Samenvatting zorgverleners

Deze richtlijn omvat 6 modules en heeft tot doel kinderartsen en arts-assistenten te ondersteunen bij de zorg voor kinderen met astma. De richtlijn is ontwikkeld door een werkgroep, bestaande uit kinder(long)artsen, vertegenwoordigers van het Longfonds, een huisarts, een longverpleegkundige, een verpleegkundig specialist en een richtlijnmethodoloog. Dit document betreft een samenvatting van de richtlijn. Voor de volledige teksten inclusief onderbouwing en achtergrondinformatie verwijst de werkgroep naar de betreffende modules.

 

Diagnostiek van astma

F1

 

Medicamenteuze behandeling van astma

F2

* LABA, altijd in een combinatiepreparaat met ICS. Raadpleeg voor de verschillende middelen, registratieleeftijden en label het Kinderformularium.
** het voorschrijven van LAMA’s en biologicals (zoals omalizumab en mepolizumab) wordt voorbehouden aan een kinderlongarts.
*** comorbiditeit (allergische rhinitis): de werkgroep wijst op de samenhang van allergische neusklachten en bronchiale hyperreactiviteit (common airway concept).

 

Het wordt niet aanbevolen om ICS aan SABA toe te voegen bij stap-1-medicatie voor kinderen met astma, vanwege een gebrek aan bewijs voor de toegevoegde waarde daarvan.

 

De werkgroep adviseert bij de initiële behandeling van astma zorgvuldige monitoring van klachten, exacerbaties en bijwerkingen. Bij initiële behandeling wordt controle binnen drie maanden aanbevolen.

 

Bij het initieel voorschrijven van inhalatiecorticosteroïden in gebruikelijke doseringen (conform stap 2 en 3 van het medicatieschema) aan kinderen met astma hoeft op voorhand geen rekening gehouden worden met bijwerkingen. Bij het voorschrijven van inhalatiecorticosteroïden moet gestreefd worden naar de laagst mogelijke dosering waarbij optimale astmacontrole verkregen wordt.

 

Vanwege individueel verschil in gevoeligheid voor bijwerkingen raadt de werkgroep wel aan bij controles expliciet aandacht te besteden aan het optreden van bijwerkingen, daar deze van invloed zijn op de therapietrouw en daarmee de astmacontrole. Gerichte aandacht moet gegeven worden aan:

 

Lengtegroei: Het is van belang om met patiënten en ouders in gesprek te gaan over de verwachtingen met betrekking tot de lengtegroei. Vanwege individuele variatie in gevoeligheid voor inhalatiesteroïden raadt de werkgroep aan de lengtegroei van de patiënt te monitoren.

 

Inhalatie instructie: Goede inhalatieinstructie en regelmatige (ten minste jaarlijkse) controle van de inhalatietechniek worden aanbevolen.

 

Bijnierfunctie: Bij symptomen van bijnierinsufficiëntie wordt aanbevolen de bijnierfunctie te testen.

 

Acuut astma

Bij een patiënt met een acute astma exacerbatie die onvoldoende reageert op één à tweemaal inhaleren met salbutamol raadt de werkgroep aan kortdurend (3 dagen) prednisolon voor te schrijven en het beloop zorgvuldig te evalueren. Bij onvoldoende spoedig herstel en/of langdurig behoefte aan aanvullende zuurstof (≥24-48 uur), bij kinderen met een verhoogd risico op ernstig beloop (bijv. eerder gecompliceerd beloop, IC-opname, langere duur van de exacerbatie voorafgaand aan het SEH-bezoek) of wanneer ≥48 uur elke 3 uur luchtwegverwijding nodig is, wordt verlenging naar 5 dagen aangeraden.

 

Bij een kortbestaande acute exacerbatie raadt de werkgroep een prednisolon dosering aan van 1 mg/kg in 2 dd en zonder oplaaddosis. De maximale dagdosering is daarbij 40 mg.

 

Als bijwerkingen een belangrijke rol spelen in de afweging om een orale corticosteroïdkuur te geven, lijkt er op grond van non-inferiority geen bezwaar tegen vervanging door dexamethason (0,3mg/kg in 1 dd gedurende 2 dagen) als 2e keus ter vervanging voor een –prednisolonkuur. De maximale dagdosering is daarbij 10 mg.

 

Een behandeling met intraveneus magnesiumsulfaat kan worden overwogen bij kinderen met een status astmaticus die onvoldoende verbeteren met luchtwegverwijding alleen (Qureshi-score ≥ 10 na drie keer vernevelen).

Behandeling met intraveneus magnesiumsulfaat mag geen uitstel van behandeling met systemische steroïden en/of intraveneus salbutamol betekenen, bij een ernstig bedreigde patiënt.

 

De aanbevolen dosering van intraveneus magnesiumsulfaat, als toevoeging aan (continue) salbutamol inhalatie, voor behandeling van status astmaticus bij kinderen is 40 mg/kg/dosis, in 10-15min (max. 2 g/dosis) en kan zonodig herhaald worden (conform Kinderformularium).

 

Salbutamol i.v. moet worden overwogen als continue inhalatie met salbutamol geen of onvoldoende effect heeft (Qureshi-score ≥ 10 na drie keer vernevelen).

 

De werkgroep adviseert om salbutamol i.v. in een continue dosering te geven volgens onderstaand doseringsschema:

 

De startdosering van salbutamol i.v. is 0,1-0,5 μg /kg/min naar inschatting van de behandelend kinderarts. Op geleide van klinische parameters wordt dit per 10 minuten opgehoogd volgens het volgende schema:

  • 0,1-0,5 μg /kg/min: 0,1 μg/kg/min/stap (onder strikte voorwaarden in een algemeen ziekenhuis te geven)
  • 0,5-1,0 μg /kg/min: 0,2 μg/kg/min/stap (onder strikte voorwaarden in een algemeen ziekenhuis te geven)
  • 1,0-10 μg /kg/min: 0,5 μg/kg/min/stap (in principe uitsluitend op de PICU)

 

De aanbevolen dosering dient in het algemeen niet de aanbevolen dosering voor volwassenen (20 μg/min) te overschrijden. In de praktijk is dit in een algemeen ziekenhuis vooral van belang bij een patiënt die zwaarder is dan 20 kg.

 

De voorwaarden waaronder salbutamol i.v. in een algemeen ziekenhuis veilig kan worden gegeven zijn:

  • continue monitoring van hartfrequentie en zuurstofsaturatie
  • monitoring serumkalium, -glucose, -lactaat en bloedgas
  • toegerust team (inclusief kinderarts) aanwezig gedurende de periode waarin salbutamol i.v. wordt toegediend
  • overleg met de regionale kinderintensivist
  • maximale dosering 1,0 μg /kg/min en ≤ 20 μg/min
  • duidelijke klinische verbetering binnen 1 uur na start
  • maximale behandelduur 24 uur

 

Uitvoering van de behandeling acuut astma in de praktijk

F3