Kennislacunes

Inleiding

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Consultatieve Psychiatrie’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van Consultatieve Psychiatrie nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

De werkgroep heeft de volgende lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

 

Organisatie van de consultatieve psychiatrie

Het onderzoek naar de effecten van verschillende organisatiemodellen van consultatieve psychiatrie is helaas beperkt in omvang en bruikbaarheid voor de Nederlandse situatie. Er is behoefte aan studies die systematisch onderzoeken wat het effect is van een proactief consultatief team, het routinematig screenen, een geïntegreerde medische unit of het implementeren van een spoedeisend psychiatrisch team op de SEH op de kwaliteit van zorg in termen van opnameduur, kosteneffectiviteit, patiënt tevredenheid en frequentie van heropname.

 

Een actuele vraag is of het waarde voor de patiënt toevoegt wanneer de consultgevende psychiater goed geïntegreerd is in het ziekenhuis.

 

Liaisonactiviteiten

Het is onvoldoende onderzocht of liaisonactiviteiten vanuit het consultatief psychiatrisch team in aanvulling op de mogelijkheid tot het aanvragen van een consult bij patiënten opgenomen op een somatische afdeling of op de SEH leidt tot een afname van de opnameduur of een afname in het aantal heropnames.

 

Onderzoek moet verricht worden naar effectiviteit van liaisonactiviteiten in termen van verbeterde vroegsignalering en –herkenning van psychiatrische problematiek in het ziekenhuis en verbeterde deskundigheid ten aanzien van psychiatrische problematiek bij somatisch personeel.

 

Verbeteren opvolgen van adviezen

Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar interventies die de effectiviteit van psychiatrische consultgeving kunnen verhogen. Relevante vraag hierbij is in hoeverre specifieke interventies, zoals liaisonactiviteiten of vormen van communicatie met collega-artsen, kunnen leiden tot een betere opvolging van adviezen van de consultatief psychiater.

 

Inzet verpleegkundig specialist

In toenemende mate worden in het kader van taakherschikking taken en werkzaamheden overgenomen door verpleegkundig specialisten. Ook binnen de consultatieve psychiatrie. Het is wenselijk het effect hiervan te evalueren. De belangrijkste vraag hierbij is wat het effect is van substitutie van werkzaamheden naar de verpleegkundig specialist op de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg.