Kennislacunes

Er is behoefte aan prospectieve studies naar de effecten van verschillende behandelopties op het beloop en de prognose van beroepsastma en op sociaaleconomische uitkomstparameters. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen HMW en LMW-allergenen als oorzaak van beroepsastma. Effecten van beheersmaatregelen dienen met kwantitatief blootstellingsonderzoek te worden onderbouwd. De determinanten van effectieve interventie kunnen op deze wijze worden bepaald. Op basis van de resultaten kunnen aanbevelingen worden gedaan voor artsen, patiënten met werkgerelateerd astma, werkgevers en beleidsmakers.

De waarde van specifieke immunotherapie zoals anti-IgE-antistoffen voor beroepsastma veroorzaakt door HMW-allergenen is onbekend en dient met prospectieve studies te worden onderzocht. Dit geldt ook voor beroepsallergische rhinitis, waar door preventieve behandeling de ontwikkeling van een beroepsastma mogelijk kan worden voorkomen. Dit is met name van belang voor situaties waarin relevante blootstelling niet kan worden voorkomen.