Kennislacunes

Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Diabetische Voet’ is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van diabetische voetproblematiek nog belangrijke lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is, om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geïdentificeerd per module en vervolgens geprioriteerd.

 

De werkgroep ‘Diabetische Voet’ heeft de volgende top vier van lacunes in kennis geprioriteerd, waarvoor nader onderzoek het meest dringend is:

 

1. Het is onduidelijk wanneer een kleine (‘minor’) amputatie geïndiceerd is, wat de consequenties van deze amputaties zijn voor de mobiliteit van de patiënt en met welke kans op een recidief ulcus ieder van deze amputaties gepaard gaat.

 

Kleine amputaties zijn relatief frequent uitgevoerde procedures (tot 20% bij patiënten met een voetulcus in sommige studies) maar waarover in de huidige literatuur slechts sporadisch informatie te vinden is en meestal betreft dit (kleine) retrospectieve case-series. Een prospectief, observationeel, multicenter onderzoek met behulp van een landelijke database en met voldoende aantallen patiënten, robuuste meettechnieken en een follow-up >1 jaar, is een studie die goed in Nederland uit te voeren is. Een dergelijk onderzoek zal echter, gezien de gewenste standaardisatie van behandeling, follow-up en meettechnieken, een aanzienlijke inspanning vragen. In Nederland is echter ervaring met het uitvoeren van dergelijk multidisciplinair, multicenter onderzoek en de kans op succes is hierdoor aannemelijk.

 

2. Vermoedelijk worden mensen met diabetes mellitus en een infectie in de voet te lang met antibiotica behandeld. Het is echter onduidelijk wat de optimale behandelduur voor behandeling met antibiotica is, zowel bij patiënten met als zonder een osteomyelitis.

 

Deze vraag kan beantwoord worden met RCT’s waarin verschillende behandelduren van de meeste gebruikte antibiotica vergeleken te worden. Een ander, en misschien meer haalbaar, onderzoeksdesign is een observationele prospectieve studie met behulp van een Nederlandse database zoals beschreven onder 1. Deze database zou minimaal moeten bevatten de criteria waarop de diagnose gesteld is, de classificatie van de ernst van de infectie, de ziekteactiviteit bij aanvang therapie en staken antibiotische activiteit en de uitkomsten na lange termijn follow up.

 

3. Het is onduidelijk welke interventies het meest effectief zijn in het voorkomen van een eerste of recidief voetulcus bij hoog-risico patiënten (Sims 2 en 3).

 

Voor het beantwoorden van deze vraag is een multicenter gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) met voldoende aantallen patiënten op basis van een power-analyse en een follow-up tijd van 1 tot 2 jaar de meest geschikte studie-opzet. Enkelvoudige of samengestelde behandelingen kunnen met de standaard huidige zorg vergeleken worden. Een dergelijk onderzoek vraagt een aanzienlijke inspanning, echter er is veel ervaring in Nederland met het uitvoeren van dergelijk multicenter onderzoek en de kans op succes is hiermee aannemelijk.

 

4. Drukontlastende schoenen, gipsschoenen of vilt worden in de praktijk veel toegepast bij de behandeling van plantaire voetulcera. Het is echter onbekend of en in welke mate deze maatregelen een gunstig effect hebben op de wondgenezing.

 

Deze onderzoeksvraag kan beantwoord worden middels RCT’s waarin het effect op wondgenezing van deze modaliteiten onderling, en ten opzichte van een Total Contact Cast, vergeleken worden.

 

 

Overzicht van kennislacunes per uitgangsvraag (module)

Preventie van een (recidief) voetulcus (modules: Uitvoering voetcontrole, Preventie van voetulcera bij diabetes)

 

Classificatie voetulcus & diagnostiek (modules: Classificatie van een voetulcus, Diagnostiek PAV bij diabetisch voetulcus, Diagnose infectie diabetisch voetulcus, Diagnose osteomyelitis)

 

Behandeling (modules: Behandeling PAV bij diabetisch voetulcus, Drukverlagende behandeling van voetulcera, Behandeling diabetische voetinfectie, Wondbehandeling diabetisch voetulcus, Hyperbare zuurstoftherapie, Amputatie bij diabetische voetproblemen, Optimale tijdspad bij een diabetisch voetulcus, Voetzorg educatie)

PAV

 

Off-loading

 

Infectie

 

Wondgenezing

 

Timing en zelfmanagement

 

Diagnostiek en behandeling acute Charcot neuro-osteo-artropathie (ACN; modules: Diagnostiek van acute Charcot-voet, Behandeling van acute Charcot-voet)

 

Randvoorwaarden (organisatie van de zorg; module: Randvoorwaarden)