopathie nog belangrijke lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

De werkgroep Diabetische retinopathie heeft de volgende top drie van lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

  1. Biologicals (angiogenese remmers; anti-VEGF’s); met name gewenst is een betere kennis van deze biologicals met mogelijk een langere werkingsduur, en daarnaast ook welke behandelstrategieën effectiever zijn: “treat as needed” versus “ treat and extend”
  2. Gepersonaliseerde screeningsintervallen, teneinde het aantal onnodige screeningen verder terug te dringen of bij hoog-risico patiënten eerder pathologie te herkennen
  3. Beter inzicht verkrijgen in de waarde en het effect voor de patiënt van behandelen op geleide van uitsluitend een (niet invasieve) OCT versus behandelen op geleide van OCT gecombineerd met Fluorescentie Angiografie.

 

De werkgroep kent de hoogste prioriteit toe aan nader onderzoek naar biologicals (angiogenese remmers), zowel de ontwikkeling van nieuwe middelen, met een mogelijk langere werkingsduur, alsook naar de inzet van de reeds voorhanden zijnde middelen. De werkgroep kent hier de hoogste prioriteit aan toe omdat door deze behandeloptie de mogelijkheden niet alleen aanzienlijk zijn uitgebreid, maar ook omdat juist aan het gebruik van deze biologicals de grootste stijging in de kosten valt toe te schrijven. Om dezelfde reden is ook nader onderzoek gewenst naar het effectiever screenen op een meer personaliseerde basis (prioriteit 2).

 

Overzicht van kennislacunes per uitgangsvraag

 

Screening

 

Diagnostiek

 

Behandeling

 

Literatuur

Fleming AD, Goatman KA, Philip S, Prescott GJ, Sharp PF, Olson JA. Automated grading for diabetic retinopathy: a large-scale audit using arbitration by clinical experts. Br J Ophthalmol. 2010 Dec;94(12):1606-10. doi: 10.1136/bjo.2009.176784. Epub 2010 Sep 21. PubMed PMID: 20858722.

van der Heijden AA, Walraven I, van 't Riet E, et al. Validation of a model to estimate personalised screening frequency to monitor diabetic retinopathy. Diabetologia. 2014;57(7):1332-1338. doi: 10.1007/s00125-014-3246-4. Epub 2014 Apr 26. PubMed PMID: 24763851.