Protocollen voor de diabetische voet risico classificatie

1. Protocol voor het testen van de protectieve sensibiliteit

Testinstrument

Semmes-Weinstein monofilament (SWM) van 10 gram

 

Uitgangshouding patiënt

Zit ontspannen in langzit op de onderzoeksbank met ontblote voeten

 

Patiënt instructie

Uitvoering van de test

 

Interpretatie van de test:

 

2. Protocol voor testen naar perifeer arterieel vaatlijden (PAV)

Testmethoden

  1. Palpatie van de pulsaties van de a. dorsalis pedis en a. tibialis posterior
  2. Beluisteren van de vaattonen van de a. dorsalis pedis en a. tibialis posterior met behulp van een hand Doppler.

 

Uitgangshouding patiënt

Zit ontspannen in langzit op de onderzoeksbank, met ontblote voeten en onderbenen tot tenminste 15 cm boven de enkels.

 

Patiënt instructie

 

Uitvoering van de testen (beide voeten dienen te worden gepalpeerd)

1. Palpatie van de pulsaties

1.1. Palpatie van de a. dorsalis pedis

1.2. Palpatie van de a. tibialis posterior:

Interpretatie van de meting bij iemand zonder voet ulcus

 

2. Beluisteren van de vaattonen met de hand Doppler:

Benodigdheden

 

Uitvoering van de test

Interpretatie van de test

 

3. Protocol voor het meten van de huidtemperatuur van de voeten

Testmethode of -instrument

  1. Palpatie met de achterzijde van de handen/vingers.
  2. Een infrarood huidtemperatuurmeter, geschikt voor het meten van lage temperaturen.

 

Let op: een infrarood koortsthermometer is niet geschikt voor deze meting, omdat deze meters ingesteld zijn op het meten in een bereik tussen de 32 en 42 graden Celsius. Voeten kunnen een normale temperatuur hebben, die ruim onder de 30 graden ligt, dus koortsthermometers zijn daarom geen geschikte meters.

 

Uitgangshouding patiënt

Zit ontspannen in langzit op de onderzoeksbank, met ontblote voeten.

 

Patiënt instructie

 

Uitvoering van de test

1. Palpatie van de temperatuur:

2. Meten van de temperatuur met de infrarood huidtemperatuurmeter:

Interpretatie van de meting

 

Maar:

Bij een verschil van 2 graden Celsius of meer: herhaal de meting om er zeker van te zijn, dat niet op één voet bovenop een bloedvat wordt gemeten (stroming van bloed geeft warmte af) en op de andere voet niet.

In beide gevallen volgt direct verwijzing naar de huisarts voor nadere diagnostiek.

 

4. Protocol voor schoen en sok onderzoek

Uitgangshouding van de patiënt

De patiënt trekt schoenen en sokken/kousen uit. De onderzoeker neemt zowel beide schoenen als sokken/kousen, om beurten, ter hand.

 

Uitvoering van het schoen en sok onderzoek

 

Interpretatie