Kennislacunes

Inleiding
Tijdens de ontwikkeling van de richtlijn ‘Postmenopauzaal bloedverlies’  is systematisch gezocht naar onderzoeksbevindingen die nuttig konden zijn voor het beantwoorden van de uitgangsvragen. Een deel (of een onderdeel) van de uitgangsvragen is met het resultaat van deze zoekacties te beantwoorden, een groot deel echter niet. Door gebruik te maken van de evidence-based methodiek (EBRO) is duidelijk geworden dat op het terrein van histologische cavumdiagnostiek, diagnostiek zoals contrastechoscopie (SIS) en hysteroscopie en het hormoongebruik bij recidiverend postmenopauzaal bloedverlies nog lacunes in de beschikbare kennis bestaan. De werkgroep is van mening dat (vervolg)onderzoek wenselijk is om in de toekomst een duidelijker antwoord te kunnen geven op vragen uit de praktijk. Om deze reden heeft de werkgroep de belangrijkste lacunes in kennis geprioriteerd en vervolgens per hoofdstuk aangegeven op welke vlakken nader onderzoek gewenst is.

 

Overzicht van kennislacunes per uitgangsvraag:

 

Diagnostische accuratesse van histologische cavumdiagnostiek ten aanzien van endometriumcarcinoom


Diagnostiek (SIS versus hysteroscopie) bij vrouwen met verdikt endometrium en benigne endometriumaspiratie

 

 

Hormonale opties ter preventie van recidief postmenopauzaal bloedverlies