Implementatieplan

 

Inleiding

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

­           per wanneer de aanbeveling overal geïmplementeerd moet kunnen zijn;

­           de verwachtte impact van implementatie van de aanbeveling op de zorgkosten;

­           randvoorwaarden om de aanbeveling te kunnen implementeren;

­           mogelijk barrières om de aanbeveling te kunnen implementeren;

­           mogelijke acties om de implementatie van de aanbeveling te bevorderen;

­           verantwoordelijke partij voor de te ondernemen acties.

 

Voor iedere aanbevelingen is nagedacht over de hierboven genoemde punten. Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen sterk geformuleerde aanbevelingen en zwak geformuleerde aanbevelingen. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld Overweeg om …) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties. Voor sterk geformuleerde aanbevelingen zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de zwak geformuleerde aanbevelingen. Tevens zijn aanbevelingen die reeds worden toegepast niet opgenomen in de tabel.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.

 

Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties

Nederlandse Internisten Vereniging

Nederlandse Vereniging voor Neurologie

Nederlandse Vereniging voor Cadiologie

Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen

Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie

Ergotherapie Nederland

Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, sectie gespecialiseerde geriatrie

Patiëntenfederatie Nederland

Nederlands Huisartsen Genootschap

Nederlandse Vereniging voor Reumatologie

Specialisten Ouderengeneeskunde (Verenso)

 

  • bekend maken van de richtlijn onder de leden (zie voor specifieke onderwerpen onderstaande tabel);
  • publiciteit voor de richtlijn maken door over de richtlijn te publiceren in tijdschriften en te vertellen op congressen;
  • ontwikkelen van gerichte bijscholing/trainingen, onder andere voor multifactoriële valrisicobeoordeling;
  • ontwikkelen en aanpassen van patiënten informatie/keuzehulpen;
  • controleren van de toepassing van de aanbevelingen middels audits en de kwaliteitsvisitatie;
  • gezamenlijk afspraken maken over en opstarten van continu modulair onderhoud van de richtlijn;
  • NVKG en NHG om tafel gaan zitten voor bekendheid onder de huisartsen en aanpassing/verwijzing vanuit de NHG-standaard;
  • verbeteren van kennis en kunde op het gebied van gedeelde besluitvorming (SDM);
  • Bespreken van toekenning extra financiele middelen en tijd met zorgverzekeraar
  • Aankaarten vergoeding midodrine door zorgverzekeraar bij zorginstituut

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

  •                 het bespreken van de aanbevelingen in de vakgroepsvergadering en lokale werkgroepen;
  •                 het volgen van bijscholing die nodig is;
  •                 aanpassen lokale patiënteninformatie op grond van de materialen die door de verenigingen beschikbaar gesteld zullen worden;
  •                 afstemmen en afspraken maken met andere betrokken disciplines om de toepassing van de aanbevelingen in de praktijk te borgen.

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering voor uitvoer multifactoriële risicobeoordeling (in alle settings) dienen voldoende financiele middelen te worden toegekend. Het zorginstituut en zorgverzekeraars zouden hierop moeten toezien.

 

Verder wordt van het bestuur van de ziekenhuizen/verpleeghuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn en deze toepassen in de praktijk.

 

Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden. De sterk geformuleerde aanbevelingen in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Ten aanzien van beperkte financiële middelen voor uitvoer multifactoriële risicobeoordeling (in alle settings): toewijzen extra financiele middelen.

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten

Toevoegen van richtlijn aan richtlijnendatabase. Daarbij opnemen van dit implementatieplan op een voor alle partijen goed te vinden plaats.

 

Aanbeveling

Tijdspad voor implementatie:
<1 jaar,

1-3 jaar of

>3 jaar

Verwacht effect op kosten

Randvoorwaarden voor implementatie (binnen aangegeven tijdspad)

Mogelijke barrières voor implementatie1

Te ondernemen acties voor implementatie2

Verantwoordelijken voor acties3

3.1 Vraag (of observeer) bij contact met ouderen, bij voorkeur jaarlijks, of zij:

1. zijn gevallen in het afgelopen jaar

2. moeite hebben met bewegen, lopen of balans houden

 

 

1-3 jaar

Toename op niveau van de eerste lijn en een deelname van de nulde lijn

Afname van valgerelateerde morbiditeit

Acceptatie van huidige aanbeveling door de eerste lijn en de nulde lijn

 

 

 

Onvoldoende middelen/motivatie en onduidelijk wie de regie heeft (altijd door iedereen vragen?)

Overname aanbevelingen NHG/aanpassing richtlijn huisartsen

Uitgebreid informeren van alle werkers in de gezondheidszorg en de nulde lijn.

Eventueel indicator van maken, dan te controleren

NVKG

 

Beroepsvereniging: NVKG, NIV, Verenso

Hoofdstuk 3.1

 

Verricht een uitgebreide multifactoriële valrisicobeoordeling bij personen van 65 jaar en ouder bij:

- presentatie met een acute val

- twee of meer vallen in het afgelopen jaar

- een val in het afgelopen jaar in combinatie met een hoog fractuurrisico

- een val in het afgelopen jaar met wegraking als oorzaak

- een val in het afgelopen jaar met een mobiliteitsprobleem

1-3 jaar

Toename kosten eerste lijn/tweede lijn door meer screening

Op termijn afname van valgerelateerde kosten

Voldoende capaciteit voor screening bij ofwel eerste lijn of tweede lijn.

Onvoldoende kennis en/of financiële middelen voor verrichting van multifactoriële valrisicobeoordeling binnen eerste lijn.

Onvoldoende ruimte binnen budgetplafond van ziekenhuis om screening aan te kunnen bieden

Bespreken met zorgverzekeraar : toewijzing van extra financiële middelen aan 1e en 2e lijn.

Beroepsverenigingen

3.3 Verricht bij twijfel over het valrisico altijd een multifactoriële valrisicobeoordeling

1-3 jaar

Het aantal extra beoordelingen zal waarschijnlijk mee vallen.

Educatie personeel

Motivatie personeel

Scholingsmateriaal ontwikkelen

 

Training personeel

Beroepsvereniging (NVKG)

 

Bestuur ziekenhuis

3.3 Herbeoordeel het valrisico minimaal wekelijks, zolang de patiënt is opgenomen in het ziekenhuis.

Overweeg een multifactoriële valrisicobeoordeling bij iedere somatische, functionele of cognitieve verandering tijdens het verblijf in het ziekenhuis.

<1 jaar.

Dit hoort grotendeels al te gebeuren volgens VMS kwetsbare ouderen, maar is nu iets scherper ingezet Herbeoordeling van het valrisico en uitvoeren multifactoriële valrisicobeoordelingen kost tijd.

Educatie personeel

Inbouw in elektronisch patiëntendossier

Motivatie personeel

Scholingsmateriaal ontwikkelen

Training personeel

Implementatieplan opstellen en uitvoeren

Beroepsvereniging (NVKG)

Bestuur ziekenhuis

3.3

Schat het valrisico in bij iedere patiënt ouder dan 65 jaar die zich met een fractuur op de afdeling spoedeisende hulp meldt, en voer bij een verhoogd valrisico multifactoriële valrisicobeoordeling uit.

 

En

 

Verricht bij iedere patiënt ouder dan 65 jaar die zich met een acute val op de afdeling spoedeisende hulp meldt een multifactoriële valrisicobeoordeling valrisicobeoordeling

1-3 jaar

Meer kosten voor beoordeling, echter op termijn minder vallen/fracturen en bijbehorende kosten

Educatie personeel

Motivatie personeel

Scholing personeel

Bestuur ziekenhuis in samenwerking met SEH/orthopeden/chirurgen

Beroepsvereniging NVSHA

3.3 Maak regionale afspraken over wie bij een patiënt met een verhoogd valrisico op de SEH de regie op zich neemt voor het vervolgtraject (de huisarts of het ziekenhuis) en vermeld dit ook in de medische overdracht.

1-3 jaar

N.V.T.

Alle zorgprofessionals moeten meedoen met de afspraken

Tijdsinvestering voor elke zorgprofessional

 

Ziekenhuis en met huisartsenpraktijken

5.3 Een multifactoriële valrisicobeoordeling dient onderstaande elementen te bevatten om het risico op een cardiovasculaire oorzaak voor een val in te schatten:

- Anamnese van cardiovasculaire symptomatologie

- Anamnese van cardiovasculaire voorgeschiedenis

- Lichamelijk onderzoek van hart- en bloedvaten

- Meting van de bloeddruk en polsfrequentie in liggende en staande positie

- 12-afleiding ECG

- Laboratoriumonderzoek: hemoglobine, nierfunctie, elektrolyten

1-3 jaar

Op niveau huisartsen mogelijk toename kosten vanwege verrichten ecg, bloedonderzoek

Tweede lijn verricht al deze onderzoeken bij een multifactoriële valrisicobeoordeling

Eerste lijn:expertise of mogelijkheid tot inroepen van expertise ter beoordeling ecg

Tweede lijn: geen

Onvoldoende middelen/motivatie

Overname aanbevelingen door NHG, aanpassing richtlijn huisartsen

Beroepsvereniging (NVKG)

Hoofdstuk 5.3

Beoordeel altijd de gebruikte medicatie als onderdeel van een multifactoriële valrisico beoordeling. En

 

Breng daarbij minimaal het gebruik van psychotrope en cardiovasculaire medicijnen in kaart en bij voorkeur alle medicijnen met psychoactieve, vasoactieve en/of indirecte valrisico verhogende effecten.

<1 jaar

nvt

Beschikbaarheid van richtlijn polyfarmacie bij ouderen waarin de aanpak in module wordt beschreven

Beperkte kennis ten aanzien valrisicoverhogende medicatie bij zorgverleners

Overschatting negatieve effecten ten gevolge van afbouwen van medicatie

Kennisverspreiding oa door symposium betreffende dit thema op geriatriedagen

Ontwikkelen werkmaterialen voor professionals en patienten voor kennis dissiminatie

Beroepsvereniging via SIG valpreventie

Hoofdstuk 5.3

Verwijs naar een cardioloog ter uitsluiting van een onderliggende ritmestoornis, verminderde cardiale functie, klepgebrek of ischemische hartziekten indien er sprake is van cardiale symptomatologie bij anamnese en/of lichamelijk onderzoek, cardiale ziekten in het verleden, of afwijkingen bij electrocardiografie.

1-3 jaar

Toename kosten door toename verwijzingen

Op termijn afname van valgerelateerde kosten

Voldoende capaciteit cardiologie

Budgetplafond tweede lijn

Bespreken met zorgverzekeraars: toewijzing van extra financiële middelen aan 2e lijn

Beroepsvereniging (NVKG)

 

5.4 Incorporeer minimaal de volgende valrisicofactoren in het multifactoriële beoordeling: mobiliteit, medicatie, vitamine D, valangst, cognitie, visus, cardiovasculaire aandoeningen inclusief orthostase, omgevingsfactoren en het handelen binnen de context van de patiënt.

 

En

 

Incorporeer bij voorkeur aanvullend de volgende valrisicofactoren in het multifactoriële beoordeling: stemming, incontinentie, gehoor, ADL/IADL, schoeisel/voetproblemen, comorbiditeit, voedingstoestand.

<1 jaar

nihil

Gebeurt grotendeels al in multifactoriële valinterventie op valkliniek; echter individuele risicofactoren moeten nog gelijkgetrokken: kennisverspreiding nodig

Voor 1e lijns setting over het algemeen minder uitgebreid: kennisverspreiding nodig

Beperkte kennis en/of tijd

Handboek valklinieken updaten (door SIG valnetwerken)

Kennisdissiminatie middels presentaties bij relevante gremia mede met behulp van Veiligheid.NL

 

SIG valnetwerken

 

Beroepsverenigingen (NVKG, NIV, Verenso), Veiligheid NL

5.4

Neem wensen van de patiënt(e) mee in de risicobeoordeling betreffende het valrisico.

 

<1 jaar

nihil

Kennis & kunde bij zorgverleners ten aanzien van vaststellen van patienten wensen en doelen (shared decision making ea)

Kennis en tijdsgebrek

nvt

nvt

5.4 Gebruik voor vitamine D-beoordeling een 25-OH meting, met als afkapwaarde 60 nmol/l

Gebruik voor beoordeling cognitie MMSE en kloktekentest en overweeg de MOCA indien naar verwachting dat het screenend vermogen van de MMSE onvoldoende is.

Vraag naar valangst en neem bij voorkeur een FES af.

Laat een patiënt (en/of zijn naasten) altijd zijn omgeving zelf controleren op omgevingsvalrisicofactoren en laat een ergotherapeutisch valrisicobeoordeling thuis verrichten bij hoog risico patiënten.

Gebruik voor beoordeling van stemming minimaal 2 screenende vragen en bij voorkeur de GDS.

Vraag altijd naar visusklachten en voer een Snellentest uit met zo nodig aanvullende analyse door een oogarts of opticien.

Gebruik voor incontinentie beoordeling 2 screenende vragen en zo nodig aanvullend analyse en onderzoek.

Breng ADL en IADL functioneren gestructureerd in kaart, bij voorkeur met de gemodificeerde Katz.

Verricht altijd een voet & schoeisel onderzoek en verwijs zo nodig naar een podotherapeut voor verder onderzoek.

Vraag altijd gehoorproblemen uit en zo nodig aanvullende analyse middels een audioloog of KNO arts

Vraag altijd duizeligheid/vestibulaire aandoeningen uit en verricht op indicatie een Dix-Hallpike. Verwijs indien geïndiceerd naar KNO arts

Verricht een CGA om onderliggende aandoeningen te achterhalen.

Doe een risicoschatting op ondervoeding.

<1 jaar

Nihil

Kennis & kunde bij zorgverleners ten aanzien van vaststellen van patienten wensen en doelen (shared decision making ea)

Kennis en tijdsgebrek

Regionale afspraken tav taakverdeling en uitvoering verschillende onderdelen

Kennis en kunde shared decisionmaking verbeteren

Valpreventie netwerken

 

Beroepsverenigingen (NVKG, NIV, Verenso)

H 5.5

 

Gebruik voor beoordeling van de cognitie de MMSE en de kloktekentest en overweeg de MOCA indien naar verwachting het screenend vermogen van de MMSE onvoldoende is.

Beoordeel de aanwezigheid van een delier, maak bij voorkeur gebruik van de DOS naast de klinische diagnose.

Beoordeel het gedrag, bij voorkeur met de CMAI.

Vraag naar angst, gebruik bij voorkeur de HADS.

Gebruik voor beoordeling van de stemming bij voorkeur de GDS.

Breng bij voorkeur ADL functioneren gestructureerd in kaart, bij voorkeur met de Barthel.

SOG is bekend met merendeel van deze klinimetrie, mogelijk dat de MOCA nieuw is, in ieder geval <1 jaar implementatie haalbaar

gering

Leren afnemen middels MOCA

MOCA kan goed MMSE vervangen, tijdinvestering is niet meer dan bij MMSE, dus:

geen

MOCA verspreiden

SOG

6.1 Verricht een multifactoriële interventie bij thuiswonende vallers. Gezien de sterke bewijskracht ten aanzien van bewegingsinterventies dient een multifactoriële val preventieve interventie ten minste één beweegcomponent te bevatten.

 

<1 jr

Uiteindelijk besparing door afname valincidenten en letsel, in eerste instantie toename door toename multifactoriële beoordelingen en behandelingen

(regionale) multdisciplinaire, transmurale zorgpaden voor casefinding en interventie onderdelen

Kennis, financiën, regionale samenwerking

Scholingsmateriaal ontwikkelen, waaronder update handboek valklinieken

Best practices uitdragen oa mbv veiligheidNL

Afspraken zorgverzekeraars tav financiele ondersteuning implementatie

Beroepsverenigingen (NVKG, NIV, Verenso), landelijk netwerk valpreventie

VeiligheidNL

Zorgverzekeraars

6.1 Kies voor de interventie betreffende beweeginterventies een op (fysio- of oefentherapeutische) assessment gebaseerde vorm, bij voorkeur één met meerdere categorieën (individueel dan wel in groepsverband). Tai Chi kan overwogen worden.

<1jr

Neutraal

Kennis bij zorgverleners, beschikbaarheid geschoolde therapeuten

Onvoldoende geschoolde therapeuten

Onvoldoende bekendheid bij zorgverleners naar wie te verwijzen

Scholing stimuleren mbv presentaties, veiligheidNL

Beschikbaar maken zorgkaart (VeiligheidNL mee bezig)

Beroepsvereniging Fysiotherapeuten

Veligheid NL

6.1 Vraag uitdrukkelijk na wat de wensen zijn van de patiënt zijn en bespreek de mogelijkheden. Beslis samen met de patiënt wat de meest geschikte interventie is in zijn/haar situatie. Dit verhoogt de therapietrouw.

<1

Neutraal

Kennis tav shared decision making

Kennis en tijd

Scholing

Beroepsvereniging (NVKG, NIV, Verenso)

6.1 Verwerk in de multifactoriële interventie voor thuiswonende vallers de positief gescoorde valrisicofactoren en overweeg minimaal de volgende items:

  •  Beweeginterventies
  •  Vitamine D suppletie (indien deficiënt)
  •  Medicatieafbouw (psychotrope en cardiovasculaire medicatie)
  •  Operatie versus controle (cataract OK, pacemaker implantatie bij cardioinhibitoire sinus caroticus overgevoeligheid)
  •  Vloeistof of voedingstherapie versus controle (behandelen ondervoeding en dehydratie)
  •  Psychologische interventies versus controle
  •  Omgeving interventies versus reguliere zorg
  •  Kennisoverdracht interventies versus controle
  •  Specifieke interventies gericht op vastgestelde onderliggende ziektes/aandoeningen

<1jr

Neutraal, wordt grotendeels al toegepast

Kennis, tijd, regionale, multidisciplinaire, transmurale afspraken ten aanzien van taakverdeling verschillende disciplines

Ontbrekende samenwerking

Scholing, presentaties

Best practices bekend maken

Beroepsvereniging (NVKG, NIV, Verenso, NHG)

VeiligheidNL, zorginstistuut

6.1 Voer als onderdeel van de multifactoriële interventie een persoonsomgevingsinterventie

uit, of verwijs hiervoor naar de ergotherapeut voor een evidence based aanpak.

Idem

Mogelijk toename indien meer verwijzingen, is in principe al bestaande richtlijn

Voldoende geschoolde ergotherapeuten

 

Nvt

nvt

Geef vitamine D suppletie (800IE per dag) indien het vitamine D verlaagd is, laadt zo nodig op om tot de normaalwaarde te komen

 

Adviseer gebruik van aparte vertebril (in plaats van multifocaal bril) voor buitenactiviteiten bij vallers die regelmatig zelfstandig buiten komen

 

 

Adviseer cataract operatie (van het eerste oog) bij vallers met cataract

 

Adviseer gebruik van veilig schoeisel, overweeg inschakelen van podiatrie

 

Overweeg (begeleid) afbouwen van cardiovasculaire medicatie, neem hierbij de indicatie en patiënt preferente wensen (behandeldoelen) in ogenschouw

 

Overweeg educatie ten aanzien van valpreventie (zie ook hoofdstuk 7)

 

Overweeg orthostase adviezen (zie ook hoofdstuk 6.4) en andere cardiovasculaire interventies conform ESC guideline.

<1 jaar

Neutraal, wordt grotendeels al toegepast

Kennis zorgverleners

Onvoldoende kennis en/of prioritering patienten

Scholingsmateriaal

Beroepsvereniging (NVKG, Verenso)

Bouw psychotrope medicatie af om het valrisico te verlagen. Betrek hierbij de hoofdbehandelaar.

Idem

Idem

Idem

Idem

+ overschatting negatieve uitkomsten bij aanpassing

Idem

idem

H.6.2

Voer een multifactoriële interventie uit, welke is gericht op de individuele risicofactoren die bij valanalyse naar voren komen.

VPH werken deels hiermee al: implementatie 1-3 jaar

Matig

Beschikbaarheid fysio- of oefentherapie;

Educatie personeel

Tijdinvestering

Bekend maken richtlijn bij besturen VPH

Interventieplan opstellen en uitvoeren

Verenso

 

Bestuur VPH

H.6.2

Overweeg een gecombineerde interventie waarbij een oefenprogramma onderdeel van is, aangepast op individueel niveau en voldoende uitdaging en voldoende intensiteit heeft.

VPH werken deels hiermee al: implementatie 1-3 jaar

Matig

Beschikbaarheid fysio- of oefentherapie

Tijdinvestering

Beschikbaarheid en uitvoering van een Beweeg/ oefenprogramma

Bestuur VPH

H.6.2

Voer een medicatiebeoordeling uit bij elke verpleeghuisbewoner. Zie voor de uitvoering van de medicatiebeoordeling de richtlijn “polyfarmacie bij ouderen”

SOG’s werken hier al mee

nvt

Kennis

Tijdinvestering

geen

SOG

6.3 Overweeg de inzet van een multifactoriële interventie om valincidenten bij ouderen in het ziekenhuis te voorkomen. Deze interventie moet gericht zijn op de individuele risicofactoren van een patiënt. De voorkeur van de werkgroep is om tenminste de volgende elementen onderdeel uit te laten maken van de multifactoriële interventie:

- intensief bewegingsprogramma (minimaal 1 keer per dag), eventueel onder begeleiding van de fysiotherapeut of oefentherapeut

- voedingsinterventie (extra eiwitten, calorieën en vitaminen)

- medicatiebeoordeling

- kennisoverdracht aan patiënten

 

Ook organisatie- en omgevingsgerichte interventies kunnen onderdeel uitmaken van een multifactoriële interventie. Gebruik echter niet enkel interventies gericht op organisatie- en omgevingsgerichte risicofactoren om valincidenten bij ouderen in het ziekenhuis te voorkomen.

Dit gebeurt grotendeels al. Wel is er meer aandacht voor voeding en bewegen

Kosten inzet dietiste, fysiotherapeut en oefentherapeut

Beschikbaarheid dietiste, fysiotherapeut en oefentherapeut

Beperkte beschikbaarheid paramedici

Je kunt evt minder dietetiek/fysio- of oefentherapie inzetten als je een goed protocol ontwikkeld, waar de voeding en het beweegprogramma duidelijk in beschreven staat, zodat het grotendeels ingezet kan worden zonder bemoeienis van deze paramedici

Bestuur ziekenhuis

Hoofdstuk 6.4

Bij symptomatische orthostatische hypotensie wordt aanbevolen om:

Het hoofdeinde te verhogen van het bed met minimaal 5 graden (= minstens 15 cm)

Overdag therapeutische elastische kousen te gebruiken tot het niveau van de heupen, minimaal drukklasse 3, bij voorkeur in combinatie met een elastische buikband

<1 jaar

Toename kosten in verband met vergoeding elastische kousen/drukband

Op termijn afname van valgerelateerde kosten

Vergoeding door zorgverzekeraars

Geen vergoeding

Opname in vergoedingsstructuur verzekeraars

 

Hoofdstuk 6.4

Daarnaast kunnen de volgende (leefstijl)adviezen worden gegeven:

Voorzichtig, in etappes, opstaan vanuit liggende en zittende positie

Vermijden van manoeuvres die intrathoracale druk verhogen, bijvoorbeeld persen, hoesten

Vermijden van langdurige bedrust

Aanleren van contra-manoeuvres bij symptomatische orthostase (‘lower body muscle tensing’): aanspannen van been-, bil-, en buikspieren

Afwegen van voor- en nadelen medicatie met orthostase als bijwerking, belangrijkste klassen: antihypertensiva, psychotrope middelen

Minimaliseer post-prandiale hypotensie door maaltijden te spreiden, beperk koolhydraten

vermijd alcohol

Inname van 2,0 tot 2,5 l vocht per dag

Inname van minstens 10 g keukenzout per dag (streef >170 mmol Natrium in 24 uurs urine)

Bij klachten in warm weer: inname van 0,5 liter koud water in 5-15 minuten

<1 jaar

Afname van valgerelateerde kosten

Voldoende kennis over de leefstijlmaatregelen die de zorgverleners die dienen te geven

Te weinig tijd tijdens consult

Richtlijn onder de aandacht brengen bij zorgverleners.

Beroepsverenigingen

Bij de patiënten met ernstige neurogene orthostatische hypotensie

Overweeg het geven van fludrocortison en midodrine

<1 jaar

Afname van valgerelateerde kosten

Vergoeding van midodrine voor indicatie neurogene orthostatische hypotensie

Beperkte financiële middelen bij patiënt indien midodrine niet wordt vergoed

Aankaarten vergoeding midodrine door zorgverzekeraar bij zorginstituut

Beroepsvereniging (NVKG)

 

8

Spreek regionaal de taakverdeling af met betrekking tot risicoschatting, risicobeoordeling, interventie en follow-up.

Indien niets aanwezig is 1-3 jaar

Afname kosten

Alle zorgprofessionals moeten willen om afspraken te maken

Tijdinvestering van elke zorgprofessional

Landelijk Best practices verspreiden

Alle zorgprofessionals

H.8

Zorg binnen de keten voor een regievoerder in de beoordeling van het valrisico bij ouderen. Dit is over het algemeen de huisarts

<1 jaar

nvt

nvt

Meestal zal de huisarts dit geen probleem vinden:

geen

geen

H.8

Registreer de uitkomst van een valrisicoschatting en -beoordeling. Maak regionale afspraken betreffende de zorgpaden en bijbehorende verwijscriteria tussen de verschillende disciplines (artsen, verpleegkundigen, apothekers, fysiotherapeuten, oefentherapeuten, ergotherapeuten, etc)

3-5 jaar

Afname kosten

Regionaal nog weinig aanwezig, dit heeft ook te maken met ontbreken van een regionaal valnetwerk. Alle zorgprofessionals moeten willen om afspraken en verwijscriteria te maken

Tijdinvestering van elke zorgprofessional

Landelijk Best practices verspreiden

Regionale afspraken maken.

Alle zorgprofessionals

H.8

Maak regionale afspraken betreffende de zorgoverdracht en bijbehorende verwijscriteria tussen de 1e en 2e lijn

<1 jaar

nvt

Veel regio’s hebben deze afspraken al

geen

geen

geen

H.8

Registreer valincidenten altijd en evalueer de valincidenten minimaal 1 keer per jaar

 

<1 jaar

gering

nvt

Elk ziekenhuis registreert valincidenten, evaluatie vindt niet altijd structureel plaats op ziekenhuisbreed niveau: implementatie. Tijdinvestering

Een persoon verantwoordelijk maken voor evaluatie

Kwaliteitfunctionaris ziekenhuis

H.8

Vermeld het verhoogde valrisico altijd in zowel de medische als verpleegkundige overdracht naar de eerste lijn.

Overdracht mbt valrisico optimaliseren: <1 jaar

nvt

Intern en tussen 1e en 2e lijn hierover afspraken maken: uitvoeren van deze afspraken

Er aan denken

Evt vast onderdeel in brief opnemen

HA, artsen, vpk

H.8

Maak regionale afspraken over wie de regie op zich neemt voor het vervolgtraject (de huisarts of het ziekenhuis) bij een patiënt met een verhoogd valrisico.

Regionale afspraken maken vervolgtraject: <1 jaar

nvt

Afspraken maken in de regio

geen

geen

HA, ziekenhuisartsen

H.8

Spreek regionaal af hoe en waar de risicobeoordeling na presentatie met een val op de SEH wordt georganiseerd (in de 1e of 2e lijn, dan wel gecombineerd)

Regionale afspraken maken vervolgtraject: <1 jaar

nvt

Afspraken maken in de regio

geen

geen

HA en SEH

H.8

Vermeld bij SEH-presentatie in de ontslagbrief altijd indien dit het gevolg was van een val en regionale afspraken voor het vervolgtraject

Overdracht en regionale afspraken

nvt

Afspraak werkwijze op SEH en regionale afspraken

geen

Zn vast onderdeel in ontslagbrief maken

HA en SEH

H.8

Overweeg het maken van regionale afspraken met verpleeghuisinstellingen met betrekking tot geriatrische revalidatiezorg na een val

Afspraken GRZ tussen ziekenhuis en instelling/VPH

nvt

Afspraak rechtstreeks plaatsing GRZ

Concurrentie instellingen, beschikbaarheid geriatrie op SEH

Overleg plannen tussen VPH en ziekenhuis

VPH en SEH

H.8

Maak regionale afspraken met alle ketenpartners betrokken bij valpreventie. Er mogen regionale verschillen bestaan

Regionale afspraken maken: implementatie 1-3 jaar

nvt

Alle zorgprofessionals moeten willen om afspraken te maken

Tijdinvestering elke zorgprofessional

Bijeenkomsten plannen om deze afspraken te maken

Alle betrokken zorgprofessionals

H.8

Maak gebruik van het positief labelen van ‘vallen’ om de patiënt te motiveren voor deelname aan een valpreventieprogramma.

Implementatie <1 jaar

gering

nvt

Tijdinvestering zorgprofessional, evt hulpmateriaal

Educatie hoe motiveren van patiënten, evt aanpassen folders etc

Betrokken zorgprofessionals

H.8

Overweeg om gebruik te maken van educatie en voorlichting aan het personeel.

Implementatie <1 jaar

gering

nvt

Beschikbaarheid hulpmateriaal, Tijdinvestering zorgprofessional

Educatie personeel

Directie, zorgprofessional

H.8

Gebruik educatief materiaal voor de patiënt en/of mantelzorger.

 

Implementatie <1 jaar

gering

nvt

Beschikbaarheid materiaal, anders ontwikkelen materiaal voor de doelgroep

Doelgroep instrueren

VPK, of andere betrokken zorgprofessional

1 Barrières kunnen zich bevinden op het niveau van de professional, op het niveau van de organisatie (het ziekenhuis) of op het niveau van het systeem (buiten het ziekenhuis). Denk bijvoorbeeld aan onenigheid in het land met betrekking tot de aanbeveling, onvoldoende motivatie of kennis bij de specialist, onvoldoende faciliteiten of personeel, nodige concentratie van zorg, kosten, slechte samenwerking tussen disciplines, nodige taakherschikking, etc.

2 Denk aan acties die noodzakelijk zijn voor implementatie, maar ook acties die mogelijk zijn om de implementatie te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan controleren aanbeveling tijdens kwaliteitsvisitatie, publicatie van de richtlijn, ontwikkelen van implementatietools, informeren van ziekenhuisbestuurders, regelen van goede vergoeding voor een bepaald type behandeling, maken van samenwerkingsafspraken.

3 Wie de verantwoordelijkheden draagt voor implementatie van de aanbevelingen, zal tevens afhankelijk zijn van het niveau waarop zich barrières bevinden. Barrières op het niveau van de professional zullen vaak opgelost moeten worden door de beroepsvereniging. Barrières op het niveau van de organisatie zullen vaak onder verantwoordelijkheid van de ziekenhuisbestuurders vallen. Bij het oplossen van barrières op het niveau van het systeem zijn ook andere partijen, zoals de NZA en zorgverzekeraars, van belang.