Implementatieplan

Dit implementatieplan is opgesteld ter bevordering van de implementatie van de richtlijn tinnitus. Voor het opstellen van dit plan is een inventarisatie gedaan van de mogelijk bevorderende en belemmerende factoren voor het naleven van de aanbevelingen. Daarbij heeft de richtlijncommissie een advies uitgebracht over het tijdspad voor implementatie, de daarvoor benodigde randvoorwaarden en de acties die door verschillende partijen ondernomen dienen te worden.

 

Werkwijze

De werkgroep heeft per aanbeveling geïnventariseerd:

 

Voor iedere aanbeveling is nagedacht over de hierboven genoemde punten. Echter niet voor iedere aanbeveling kon ieder punt worden beantwoord. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen “sterk geformuleerde aanbevelingen” en “zwak geformuleerde aanbevelingen”. In het eerste geval doet de richtlijncommissie een duidelijke uitspraak over iets dat zeker wel of zeker niet gedaan moet worden. In het tweede geval wordt de aanbeveling minder zeker gesteld (bijvoorbeeld “Overweeg om …”) en wordt dus meer ruimte gelaten voor alternatieve opties. Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” zijn bovengenoemde punten in principe meer uitgewerkt dan voor de “zwak geformuleerde aanbevelingen”.

 

Implementatietermijnen

Voor “sterk geformuleerde aanbevelingen” geldt dat zij zo spoedig mogelijk geïmplementeerd dienen te worden. Voor de meeste “sterk geformuleerde aanbevelingen” betekent dat dat zij komend jaar direct geïmplementeerd moeten worden en dat per januari 2017 dus iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen. Veel aanbevelingen zijn al onderdeel van de huidige praktijk en brengen daarom weinig of geen implementatie problemen met zich mee.

 

Voor de volgende aanbeveling dient echter een langere implementatietermijn van twee jaar aangehouden te worden, wat dus betekent dat per januari 2018 iedereen aan deze aanbevelingen dient te voldoen:

 

Neem voorafgaande aan het consult een vragenlijst af, bijvoorbeeld de TQ of de THI om de ernst van de tinnitus te meten.

 

Verwijs patiënten met tinnitus met een TQ > 30 of THI > 36 naar een Audiologisch Centrum met een gespecialiseerd tinnitus team, waarbij de mogelijkheid voor trapsgewijze tinnitus specifieke cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt aangeboden.

 

Bovenstaande aanbevelingen kunnen niet direct worden ingevoerd vanwege een gebrek aan middelen, expertise en/of juiste organisatie. Bij de resultaten van deze handelingen kan sprake zijn van een leercurve. Daarnaast is aanwezigheid van en afstemming tussen professionals en faciliteiten nodig om de handelingen op betrouwbare wijze te kunnen uitvoeren. De implementatie van bovenstaande aanbeveling kent daarom een langere implementatietermijn.

 

In de richtlijn worden een aantal handvaten gegeven voor het gebruik van de TQ, zoals het bijgevoegde Excelbestand ‘TQ scoringstool’ welke als scoringshulpmiddel gebruikt kan worden. Daarnaast is er een web applicatie in ontwikkeling voor het afnemen en scoren van de TQ (en andere lijsten indien gewenst). Deze applicatie maakt het mogelijk de lijsten online af te nemen met automatische scoring voor de behandelaar.

 

Impact op zorgkosten

Veel aanbevelingen brengen geen of nauwelijks gevolgen met zich mee voor de zorgkosten. Een aantal aanbevelingen doet dit echter wel. In onderstaande tabel wordt per module beschreven welke aanbevelingen een mogelijk effect met zich meebrengen op de zorgkosten en welk effect dit is.

 

Aanbeveling

Verwachtte impact op zorgkosten

Verricht niet routinematig een MRI-brughoek bij patiënten met unilaterale, niet -pulsatiele tinnitus bij een symmetrisch gehoor(verlies).

Het niet routinematig verrichten van een MRI -brughoek levert mogelijk een kostenbesparing op.

Verwijs patiënten met tinnitus met een TQ > 30 of THI> 36 naar Audiologisch Centrum met een gespecialiseerd tinnitus team, waarbij de mogelijkheid voor trapsgewijze tinnitus specifieke cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt aangeboden.

Deze aanbeveling betekent dat er een opleidingstraject voor de Audiologische Centra moet worden opgezet. Dit brengt extra kosten met zich mee.

Overweeg verwijzing van patiënten met tinnitus (TQ >60; THI> 78) en eenzijdige doofheid of ernstige slechthorendheid en niet reagerend op andere behandelingen (bijvoorbeeld gespecialiseerde CGT en hoortoestelaanpassing) naar een centrum voor cochleaire implantatie voor eventueel cochleaire implantatie (CI) om mogelijk deel te nemen aan  wetenschappelijk onderzoek.

Deze aanbeveling betekent dat voor sommige patiënten een extra consult nodig is. Dit kan extra kosten met zich meebrengen.

Bij patiënteninformatie en begeleiding:

Overweeg deze mondelinge uitleg (deels) door een gespecialiseerd verpleegkundige te laten geven.

Het aanstellen van een gespecialiseerde verpleegkundige brengt extra kosten met zich mee, maar anderzijds wordt de kwaliteit van de begeleiding verbeterd.

 

Te ondernemen acties per partij

Hieronder wordt per partij toegelicht welke acties zij kunnen ondernemen om de implementatie van de richtlijn te bevorderen.


Alle direct betrokken wetenschappelijk verenigingen/beroepsorganisaties (NVKNO, NVKF, NIP/VGCt, NVVS, NHG)

 

De lokale vakgroepen/individuele medisch professionals

 

De systeemstakeholders (onder andere zorgverzekeraars, (koepelorganisaties van) ziekenhuisbestuurders, IGZ)

Ten aanzien van de financiering van de zorg voor patiënten met tinnitus wordt van het bestuur van de ziekenhuizen verwacht dat zij bereid zijn om de nodige investeringen te doen (zie hierboven bij impact op zorgkosten) om de aanbevelingen in deze richtlijn te kunnen implementeren. Daarnaast wordt van de bestuurders verwacht dat zij bij de betrokken medisch professionals nagaan op welke wijze zij kennis hebben genomen van de nieuwe richtlijn tinnitus en deze toepassen in de praktijk. Het verzorgen van een goed ingericht ziekenhuisinformatiesysteem kan bijdragen aan de implementatie van de aanbevelingen die betrekking hebben op de verslaglegging van lichamelijk- en aanvullend onderzoek en de terugkoppeling aan huisartsen en eventueel andere eerstelijns zorgverleners.

 

Van zorgverleners wordt verwacht dat zij de zorg die in deze richtlijn wordt voorgeschreven zullen vergoeden. De “sterk geformuleerde aanbevelingen” in deze richtlijn kunnen, na verloop van de aangegeven implementatietermijnen door zorgverzekeraars worden gebruikt voor de inkoop van zorg.

 

Het Kennisinstituut van Medisch Specialisten