Algemene inleiding

Aanleiding voor het maken van de richtlijn

Licht traumatisch hoofd/hersenletsel komt vaak voor, er worden per jaar circa 85.000 patiënten op de spoedeisende hulp gezien. Waarschijnlijk zijn er meer patiënten met traumatisch hoofd/hersenletsel, omdat veel patiënten zich niet op de spoedeisende hulp melden. Ondanks de naamgeving (licht) is er aanzienlijke morbiditeit bij patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel.

 

De richtlijn ‘Opvang van patiënten met licht hoofd/hersenletsel’, gepubliceerd in 2010, geeft duidelijke kaders voor de indicatiestelling voor het verrichten van een CT van de hersenen, voor opnamebeleid en voor het vervolg van patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel.

 

Na de introductie van de richtlijn zijn er meerdere ontwikkelingen geweest die het gewenst maken de richtlijn op punten aan te passen. De introductie van de nieuwe orale anticoagulantia en het vaker voorschrijven van meerdere trombocyten-aggregatieremmers of nieuwe plaatjesremmers is er daar één van. De andere ontwikkeling is dat tegen de verwachting van de opstellers van de eerste richtlijn in, er in plaats van minder CT-scans en opnames, er juist meer CT-scans en opnames zijn.

 

Reden herziening richtlijn en op welke (knel)punten?

Er zijn twee redenen waarom de richtlijn herziening behoeft. De eerste betreft de introductie van de directe orale anticoagulantia, zoals dabigatran, rivaroxaban en apixaban. Daarbij worden meer en meer patiënten behandeld met meerdere trombocytenaggregatieremmers of met nieuwe plaatjesremmers, zoals ticagrelor en prasugrel. In de richtlijn uit 2010 werden deze middelen nog niet genoemd. Het risico op traumatische intracraniële complicaties is in de richtlijn uit 2010 dus niet beschreven. De aanvulling op de richtlijn probeert hier een antwoord op te formuleren.

 

De tweede reden dat de richtlijn aanvulling behoeft is dat deze richtlijn door veel artsen die patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel behandelen als knellend en soms te defensief wordt ervaren. Uit onderzoek bleek dat er sinds de richtlijn eerder meer dan minder CT-scans worden gemaakt, waarbij de vraag is of dit geleid heeft tot het detecteren van meer traumatische intracraniële afwijkingen. Het wel vaker genoemde voorbeeld is dat van de 41-jarige patiënt die zich gestoten heeft aan een kastje, waarbij er een wond is ontstaan aan de zijkant van het hoofd. Bij deze patiënt zijn er twee minor criteria (leeftijd boven de 40 en wond aan zijkant hoofd), waarbij er volgens de richtlijn een indicatie bestaat voor het maken van een CT van de hersenen. Echter de kans dat er bij deze patiënt een intracraniële traumatische afwijking wordt gevonden is verwaarloosbaar klein.

 

In de herziening van deze richtlijnmodules wordt getracht recht te doen aan het ongevalsmechanisme. Bij een zeer lage energie-overdracht (hoofd stoten tegen een kastje) is de kans op een intracraniële traumatische complicatie erg laag, en er is middels een PICO getracht antwoord te geven of dit risico is af te bakenen.

 

Doel van de richtlijn

Het doel van de herziening van deze richtlijnmodules is om een risico-inschatting te geven van de nieuwe orale anticoagulantia op het optreden van traumatische intracraniële complicaties.

 

Het tweede doel is om een beschrijving te geven van ongevalsmechanismen die een laag risico geven op het krijgen van een traumatische intracraniële complicatie, dus van een ongevalsmechanisme met een zeer lage energie-overdracht.

 

Afbakening van de richtlijn

De richtlijnmodules hebben dezelfde afbakening als de richtlijn uit 2010, namelijk patiënten met LTH zonder pre-existent cerebraal lijden. Voor patiënten met bijvoorbeeld drains of met neurochirurgische ingrepen in de voorgeschiedenis kunnen andere criteria voor beeldvorming of bewaking gelden dan voor patiënten zonder pre-existent lijden.

 

Leeftijd

De huidige aanvulling op de richtlijn heeft betrekking op volwassenen (ouder dan 16), omdat de twee uitgangsvragen vooral in deze leeftijdscategorie van belang zijn.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijnmodules zijn geschreven voor alle leden van de beroepsgroepen die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met licht traumatisch hoofd/hersenletsel.

 

Definities en begrippen

Net als de richtlijn in 2010 definieert deze aanpassing van de richtlijn licht traumatisch hoofd/hersenletsel als: letsel aan het hoofd, uitgezonderd oppervlakkig letsel in het aangezicht, waarbij voldaan wordt aan de volgende criteria: