Kennislacunes

Definitie carpaletunnelsyndroom

Kennislacune

1) Er is geen (internationale) consensus met betrekking tot de gevalsdefinitie voor het carpaletunnelsyndroom in de klinische praktijk

Onderzoeksvraag

1) wat is de beste definitie van het carpaletunnelsyndroom, die de behandeling en uitkomsten voor de individuele patiënt het meeste recht doet

 

Anamnese en lichamelijk onderzoek

Kennislacune

1) Het is met onvoldoende betrouwbaarheid aangetoond of de diagnostische waarde van anamnese en lichamelijk onderzoek samen vergelijkbaar is met de diagnostische waarde van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bij patiënten die zich presenteren met “klassiek” carpaletunnelsyndroom (CTS).

2) Het is onduidelijk wat de diagnostische waarde is van vragenlijsten die zijn opgesteld met als doel diagnosticeren CTS, welke niet in het Nederlands zijn gevalideerd.

 

Onderzoeksvraag

1) Is de diagnostische waarde van anamnese en lichamelijk onderzoek samen vergelijkbaar met de diagnostische waarde van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek bij patiënten die zich presenteren met “klassiek” CTS?

2) Ten eerste dienen bestaande vragenlijsten in het Nederlands te worden gevalideerd. Vervolgens is de vraag: wat is de diagnostische waarde van vragenlijsten die zijn opgesteld met als doel diagnosticeren CTS?

 

Aanvullend onderzoek

Recent onderzoek heeft uitgewezen dat bij patiënten met klassieke symptomen van een CTS de diagnose zeer vaak bevestigd wordt bij aanvullend onderzoek door de neuroloog of door zenuwgeleidingsonderzoek. Gezien de hoge a priori kans en de geringe aanvullende waarde van dit aanvullend onderzoek, kiest de huidige richtlijn ervoor om bij dergelijke patiënten met een klassiek CTS geen aanvullend onderzoek te verrichten, maar na het stellen van de klinische diagnose over te gaan tot het bespreken van behandelopties. Alleen bij patiënten waarbij een CTS mogelijk aanwezig is, maar de symptomen niet klassiek zijn of er om andere reden twijfel bestaat, wordt aanvullend onderzoek aangeraden. Omdat deze aanpak nieuw is, is echter nog geen informatie voorhanden uit de literatuur wat bij deze laatste patiëntengroep de diagnostische waardes zijn van het aanvullend onderzoek.

 

Kennislacune

1) Het is onduidelijk wat de waarde is van de zenuwechografie ten opzichte van het zenuwgeleidingsonderzoek bij patiënten die zich presenteren met aan klachtenpatroon passend bij “mogelijk” CTS.

2) Het is onduidelijk wat de waarde van de echografie is bij een recidief of persisterend CTS na behandeling middels operatie.

 

Onderzoeksvraag

1) Wat is de waarde is van de zenuwechografie ten opzichte van het zenuwgeleidingsonderzoek bij patiënten die zich presenteren met aan klachtenpatroon passend bij “mogelijk” CTS?

2) Wat is de diagnostische waarde van een echo bij patiënten die verdacht worden van een recidief of persisterend CTS na eerdere operatie?

NB: De werkgroep realiseert zich dat bij deze patiënten met een mogelijk CTS dergelijk onderzoek bemoeilijkt wordt door het ontbreken van een gouden standaard, en juist bij deze categorie patiënten ook niet de kliniek als surrogaat standaard kan worden gebruikt. Waarschijnlijk is een composiet score nodig bestaande uit zowel klinische informatie en bijvoorbeeld behandeleffecten om de hier geponeerde vraag te onderzoeken.

 

Informatievoorziening

Kennislacune

1) Het is onvoldoende duidelijk welke factoren bij patiënten met CTS voorspellen of de klachten bij een afwachtend beleid over zullen gaan.

2) Het is onvoldoende duidelijk welke factoren bij patiënten met CTS voorspellen hoe goed een chirurgische behandeling de klachten zal verminderen.

 

Onderzoeksvraag

1) Welke factoren voorspellen bij patiënten met CTS of de klachten bij een afwachtend beleid over zullen gaan?

2) Welke factoren voorspellen bij patiënten met CTS hoe goed een chirurgische behandeling de klachten zal verminderen?

 

Behandeling CTS: operatief

Kennislacune

1) Het is onduidelijk welke PROMS en OOMS het beste gebruikt kunnen worden om de behandeluitkomsten van CTS te evalueren.

 

Onderzoeksvraag

1) Welke PROMS en OOMS kunnen het beste gebruikt worden om de behandeluitkomsten van CTS te evalueren?

 

Behandeling CTS: conservatief – handtherapie

Kennislacune

1) Het is onduidelijk wat het verschil is in behandeleffect tussen:

2) Het is onduidelijk wat de plaats is van echotherapie in de behandeling van CTS.

 

Onderzoeksvraag

1) Wat is het verschil is in behandeleffect tussen:

2) Wat is de plaats is van echotherapie in de behandeling van CTS?

 

Behandeling CTS: conservatief – injectietherapie

Kennislacune

1) Het is onduidelijk welk middel en welke dosering van corticosteroïd het beste toegepast kan worden voor de behandeling van CTS

2) Het is onduidelijk hoeveel opeenvolgende corticosteroidinjecties effectief zijn voor dezelfde klachtenepisode.

3) Het is onduidelijk hoe lang het tijdsinterval tussen opeenvolgende corticosteroidinjecties minimaal moet zijn.

4) Het is onduidelijk welke injectietechniek het meest effectief is.

5) Het is onduidelijk of injectietherapie effectief is voor een recidief CTS.

6) Het is onduidelijk of echogeleid injecteren tot een betere behandeluitkomst leidt dan “blind” injecteren.

 

Onderzoeksvraag

1) Wel middel en welke dosering van corticosteroïd kunnen het beste toegepast worden voor de behandeling van CTS?

2) Leidt echogeleid injecteren tot een betere behandeluitkomst vergeleken met “blind” injecteren?

 

Recidief / persisterend CTS

Kennislacune

1) Het is onduidelijk wat de beste behandeling is voor recidief of residu CTS.

 

Onderzoeksvraag

1) Welke behandeling is het beste voor recidief of residu CTS?

 

Organisatie van zorg

Kennislacune

1) Er is geen onderzoek beschikbaar voor de Nederlandse situatie dat de effectiviteit en kwaliteit van deze zorgpaden systematisch evalueërt

2) Het is onduidelijk aan welke eisen een zorgpad dient te voldoen om verbetering van kwaliteit van CTS-zorg te bewerkstelligen.

 

Onderzoeksvraag:

Leidt het gebruik van zorgpaden in CTS-zorg tot verbetering van kwaliteit van de CTS zorg? En zo ja, aan welke eisen dienen deze zorgpaden in CTS-zorg te voldoen?