Algemene inleiding

De ontwikkeling van de richtlijn Voedselprovocatie sluit aan bij diverse initiatieven die de afgelopen jaren vanuit de Nederlandse Vereniging voor Allergologie (NVvA) gestart zijn. Deze initiatieven hebben tot doel om de kwaliteit van het medisch handelen van specialisten die zich met allergiepatiënten bezighouden te verbeteren.
 
In 2008 is door individuele leden van de Vakgroep Allergologie (die gelieerd is aan de NVvA) gestart met het inventariseren van de bestaande protocollen aangaande voedselprovocatietests. Daarnaast zijn enkele uitgangsvragen opgesteld voor het ontwikkelen van een richtlijn. Destijds was dit een eerste aanzet voor het opstellen van een richtlijn, maar deze poging heeft niet geresulteerd in een volwaardige richtlijn volgens de EBRO-methode. Bovendien werd dit project uitsluitend door allergologen uitgevoerd, terwijl het karakter van allergologische aandoeningen een multidisciplinaire benadering vereist.
 
Bij het aantreden van het nieuwe bestuur van de NVvA, medio 2012, is daarom besloten om de ontwikkeling van richtlijnen over diagnostiek en behandeling van allergische aandoeningen tot speerpunt van de NVvA te maken. Op 16 maart 2012 is tijdens de voorjaarsvergadering van de NVvA door de leden goedkeuring gegeven aan het oprichten van de Commissie Richtlijnen. Deze commissie heeft als taak te inventariseren welke richtlijnen aanwezig zijn, welke richtlijnen een update behoeven en welke richtlijnen er ontbreken. Verder houdt de Commissie Richtlijnen toezicht op de projectgroepen die de richtlijnen ontwikkelen. Door de Commissie Richtlijnen is het onderwerp voedselprovocatie geprioriteerd als onderwerp dat op korte termijn een richtlijn behoefde. De reden hiervoor was onder meer dat de Commissie Richtlijnen heeft geconstateerd dat in de medisch-specialistische opleidingen van onder andere kindergeneeskunde, longziekten, dermatologie en interne geneeskunde niet of nauwelijks aandacht wordt geschonken aan het onderwerp allergie. Dit maakt dat de kennis over allergie, allergietests en de interpretatie van de testuitslagen bij deze specialismen vaak tekortschiet. Een richtlijn voedselprovocatie kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de kennisvergroting bij deze specialismen en de kwaliteit van zorg aan de allergiepatiënten die deze specialismen zien, verbeteren.