Kennislacunes

De werkgroep is nagegaan waar belangrijke lacunes in kennis liggen en heeft per onderwerp aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen verschaffen op vragen hierover uit de praktijk.

 

Decubitus

• Leidt preoperatieve zorg bij dwarslaesie patiënten met decubitus tot betere wondgenezing en het voorkomen van recidieven of complicaties?
• Leidt postoperatieve zorg bij dwarslaesie patiënten met decubitus tot betere en snellere wondgenezing en het voorkomen van recidieven of complicaties?
• Waar kan preoperatieve decubituszorg voor dwarslaesie patiënten het beste plaatsvinden (eerste versus tweede lijn) in termen van (kosten)effectiviteit?
• Wat is de meest optimale/effectieve vorm van preoperatieve begeleiding bij mensen met decubitus en een dwarslaesie?
• Wat is de meest adequate invulling/organisatie van een zorgketen voor mensen met een dwarslaesie en decubitus?

 

Neuropathische pijn

• Welke (combinatie van) medicatie is het meest effectief in reductie van neuropathische pijn bij patiënten met een dwarslaesie?
• Welke niet-medicamenteuze behandeling is het meest effectief in reductie van neuropathische pijn bij patiënten met een dwarslaesie?
• Welke combinatie van medicatie en niet-medicamenteuze behandelingen is het meest effectief in reductie van neuropathische pijn bij patiënten met een dwarslaesie?

 

Antistolling

• Is tromboseprofylaxe (door middel van LMWH en/of kousen) bij dwarslaesie patiënten in de chronische fase die niet lang genoeg gemobiliseerd zijn, effectief in het voorkomen van VT?
• Zijn vitamine K-antagonisten effectief in het voorkomen van sterfte en/of recidief VTE bij dwarslaesie patiënten in de chronische fase die voldoende lang gemobiliseerd zijn en een VTE krijgen?
• Zijn NOACs effectief zijn in het voorkomen van sterfte en/of recidief VTE bij dwarslaesie patiënten in de chronische fase die voldoende lang gemobiliseerd zijn en een VTE krijgen?
• Is tromboseprofylaxe effectief/nodig bij bedrust bij dwarslaesie patiënten in de chronische fase?

 

Fertiliteit

• Leidt vroege semen verkrijging tot een betere uitkomst (pregnancy rate, live birth rate) dan late semen verkrijging?
• Wat is de beste timing op semen ‘op te wekken’?
• Wat is het beste moment om semen in te vriezen in geval van een zwangerschapswens

 

Seksualiteit

• Leidt een seksuologisch voorlichtings- en begeleidingsprogramma (versus geen programma) bij patiënten met dwarslaesie (op lange termijn) tot meer tevredenheid over seksualiteit?
• Welke aspecten van een seksuologisch voorlichtings- en begeleidingsprogramma bij patiënten met dwarslaesie leiden tot meer tevredenheid over seksualiteit?
• Welke factoren (voorbeeld laesieniveau, sekse, hebben van partner, verlaagd energieniveau en andere complicerende factoren) zijn van invloed op de tevredenheid over een seksuologisch voorlichtings- en begeleidingsprogramma bij patiënten met dwarslaesie?
• Wanneer/op welke momenten (timing) kan een seksuologisch voorlichtings- en begeleidingsprogramma bij patiënten met dwarslaesie het beste gegeven worden?
• Door wie kan een seksuologisch voorlichtings- en begeleidingsprogramma bij patiënten met dwarslaesie het beste gegeven worden?

 

Stemming

• Is het screenen op stemmingsproblemen met een gestandaardiseerde screeningslijst door niet-psychologen (maatschappelijk werkers, gespecialiseerd verpleegkundigen, en dergelijke) even effectief voor het opsporen van stemmingsproblemen als een standaard-intake door de psycholoog?

 

Energiebalans

• Welke normaalwaarden kunnen gebruikt worden bij indirecte calorimetrie middels gasanalyse bij patiënten met een dwarslaesie?
• Wat zijn aanknopingspunten voor de omschakeling van een negatieve naar een positieve energiebalans?
• Is bioimpedantie een betrouwbare methode om het energieverbruik te meten bij patiënten met een dwarslaesie?

 

Pneumonie

• Leidt longvolume recruitment en hoestondersteuning, fysiotherapeutische interventies of medicamenteuze behandeling bij patiënten met dwarslaesie en een (restrictief) beperkte longfunctie tot minder respiratoire complicaties (respiratoire infectie, pneumonie en atelectase)?

 

Nazorg

• Leidt inzet van andere disciplines bij de reguliere nazorg (poliklinische controles door RA of (onder zijn/haar supervisie) door PA/NP) tot minder / meer secundaire complicaties?

 

Ouderen

• Wat is het effect van het type revalidatietraject (revalidatiecentrum versus verpleegtehuis) op de revalidatie uitkomst (waaronder kwaliteit van leven) bij oudere patiënten met een dwarslaesie?