Verantwoording en werkgroepleden

Epidemiologie

Jaarlijks ontwikkelen in Nederland ongeveer 2.000 vrouwen tussen de 18 en 40 jaar een vorm van kanker. De vijfjaarsoverleving is gemiddeld 81%. Daarnaast krijgen nog eens 250 meisjes jonger dan 18 jaar kanker. De kans op ovariumfunctieverlies is bij een deel van de behandelingen substantieel. Voor kinderen zijn aparte algemene richtlijnen opgesteld die gemakkelijk geïmplementeerd kunnen worden in de behandelprotocollen, zoals die landelijk worden opgesteld door de Stichting Kinderoncologie Nederland (SKION).

 

Werkwijze werkgroep

De richtlijnwerkgroep bestaat uit zorgverleners van verschillende (para)medische disciplines en een patiëntvertegenwoordiger (zie samenstelling werkgroep). De werkgroep is begin 2014voor de eerste maal bijeengekomen. Bij de ontwikkeling van de richtlijn zijn uitgangsvragen geformuleerd. Deze vragen volgden uit een knelpuntinventarisatie gehouden in de werkgroep en in het veld bij professionals en patiënten(vertegenwoordigers). De meest relevante knelpunten werden uitgewerkt tot uitgangsvragen. Enkele daarvan zijn evidence-based uitgezocht:

 

Uitgangsvraag

Uitgewerkt in module

1a    Is de Anti-Müllerian Hormone(AMH)-waarde een prognostische factor voor doorgaande zwangerschap en/of premature Ovarian Insufficiency (POI) bij vrouwen met een kinderwens die chemotherapie gaan krijgen?

Indicatiestelling voor fertiliteitspreservatie - Risicopredictie - AMH - AMH als prognostische test

1b   Is de Anti-Müllerian Hormone(AMH)-waarde een prognostische factor voor doorgaande zwangerschap en/of premature Ovarian Insufficiency (POI) bij vrouwen met een kinderwens die chemotherapie hebben gehad?

Late effecten en beschikbare interventies na behandeling - Testen van ovariumfunctie na oncologische behandeling - AMH als prognostische factor

2     Zorgen GnRH-analogen er voor dat bij vrouwen die chemotherapie moeten ondergaan vaker cyclusherstel (of een doorgaande zwangerschap) optreedt dan wanneer er geen ovariële onderdrukking wordt toegepast?

Beschikbare interventies vóór behandeling - Protectie van de ovaria - Ovariële suppressie

3     Geeft shared decision making met een fertiliteitsspecialist/psychologische ondersteuning minder spijt bij vrouwen die gecounseld worden over fertiliteitspreservatie(FP) dan informatie via de oncologische behandelaar?

Counseling, psychologische aspecten en informatievoorziening - Psychologische aspecten counseling en informatievoorziening

 

Methodiek

De richtlijn Cryopreservatie van ovariumweefel uit 2007 was Evidence-based opgesteld; de richtlijn Behoud ovariële functie na kankerbehandeling was Consensus-based opgesteld. De huidige richtlijn fertiliteitspreservatie bij vrouwen met kanker heeft drie knelpunten uit de praktijk Evidence-based uitgezocht en beantwoord. Daarnaast is een groot aantal knelpunten Consensus-based beantwoord.

Elke uitgangs(deel)vraag was toebedeeld aan een of meerdere werkgroepleden.

Het literatuuronderzoek voor de Evidence-based vragen is uitgevoerd door een IKNL-literatuuronderzoeker/ methodologisch expert. Er is gewerkt volgens de richtlijn voor richtlijnen [Regieraad kwaliteit van zorg 2012]. De interventievragen zijn volgens GRADE uitgewerkt. GRADE staat voor Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation.

Voor de uitwerking van de consensus based uitgangsvragen raadpleegden en gebruikten de werkgroepleden de bij hen bekende literatuur. Er is voor deze vragen geen systematisch literatuuronderzoek verricht door een methodologisch expert.

 

Commentaarfase

De conceptrichtlijn is op 12 oktober 2015 ter becommentariëring aangeboden aan alle voor de knelpuntenanalyse benaderde wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen en naar de landelijke tumorwerkgroepen.

Het commentaar geeft input vanuit het veld om de kwaliteit en de toepasbaarheid van de conceptrichtlijn te optimaliseren en landelijk draagvlak voor de richtlijn te genereren. Circa 40 respondenten (zowel individuen als groepen) maakten van deze mogelijkheid gebruik. Alle commentaren werden vervolgens beoordeeld en verwerkt door de richtlijnwerkgroep. De richtlijn is in een plenaire vergadering op 26 januari 2016 inhoudelijk vastgesteld. Ten slotte is de richtlijn ter autorisatie/ter accordering gestuurd naar de betrokken verenigingen/instanties.

Geldigheid

Actualisatie

Deze richtlijn is goedgekeurd op (datum). IKNL bewaakt samen met betrokken verenigingen de houdbaarheid van deze en andere onderdelen van de richtlijn Zo nodig zal de richtlijn of een indivisuele module tussentijds op onderdelen worden bijgesteld.

 

Houderschap richtlijn

De houder van de richtlijn moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. IKNL draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de richtlijn.

 

Juridische betekenis

De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze aanbevelingen in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat in het belang van de patiënt van de richtlijn wordt afgeweken.

Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd gedocumenteerd te worden.

De toepasbaarheid en de toepassing van de richtlijnen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts.

 

Algemene gegevens

Initiatief

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

 

Autoriserende en betrokken verenigingen

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM)

Nederlandse Vereniging voor Hematologie (NVH)

Nederlandse Vereniging voor Internisten/Nederlandse Vereniging voor Medische Oncologie (NIV/NWMO)

Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK)

Nederlandse Vereniging van Psychosociale Oncologie (NVPO)

Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) 

Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN)

 

De volgende verenigingen stemmen in met de inhoud

Levenmetkanker-beweging

AYA-platform

 

Financiering

De revisie en samenvoeging van beide richtlijnen is gefinancierd door IKNL. De inhoud van de richtlijn is niet beïnvloed door de financierende instantie.

 

Procesbegeleiding en verantwoording

IKNL (Integraal Kankercentrum Nederland) is het kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg. IKNL draagt bij aan het verbeteren van de zorg rond kanker door het verzamelen van gegevens, het opstellen van richtlijnen, het bewaken van kwaliteit en het faciliteren van samenwerkingsverbanden. Ons doel is de beste zorg voor iedere patiënt.

 

IKNL werkt aan multidisciplinaire richtlijnontwikkeling voor de oncologische en palliatieve zorg. Naast het reviseren van richtlijnen faciliteert IKNL ook het onderhoud, het beheer, de implementatie en de evaluatie van deze richtlijnen. De kwaliteit van ontwikkelen, implementeren en evalueren van evidence en consensus based richtlijnen waarborgt IKNL door aan te sluiten bij de criteria opgesteld in de Richtlijn voor Richtlijnen (maart 2012), AGREE II en de Medisch specialistische richtlijnen 2.0.

 

Samenstelling werkgroep

Alle werkgroepleden zijn afgevaardigd namens wetenschappelijke verenigingen en hebben daarmee het mandaat voor hun inbreng. Bij de samenstelling van de werkgroep is geprobeerd rekening te houden met landelijke spreiding, inbreng van betrokkenen uit zowel academische als algemene ziekenhuizen/instellingen en vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen/ disciplines. De patiëntenvereniging is eveneens vertegenwoordigd en voor het literatuuronderzoek is er een methodoloog of literatuuronderzoeker betrokken.

 

Werkgroepleden

dr. C.C.M. Beerendonk, gynaecoloog, Radboudumc, Nijmegen, voorzitter

dr. R.L.M. Bekkers, gynaecoloog, Radboudumc, Nijmegen, vice-voorzitter

dr. A.M.E. Bos, gynaecoloog, UMCU, Utrecht

E.B.L. van Dorst, gynaecoloog, UMCU, Utrecht

dr. J. van Echten-Arends, klinisch embryoloog, UMCG, Groningen

R. Jansen, verpleegkundig specialist, Radboudumc, Nijmegen 

J. de Jong, ervarings/richtlijndeskundige, namens Levenmetkanker-beweging

L. Jongbloets, namens AYA-platform    

dr. L.C.M. Kremer, kinderarts en klinisch onderzoeker, AMC, Amsterdam

dr. C.A.R. Lok, gynaecoloog, AVL, Amsterdam

dr. C. Verhaak, klinisch psycholoog/psychotherapeut, Radboudumc, Nijmegen 

dr. G.H. Westerveld, radiotherapeut, AMC, Amsterdam

dr. H. Westphal, klinisch embryoloog, Radboudumc, Nijmegen 

M. Witte, namens AYA-platform            

prof. dr. P.O. Witteveen, internist-oncoloog, UMCU, Utrecht

dr. M.J. Wondergem, hematoloog, VUMC, Amsterdam

drs. A.C.M. van der Togt-van Leeuwen, adviseur oncologische zorg, IKNL, Rotterdam (tot januari 2016)

drs. T. van Vegchel, adviseur oncologische zorg, IKNL, Amsterdam (vanaf januari 2016)

G. Verweij, secretaresse, IKNL, Utrecht

G. Bakker, secretaresse, IKNL, Utrecht

 

Adviseur/mede-auteur

dr. O. van der Hel, literatuuronderzoeker, IKNL, Utrecht

prof. dr. G. de Wert, ethicus, Universiteit Maastricht, vakgroep Metamedica

mr. C. Ploem, gezondheidsjurist, AMC, Amsterdam

E. Balkenende,  arts-onderzoeker, AMC, Amsterdam

M.M.A. Brood-van Zanten, arts endocrinologische gynaecologie

dr. E. van Dulmen, gezondheidswetenschapper en epidemioloog, VUmc, Amsterdam

dr. M. Goddijn, gynaecoloog, AMC, Amsterdam

L. Louwé, gynaecoloog, LUMC, Leiden

 

Belangenverklaringen

Om de beïnvloeding van de richtlijnontwikkeling of formulering van de aanbevelingen door conflicterende belangen te minimaliseren zijn de leden van werkgroep gemandateerd door de wetenschappelijke verenigingen. Alle werkgroepleden hebben een belangenverklaring ingevuld. Hiermee geven de werkgroepleden aan onafhankelijk gehandeld te hebben bij het opstellen van de richtlijn. Potentiële conflicterende belangen zijn besproken. Waar nodig zijn werkgroepleden met belangenverstrengeling vervangen door een ander gemandateerd werkgroeplid. De bevindingen zijn schriftelijke vastgelegd in de belangenverklaring en opvraagbaar via info@iknl.nl.

 

Patiëntenperspectief

Bij de ontwikkeling van deze richtlijn is tijdens alle fasen gebruik gemaakt van de input van patiënten. Drie patiëntvertegenwoordigers namen zitting in de richtlijnwerkgroep. Deze input is nodig voor de ontwikkeling van kwalitatief goede richtlijnen. Goede zorg voldoet immers aan de wensen en eisen van zowel zorgverlener als patiënt.

Door middel van onderstaande werkwijze is informatie verkregen en zijn de belangen van de patiënt meegenomen:

  • Bij aanvang van het richtlijntraject hebben de patiëntvertegenwoordigers knelpunten aangeleverd.
  • (Een of meer van) de patiëntvertegenwoordigers was aanwezig bij alle vergaderingen van de richtlijnwerkgroep. Zij hebben de conceptteksten beoordeeld, teneinde het patiëntenperspectief in de formulering van de definitieve tekst te optimaliseren.
  • De Leven met kanker-beweging en het AYA-platform zijn geconsulteerd in de externe commentaarronde.

 

Implementatie

Bevorderen van het toepassen van de richtlijn in de praktijk begint met een brede bekendmaking en verspreiding van de richtlijn. Bij verdere implementatie gaat het om gerichte interventies om te bevorderen dat professionals de nieuwe kennis en kunde opnemen in hun routines van de oncologische en palliatieve zorgpraktijk, inclusief borging daarvan. Als onderdeel van elke richtlijn stelt IKNL een implementatieplan op.

Activiteiten en interventies voor verspreiding en implementatie vinden zowel op landelijk als regionaal niveau plaats. Deze kunnen eventueel ook op maat gemaakt worden per instelling of specialisme. Informatie hierover is te vinden op www.iknl.nl/opleidingen. Aan het implementatieplan bij deze richtlijn wordt gewerkt; dit wordt toegevoegd als bijlage op http://www.oncoline.nl/. Het is een belangrijk hulpmiddel om effectief de aanbevelingen uit deze richtlijn te implementeren voor de verschillende disciplines.