Aandoeningen waarbij dysfagie kan voorkomen

Neuromusculaire aandoeningen, zoals:

• amyotrofische laterale sclerose (ALS) en andere motorneuron aandoeningen, zoals progressieve spinale spieratrofie (PSMA), spinale spieratrofie (SMA, alle vormen), ziekte van Kennedy;
• chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie (CIDP)
• congenitale myopathieën;
• criticalillness polyneuropathie;
• Duchenne en Becker spierdystrofie (DMD en BMD);
• facioscapulohumerale dystrofie (FSHD);
• Guillain Barré Syndroom (GBS);
• hereditaire motorische sensorische neuropathie (HMSN);
• hereditaire sensore en autonome neuropathie (HSAN);
• immuungemedieerde myopathie, zoals polymyositis, dermatomyositis en necrotiserende myopathie;
• inclusion body myositis (IBM);
• limb girdle spierdystrofieën (LGMD);
• myasthenieën, zoals Myasthenia gravis of het Lambert Eaton myastheen syndroom;
• myositiden zoals polymyositis en dermatomyositis;
• myotone dystrofie type 1 en 2 (MD);
• oculofaryngeale spierdystrofie (OPMD);
• ziekte van Pompe.

 

Centraal neurologische aandoeningen, zoals:

• focale dystonieën (torticollis, tardieve dyskinesie) t.h.v. hoofd en hals;
• multiple sclerose (MS);
• niet aangeboren hersenletsel (NAH), zoals Cerebro Vasculair Accident (CVA);
• progressieve lateraalsclerose (PLS);
• spinocerebellaire ataxieën, zoals SCA, de ziekte van Friedreich en andere;
• ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie;
• ziekte van Huntington;
• ziekte van Parkinson en Parkinson-plus syndromen.

 

Hoofd-hals oncologische aandoeningen

 

Overige aandoeningen, zoals:

• metabole aandoeningen;
• congenitale en/of syndromale aandoeningen;
• aandoeningen met een verstandelijke beperking, ontwikkelingsachterstand;
• kwetsbare ouderdom, leidend tot presbyfagie;
• oesofageale dysfagie (motiliteitsstoornis, Zenker divertikel, status na oncologische slokdarmchirurgie etc.);
• cervicale osteofieten (ziekte van Forestiere);
• syndroom van Sjögren;
• auto-immuunziekten (sclerodermie, systemische loeperserythematosis etc.).

 

Kinderen:

• prematuur geboren kinderen;
• congenitale en erfelijke aandoeningen (bijvoorbeeld oesofagusatresie);
• kinderen met conditionele problemen in de neonatale fase en eerste levensjaar (congenitale hartafwijkingen, congenitale hernia diafragmatica, laryngomalacie, longproblemen of andere complexe medische condities);
• status na tracheotomie;
• craniofaciale afwijkingen (soms van tijdelijke aard, zoals bij schisis van lip, kaak en/of gehemelte);
• bovengenoemde aandoeningen bij volwassen met early onset op kinderleeftijd.