Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Diagnostiek en Behandeling van een COPD-longaanval in het Ziekenhuis’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van longaanvallen COPD nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. Eén van de oorzaken daarvan moet gezocht worden in het feit dat te weinig onderzoek wordt gedaan naar patiënten met een COPD-longaanval. Onderzoek richt zich vaak op patiënten met een stabiele COPD. De werkgroep is derhalve van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep per module aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is en de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd.

 

De belangrijkste kennislacunes bij de richtlijn Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van een COPD-longaanval in het Ziekenhuis hebben betrekking op:

 

Kennislacunes per module

Module: Moment van ziekenhuisopname

 

Module: Minimale initiële diagnostiek op de Spoedeisende hulp

 

Module: Monitoring tijdens de opname en ontslag uit het ziekenhuis

 

Module: Niet-beademen niet-reanimeren beleid

 

Module: Systemische corticosteroïden

 

Module: Bronchusverwijders

 

Module: Antibiotica

 

Module: Opioïden           

 

Module: Slaapmiddelen               

 

Module: Voedingstoestand tijdens de ziekenhuisopname


Module: Mucus evacuerende technieken

 

Module: Mobilisatie in het ziekenhuis